Oranje op het WK: goede generaties maar nooit kampioen

Door de 2-0 zege bij Andorra heeft Oranje zich voor de tiende keer in de historie geplaatst voor het WK voetbal. Nederland kent verschillende succesgeneraties, toont zich regelmatig als een van de grootste mondiale voetballanden maar wist het toernooi tot nu toe nooit te winnen. VI.nl maakte een overzicht van de WK-historie tot dusver.

Oranje op het WK: goede generaties maar nooit kampioen

Nederland is voor het eerst van de partij op het WK van 1934 in Italië, het tweede officiële wereldkampioenschap. Oranje kwalificeert zich door België en de toenmalige Ierse Vrijstaat in de kwalificatie in een mini-poule achter zich te laten. Na negentig minuten kan de ploeg van de Engelse bondscoach Bob Glendenning (die van 1923 tot 1940 liefst 87 interlands de leiding had en daarmee verreweg de langstzittende Oranje-bondscoach ooit is) echter alweer naar huis.

Tot 1950 begint het WK namelijk niet met een poulefase, maar direct met een knock-outronde. Nederland verliest met 2-3 van Zwitserland en keert huiswaarts. Kick Smit is na een klein half uur spelen de eerste doelpuntenmaker ooit op een WK voor ons land, Leen Vente maakt de tweede treffer.

Vier jaar later, in 1938, reist Nederland af naar Frankrijk voor de tweede deelname in de geschiedenis, maar wederom zit het toernooi er na één wedstrijd al op. In Le Havre is Tsjechoslowakije met 0-3 te sterk. In die tijd is dat overigens geen schande; het land is op dat moment vice-wereldkampioen nadat het vier jaar eerder de finale had verloren van Italië (2-1).

De nederlaag tegen Tsjechoslowakije staat nog altijd in de boeken als de grootste nederlaag van Nederland ooit op een WK-eindronde. De allergrootste nederlaag op een eindronde is overigens die op het EK 1996, 1-4 tegen gastland Engeland.

Na 1938 is het 36 jaar wachten op een volgende WK-deelname. In 1942 en 1946 wordt het toernooi vanwege de Tweede Wereldoorlog niet gespeeld, maar daarna weet Oranje zich telkens niet te kwalificeren.

Gerd Müller scoort in de finale van 1974 tegen Nederland.
Gerd Müller scoort in de finale van 1974 tegen Nederland.

Ook de deelname aan het WK van 1974 in West-Duistland hangt, ondanks de fantastische generatie voetballers die ons land op dat moment heeft, aan een zijden draadje. Nederland heeft in het laatste kwalificatieduel met België genoeg aan een punt. Het staat 0-0 als de Belgen twee minuten voor tijd de winnende treffer lijken te maken. De goal van Jan Verheyen wordt echter, naar later blijkt ten onrechte, afgekeurd wegens buitenspel en het blijft 0-0 waardoor niet de Belgen maar Nederland mag afreizen naar Duitsland.

Het wordt uiteindelijk een van Nederlands meest memorabele WK-deelnames ooit. Het Nederlandse clubvoetbal domineert Europa in het begin van de jaren zeventig. In 1970 wint Feyenoord de Europa Cup I, waarna Ajax, nadat het eerst in 1969 al een finale verloor, van 1971 tot 1973 een trilogie neerzet. Feyenoord wint in 1974 vervolgens ook nog de UEFA Cup.

Die prestaties zorgen ervoor dat er met onder anderen Johan Cruijff, Willem van Hanegem, Wim Jansen, Johan Neeskens en Ruud Krol een legendarisch Nederlands elftal staat. In een poule met Uruguay (2-0), Zweden (0-0 en Bulgarije (4-1) plaatst Oranje zich voor de tweede poulefase, waarin het Argentinië (4-0), Oost-Duitsland (2-0) en Brazilië (2-0) klopt. In de finale stuit Nederland op het gastland. Johan Neeskens zorgt vanaf de stip nog wel voor 1-0, maar West-Duistland pakt uiteindelijk de wereldtitel door goals van Paul Breitner en Gerd Müller. Een Hollands trauma is hiermee geboren.

Rob Rensenbrink is in 1978 dicht bij winnende goal in de finale tegen Argentinië. Hij raakt echter de paal.
Rob Rensenbrink is in 1978 dicht bij winnende goal in de finale tegen Argentinië. Hij raakt echter de paal.

