Gebrek aan offensieve stootkracht Oranje roept vragen op
In de eerste helft tegen Ierland heeft het Nederlands elftal geen enkel schot tussen de palen gelost. In september 2014 gebeurde dit voor het laatst, in een oefenduel met Italië (2-0). Het is een statistiek die vragen oproept voor bondscoach Danny Blind op weg naar de kwalificatiereeks voor het WK 2018.
Voor rust had Oranje liefst zestig procent balbezit, maar de bal werd vooral rondgespeeld op ongevaarlijke plaatsen rond de middellijn. In de eerste 45 minuten kwam slechts twee keer een international in balbezit in het strafschopgebied van de Ieren.
Heel verwonderlijk was het dan ook niet dat het Nederlands elftal nauwelijks tot doelgevaar kwam. De enige twee schoten van Oranje kwamen van buiten het strafschopgebied en leverden geen werk op voor Darren Randolph. De Ierse doelman was voor rust de man op het veld met de minste balcontacten. Pas in de 77ste minuut kon de eerste doelpoging binnen het strafschopgebied genoteerd worden. De late 1-1 van Luuk de Jong was het enige schot tussen de palen van de ploeg van Blind.
Spits Vincent Janssen stond symbool voor de offensieve onmacht van Oranje voor rust. De AZ-aanvaller kwam niet verder dan vijftien balcontacten, het minste van alle spelers van het Nederlands elftal. Janssen had in het eerste bedrijf evenveel balcontacten in zijn eigen zestien als in de zestien van de tegenstander: één. Dat hij zijn stempel niet kon drukken, viel Janssen dan ook moeilijk aan te rekenen. De aanvalsleider werd simpelweg nauwelijks in stelling gebracht.
Het gebrek aan offensief gevaar roept vragen op voor Oranje in aanloop naar de komende confrontaties tegen Polen (1 juni) en Oostenrijk (4 juni). 'Hoe kan dit? Het is moeilijk te verklaren', reageerde Blind vrijdag op het zwakke spel van zijn elftal. 'Ook voetballend hebben we een goede trainingsweek gehad. Daar moeten we ons even over buigen, hoe dat kan.'
Data via Opta Sports
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login