Real rekent tegen Betis resoluut af met crisis
Real Madrid heeft in de uitwedstrijd tegen Real Betis op overtuigende wijze een einde gemaakt aan de reeks van drie competitieduels zonder overwinning. Na één helft was de ploeg van trainer Zinedine Zidane al klaar in Sevilla: 1-6.
Real gaf voor de interlandperiode de koppositie in de Primera División uit handen door achtereenvolgens gelijk te spelen tegen Villarreal (1-1), Las Palmas (2-2) en Eibar (1-1). Zidane wilde desondanks niet van een crisis spreken, maar zal van binnen toch opgelucht zijn geweest dat zijn spelers de zege dit keer al vroegtijdig veiligstelden.
Ryan Donk zag vanaf de bank van de bezoekers hoe Raphaël Varane al na drie minuten de score opende met een kopbal uit een vrije trap van Toni Kroos. Cristiano Ronaldo en Gareth Bale misten vervolgens twee dotten van kansen, maar Karim Benzema had het vizier na een half uur wel op scherp toen hij de bal op aangeven van Kroos alleen nog maar achter Antonio Adán hoefde te schieten.
Het thuis tot nog toe ongeslagen Betis moest het hoofd al voor rust definitief buigen, omdat de voormalige Real-doelman in het laatste kwartier ook nog treffers van Marcelo en Isco moest slikken. Álvaro Cejudo deed in de 55ste minuut nog wel iets terug, maar het slotakkoord was voor Ronaldo. Nadat Isco er met een geplaatst schot al 1-5 van had gemaakt, knalde ook de Portugese vedette eindelijk raak.
Door die ruime overwinning, de grootste van het seizoen tot nu toe, komt Real qua punten gelijk met koploper Atlético Madrid. De stadgenoot heeft na de monsterzege op Granada (7-1) echter een veel beter doelsaldo. Sevilla en Barcelona volgen op respectievelijk één en twee punten. Woensdag speelt De Koninklijke in de Champions League thuis tegen Legia Warschau.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login