Cornelisse: 'Lekker gevoel dat we VVV móéten verslaan'

In de rubriek 'Vijf vragen aan' hebben we voor elke speelronde een exclusief interview met een speler uit de Eredivisie. Deze keer is dat Willem II-verdediger Tim Cornelisse, die de Tilburgers in zijn vijftiende Eredivisieseizoen voor degradatie moet behoeden. Zaterdag wacht het cruciale duel met VVV-Venlo. Na anderhalf jaar bij titelkandidaat FC Twente kwam je in de winter over naar degradatiekandidaat Willem II. Hoe verklaar je die stap?

Cornelisse: 'Lekker gevoel dat we VVV móéten verslaan'

Cornelisse: 'Ik zat het laatste halfjaar bij FC Twente op bank of op de tribune, daarom ben ik blij met de kans op speelminuten die Willem II mij bood. Het eerste halfjaar speelde ik bijna alles bij Twente, daar haalde ik veel voldoening uit. Van tevoren wist ik dat ik was gehaald als de man achter Roberto Rosales, maar als je 33 bent en er komt een topclub als Twente dan zeg je daar geen nee tegen. Bovendien had ik de mazzel dat Rosales laat terugkwam van de Copa América en startte ik het seizoen als basisspeler. En ook daarna heb ik nog de nodige wedstrijden meegedaan.'

'Dit seizoen was dat perspectief volledig veranderd. Daarom ben ik blij dat ik bij Willem II weer aan voetballen toekom, want ik ben inmiddels 34. Aan de ene kant is het heel lekker dat ik dat hier wekelijks speel, maar sinds ik hier speel hebben we alleen tegen FC Twente een punt gepakt. En dat ik wedstrijden die in een nederlaag eindigen meestal vergeet, zegt eigenlijk wel genoeg over hoezeer ik een hekel heb aan verliezen.'

Willem II was ook in de winterstop al hekkensluiter en van begin af aan de gedoodverfde kandidaat om direct te degraderen. Wat trof je aan toen jij in januari neerstreek in Tilburg?'Willem II mag dan onderaan staan, van een downstemming is absoluut geen sprake. We trainen keihard en met plezier. En dat terwijl de situatie hier het hele seizoen al hetzelfde is. De ambitie om in de Eredivisie te blijven is er nog altijd, maar iedereen beseft dat het een hele zware opgave wordt. Het wordt tegen VVV daarom erop of eronder. Als we winnen is de achterstand nog maar vijf punten. En als we verliezen wordt het met elf punten achterstand wel heel moeilijk. Daar ben ook ik natuurlijk niet blind voor, al zal ik er ook vertrouwen in blijven houden als het zaterdag misgaat. Dat we zaterdag móéten winnen, vind ik zelf wel lekker. Ik hou wel van die druk.'

Jij moest met jouw ervaring wat extra's brengen in de strijd tegen degradatie, maar sinds jouw komst in de winterstop heeft Willem II alleen tegen FC Twente een punt gepakt. Is er volgens jou een aanwijsbare oorzaak voor het uitblijven van de punten?'Het gaat eigenlijk elke keer hetzelfde. Er wordt goed gevoetbald en ook afgelopen weekend tegen Zwolle was er in de eerste helft weinig aan de hand. We kregen genoeg kansen, maar die benutten we niet. Ook ontbrak het in de laatste fase aan de goede eindpass of de juiste keuzes. En zelf gaven we de doelpunten te makkelijk weg.'