Op het WK 1978 in Argentinië krijgt Nederland namelijk een herkansing. Wéér is het gastland de tegenstander in de finale, maar wéér gaat het mis. Zonder de niet meegereisde sterren Willem van Hanegem en Johan Cruijff plaatst Nederland zich ternauwernood voor de tweede ronde. Oranje wint weliswaar eenvoudig van Iran (3-0), maar speelt doelpuntloos gelijk tegen Peru en verliest zelfs met 3-2 van Schotland.

Oostenrijk (5-1), West-Duitsland (2-2) en Italië (2-1) zijn daarna de opponenten in de tweede poulefase. Dat gaat al beter. Door twee overwinningen en een gelijkspel gaat Oranje naar de finale, waar het Argentinië ontmoet. Invaller Dick Nanninga maakt vlak voor tijd de 1-0 van Mario Kempes ongedaan, waarna Rob Rensenbrink in de laatste minuut het winnende doelpunt (en de wereldtitel) op zijn schoen heeft. Zijn inzet gaat echter tegen de paal en de Argentijnen slaan via wéér Kempes en Daniel Bertoni in de verlenging toe. De tweede verloren WK-finale is een feit.

Dan breekt een vreemde periode aan voor het Nederlands elftal. Zo snel als de ploeg zich in 1974 met een finaleplaats herstelt van 36 jaar zonder deelname, zo snel verdwijnt de tweevoudig vice-wereldkampioen ook weer van het hoogste podium.

In 1982 weet een onder Kees Rijvers verjongd Oranje zich niet plaatsen voor het WK in Spanje door in de kwalificatiepoule achter België, Frankrijk en Ierland als vierde te eindigen. Het houdt alleen Cyprus achter zich. In 1984 lijkt Nederland zich wel te kwalificeren voor het EK, maar het onmogelijke gebeurt: Spanje wint met 12-1 van Malta, waardoor Oranje op doelsaldo uitgeschakeld is. Ook voor het WK 1986 in Mexico plaatst ons land zich niet; in de barrage is België (vanwege een doelpunt van Georges Grün in De Kuip) op basis van gemaakte uitdoelpunten te sterk (0-1, 2-1).

Nederland verliest op het WK 1990 van Duitsland. Frank Rijkaard (nummer 3) spuugt in deze wedstrijd naar Rudi Völler (rechts).
Nederland verliest op het WK 1990 van Duitsland. Frank Rijkaard (nummer 3) spuugt in deze wedstrijd naar Rudi Völler (rechts).

In 1990 in Italië zijn de verwachtingen hooggespannen. Twee jaar eerder is Nederland immers Europees kampioen geworden, de enige tastbare trofee tot nu toe. Van dat gouden elftal, met topspelers als Marco van Basten, Ronald Koeman, Ruud Gullit en Frank Rijkaard, gaat bijna iedereen mee naar het WK. Nederland geldt vooraf logischerwijs als titelfavoriet, maar het WK draait uit op een drama.

Eerst is er vlak voor het toernooi het ontslag van bondcoach Thijs Libregts, daarna wordt Leo Beenhakker tegen de wens van de spelers (zij willen Johan Cruijff) benoemd tot zijn vervanger. Nederland schaart zich dankzij drie gelijke spelen tegen Egypte (1-1), Engeland (0-0) en Ierland (1-1) vervolgens met hangen en wurgen bij de laatste zestien, maar daarin gaat het definitief mis. West-Duitsland komt via Jürgen Klinsmann en Andreas Brehme op 2-0, waarna Ronald Koeman iets terugdoet vanaf de stip. Verder komt Nederland echter niet.

Branco schiet in 1994 namens Brazilië de winnende treffer binnen.
Branco schiet in 1994 namens Brazilië de winnende treffer binnen.

Nederland reist in 1994 af naar de Verenigde Staten voor het WK aldaar. Net als in 1978 zijn twee grote sterren er niet bij. Marco van Basten is zwaar geblesseerd en Ruud Gullit is het niet eens met de speelwijze van het Nederlands elftal.

In de poulefase hebben de mannen van bondscoach Dick Advocaat vervolgens alle mogelijke moeite met Saoedi-Arabië. Pas in de 86ste minuut zorgt Gaston Taument met het hoofd zowaar voor de winnende 2-1. Na een 1-0 nederlaag tegen België en weer een krappe 2-1 overwinning tegen Marokko, wint Oranje in de achtste finale door goals van Dennis Bergkamp en Wim Jonk met 2-0 van Ierland.

In de kwartfinale is Brazilië, de latere wereldkampioen, met 3-2 te sterk. De winnende goal komt vlak voor tijd van de linkervoet van Branco, die doelman Ed de Goey van grote afstand passeert met een kiezelharde vrije trap.

