'Ik heb nooit ook maar iets van warmte gevoeld bij AZ'

Met meer dan gemiddelde interesse volg ik de serie artikelen in VI over de jeugdopleidingen van de achttien Eredivisionisten. Mijn zoon, Bob, heeft zelf twee jaar lang in de jeugdopleiding van AZ gezeten. Ik ben een ervaringsdeskundige. Daarom was ik benieuwd wat Aloys Wijnker, hoofd opleidingen bij AZ, allemaal te vertellen had. Het interview met hem, over de jeugdopleiding van AZ, stond vorige week in VI.

'Ik heb nooit ook maar iets van warmte gevoeld bij AZ'

Een enthousiast verhaal over visie, scouten, de steeds maar dichtslibbende doorstroming naar het eerste elftal en het gebrek aan een vast jaarbedrag voor de jeugdopleiding. Dat vond Dirk niet zo nodig, om dat allemaal contractueel vast te leggen. Zo kennen we Dirk weer. Zelf liet hij analfabete geldleners, die eindelijk die foeilelijke houten droomkeuken wilden kopen, 47 formulieren met kleine lettertjes ondertekenen voor hij zijn geld uitkeerde, maar zijn eigen jeugdopleiding moest iedere keer maar weer bidden en hopen of er wat geld vrijkwam.

In de tijd dat Bob bij AZ voetbalde heb ik gezien waar in ieder geval een gedeelte van het geld aan is opgegaan: de bouw van een van die monsterlijke roze kasteeltjes waar Dirk zo graag in bivakkeerde. Ik heb het langzaam uit de grond zien schokken, dat multi-functionele magisch centrum van de jeugdopleiding op trainingsaccommodatie 't Lood. Sterker nog, ik was bij de opening. Daar gebeurde iets grappigs. Dirk sprak, vlak na het doorknippen van een lint, met veel warmte over dit prachtige, nieuwe gebouw. Ja, mensen, je kon zien dat het goed ging met AZ. Ik keek eens om me heen. Alles in het gebouw straalde inderdaad Dirk Scheringa uit. Een megalomaan, naar binnen gericht gebouw vol met kantoorgangen, lelijke trappen en kantoordeuren met naamkaartjes er op. Niet echt een voetbalsfeertje.

Wij, de ouders, hadden erg moeten lachen om Dirk zijn toespraak. Hij hoopte dat dit gebouw weer een volgende stap was in de goede richting. Een gebouw waar jonge voetballers, maar ook hun ouders, zich welkom zouden voelen. Vooral dat stuk tekst over de ouders, daar moesten wij hartelijk om lachen. Wij wisten inmiddels wel beter. Dat gebouw ging voorgoed voor ons op slot. Daarvoor stonden we al te lang in de bittere kou ons plasje op te houden.

Bob, en hij zal de eerste zijn die dat toegeeft, was niet goed genoeg. Hij is terecht weggestuurd. Bob vond dat niet erg. Het vooruitzicht om nog jaren lang alleen maar actief te zijn in het toch wat benauwde voetbalwereldje drukte al langer op mijn zoon. Het was wel goed zo. Het gaat nu prima met hem. Hij heeft volwassenen om zich heen die af en toe naar hem lachen.

Dat laat niet onverlet dat er bij AZ van alles mis was in de sociale begeleiding. Onverlet? Laat ik het minder netjes zeggen. Er werken bij AZ alleen maar sociale wrakken. Volwassen mensen, trainers, die doodsbang zijn voor gesprekken met mensen buiten de voetbalwereld. Trainers die vooral de schurft hebben aan de ouders van de voetballertjes.

Ouders zijn lastige, niet te controleren elementen en moeten worden geïsoleerd, dat is wat ik heb gevoeld bij AZ. Ik heb nooit, nog geen seconde, ook maar iets van warmte gevoeld. Wij waren een potentiële vijand en zo werden we ook behandeld. In het slechtste geval als dieren die rusteloos in de bosjes moesten urineren, omdat dit niet in het schitterende nieuwe roze gebouw mocht. Ik weet waar ik het over heb. Ik weet wie de sleutel bij zich droeg van het afgesloten toilet. Ik ken de naam van de vrouw die ons regelmatig vloekend de kantine uit joeg. Ik ken de bunker zonder ramen waar wij koffie in plastic bekers dronken.

Daarom verbazen Aloys zijn teksten onder het kopje Ouders me nogal. Een paar quotes: 'De ouders van spelers in onze jeugdopleiding hebben steeds meer behoefte aan onze adviezen. Wij spelen daar graag op in. Alles draait om de vertrouwensband die we met de ouders hebben.'

Om het maar eens plat te zeggen: dom gelul in de ruimte. Bij AZ willen ze helemaal geen vertrouwensband met de ouders. Ouders worden op afstand gehouden, letterlijk. Ouders zijn de bewegende objecten die de kinderen thuis voeden. Niet te vet graag. Wij, vaders en moeders van verschillende zonen, werden groots genegeerd. De rondleiding door het stadion was niet voor ons. Wij moesten twee uur buiten wachten.

Dennis Haar, de toenmalige trainer van de D2, liep ons twee jaar lang straal voorbij. Aloys Wijnker ken ik alleen als de man met de blocnote, vlak naast Dennis tijdens het evaluatie-gesprek met Bob. Het nieuwe gebouw was verboden voor ouders. Alleen bij vijftien graden onder nul mochten we heel even een kwartiertje naar binnen, vlak voordat de jongens de bus instapten naar een verre uitwedstrijd. Ouders mochten niet meerijden in de bijna lege bus.

Aloys Wijnker weer: 'Trainers moeten niet alleen met voetballers bezig zijn, maar ook aandacht schenken aan hun persoonlijke relatie met de ouders. De een is daar beter in dan de ander, maar wij vinden het de moeite waard.'

Alweer onzin. AZ vindt dat helemaal niet de moeite waard. Nooit heeft een trainer van AZ persoonlijk contact met mij proberen te maken. Ik heb zelf ook helaas mijn mond gehouden. Bang dat het in het nadeel zou zijn van mijn zoon. Laf, want natuurlijk had ik ze meteen moeten vragen of ze niet goed bij hun hoofd waren, om mijn kind te leren dat Ajax de vijand was. Vaantjes van Ajax hingen andersom en een speler die De Arena 'best een mooi stadion' noemde werd verrot gescholden en moest ter plekke zijn excuses aanbieden.

Kortom, een prachtverhaal van Aloys in VI, maar laten we wel eerlijk blijven. Ouders worden als honden behandeld bij AZ. Ouders mogen de kinderen voeden en moeten verder graag hun mond houden. Of zoals Aloys het zelf zegt: 'Ouders willen hun kind graag thuis hebben. Daar hebben ze dan nog een sociaal leven.'

Zover zijn ze dus wel, de erkenning dat een sociaal leven bij AZ zelf, volledig ontbreekt.

Nico Dijkshoorn

Bekijk hier al onze video's