'Het probleem was dat iedereen na de 0-1 uit positie ging lopen en daardoor kregen we ook dat tweede doelpunt tegen. Dat is het nadeel van zo'n jonge ploeg, die moet je vaak eerder afremmen dan aanmoedigen. Ze willen zich op zo'n moment allemaal bewijzen, terwijl er nog een half uur te spelen was. Ik probeer ze dat op dat moment wel te vertellen, want er was tijd zat om nog gelijk te maken. Maar je zag dat de linies steeds verder uit elkaar kwamen te liggen.' Vijftien jaar geleden maakte jij je debuut in de Eredivisie als speler van RKC en speelde je ruim anderhalf jaar onder trainer Martin Jol (foto boven). Er is sindsdien een hoop veranderd, want destijds speelden bijvoorbeeld Edwin van der Sar en Frank en Ronald de Boer nog bij Ajax en waren Luc Nilis en Ruud van Nistelrooy de spitsen van PSV. In hoeverre is het niveau sindsdien gedaald?'We zijn altijd een voortrekker geweest op het gebied van voetbal, maar je kan je ogen niet sluiten voor de grotere competities om ons heen. Het zegt genoeg dat Feyenoord in 2002 de laatste Nederlandse club was die een Europese prijs pakte. Eigenlijk speelt die discussie rond het niveau van de Eredivisie al jaren. De kans op succes wordt steeds kleiner, want spelers vertrekken steeds jonger naar het buitenland. Ruud Gullit en Ronald Koeman gingen eind jaren tachtig pas weg toen ze al 26 of 28 jaar oud waren. Maar tegenwoordig kan je op Cyprus al meer geld dan verdienen dan in Nederland.'

'Er is een hoop veranderd in de maatschappij en dus zijn de jonge spelers van nu ook anders dan toen ik in 1998 net kwam kijken als prof. Wat ik wel leuk vind is dat ze nog steeds erg leergierig zijn. Dat vind ik een belangrijke graadmeter voor hoe ze met het vak van profvoetballer omgaan. Als ik bij Willem II met adviezen kom, nemen ze wel wat van me aan. Ze zeggen nog steeds niet: Rot op, ouwe.'

De laatste maanden is er een discussie gaande over de arbitrage. Het voetbal in de Eredivisie zou teveel op zaalvoetbal gaan lijken door de strenge manier van fluiten en spelers en trainers zouden monddood worden gemaakt. Hoe kijk jij daar als doorgewinterde prof tegenaan?'Scheidsrechters hebben door alle regels minder bewegingsvrijheid. Als je tegenwoordig iets zegt, zijn er scheidsrechters die bij het minste of geringste al dreigen met een gele kaart. Dat vind ik echt misbruik maken van je macht. Het klopt wat dat betreft wel dat er vroeger meer persoonlijkheden waren. Dat had nog wel iets humoristisch. Als je dan klaagde over een beslissing, kreeg je te horen dat je zelf eerst maar eens een bal op een fatsoenlijke manier naar je ploeggenoten moest gaan spelen. Nou, dan ben je meteen klaar met praten! Emotie hoort nu eenmaal bij het voetbal, en als je dat weghaalt wordt het er allemaal niet interessanter op. We kunnen moeilijk als een stel makke schapen op het veld gaan rondlopen.'

'In het geval van de rode kaart van Nick Viergever (tegen Feyenoord, red.) vind ik wel dat Gertjan Verbeek (trainer AZ, red.) gelijk had. En ik vind dat hij daar op zo'n moment ook wat van moet kunnen zeggen. Een scheidsrechter moet wel kunnen beoordelen wat de intentie van een speler is. Als het duidelijk is dat hij voor de bal gaat, kan je onmogelijk een rode kaart geven.'

'Het beste voorbeeld daarvan is die rode kaart van Nani van afgelopen dinsdag in de Champions League. Hoewel hij met een hoog been inkwam, was het absoluut niet de bedoeling om zijn tegenstander te raken. Als je goed kijkt zie je ook dat hij puur voor de bal ging, en dat hij nooit heeft gezien dat Arbeloa in kwam vliegen. In dat opzicht gaf Pieter Vink vorig weekend in onze wedstrijd tegen Zwolle het goede voorbeeld. Hij floot wel voor harde tackles, maar hield de gele kaarten op zak. Zo hoort het ook. Stevige duels horen thuis in het voetbal.' (Tim Vos) Foto's: VI Images

Bekijk hier al onze video's
Gerelateerde artikelen