Dennis Bergkamp maakt in 1998 zijn schitterende doelpunt tegen Argentinië.
Dennis Bergkamp maakt in 1998 zijn schitterende doelpunt tegen Argentinië.

Ook in 1998 op het WK in Frankrijk vliegt Nederland er opnieuw tegen Brazilië uit, al is het dit keer pas in de halve finale. In de poulefase loopt het nog niet echt soepel, hoewel Oranje met bijvoorbeeld Bergkamp, Patrick Kluivert en Frank de Boer wederom een prachtige lichting heeft. Zuid-Korea wordt weliswaar met 5-0 (de grootste Oranje-verwinning ooit op een WK) van de mat geveegd, maar tegen België (0-0) en Mexico (2-2) blijft Nederland op een puntendeling steken.

In de achtste finale schiet Edgar Davids Oranje in blessuretijd voorbij Joegoslavië (2-1), terwijl Bergkamp een ronde later na 86 minuten met zijn magistrale, wereldberoemde doelpunt na een al even schitterende pass van Frank de Boer de winnende maakt tegen Argentinië (2-1). In de halve finale scoort Oranje weer vlak voor tijd (Kluivert, 1-1) maar Brazilië is na strafschoppen de betere. Nederland wordt uiteindelijk vierde, omdat het de troostfinale verliest van Kroatië (1-2).

Scheidsrechter Valentin Ivanov strooit tijdens Portugal-Nederland in 2006 met kaarten.
Scheidsrechter Valentin Ivanov strooit tijdens Portugal-Nederland in 2006 met kaarten.

Nadat Oranje zich in 2002 onder Louis van Gaal, ook nu weer bondscoach, niet kwalificeert, is de ploeg er in 2006 onder leiding van Marco van Basten wel bij in Duitsland. Er staat een nieuwe generatie op. Spelers als Robin van Persie, Arjen Robben en Wesley Sneijder zijn begin twintig en vormen de nieuwe hoop van voetbalminnend Nederland.

Het trio laat zich in de groepsfase nadrukkelijk gelden. Robben schiet Nederland langs Servië & Montenegro (1-0), terwijl Van Persie een vrije trap binnenschiet tegen Ivoorkust (2-1). Oranje kwalificeert zich zo snel voor de achtste finale, maar gaat in die eerste knock-outronde  al onderuit. De nieuwe sterren zijn, naast bijzonder getalenteerd, nog jong en kunnen zich in het geweld van het duel met Portugal (1-0 nederlaag) niet onderscheiden. Die achtste finale gaat de boeken in vanwege de zestien gele en vier rode kaarten die de Russische scheidsrechter Valentin Ivanov uitdeelt.

Arjen Robben heeft in de finale van 2010 dé kans om geschiedenis te schrijven gemist.
Arjen Robben heeft in de finale van 2010 dé kans om geschiedenis te schrijven gemist.

Het laatste WK in 2010 in Zuid-Afrika wordt uiteindelijk een schitterend toernooi. De jonge honden uit 2006 zijn vier jaar verder en stuwen Oranje tot grote hoogten. De ploeg van bondscoach Bert van Marwijk voetbalt misschien niet groots, maar haalt wel de finale. Door overwinningen op Denemarken (2-0), Japan (1-0) en Kameroen (2-1) haalt Oranje met de maximale score de achtste finale.

Ook Slowakije wordt eenvoudig verslagen (2-1), waarna Nederland zich in de kwartfinale tegen Brazilië revancheert voor de uitschakelingen van 1994 en 1998. Sneijder draait de 1-0 achterstand na rust eigenhandig om tot (wederom) 2-1, en ook Uruguay wordt in de halve finale met een minimaal verschil (3-2) aan de kant gezet.

In de finale tegen Spanje is Arjen Robben vervolgens dicht bij revanche voor de eerdere verloren WK-finales. Oog in oog met keeper Iker Casillas mist hij echter, net als Rensenbrink dat in 1978 deed. Nederland verliest uiteindelijk ook de derde WK-finale en is daarmee het enige land dat al zijn drie gespeelde WK-finales heeft verloren. Tsjecho-Slowakije en Hongarije verloren beide hun enige twee finales. (West-) Duitsland verloor er weliswaar vier, maar daar staan ook drie gewonnen finales tegenover. Andrés Iniesta dompelt Nederland in de verlenging in diepe rouw.

Samenstelling: Dolf van Aert

Bekijk hier al onze video's
Gerelateerde artikelen