CL-countdown: Robben in voetsporen Kluivert en Kuijt

Arjen Robben werd tijdens het spectaculaire slotstuk van het afgelopen Champions League-seizoen tussen Bayern München en Borussia Dortmund de derde Nederlander die in een finale van het miljoenenbal scoorde. De 29-jarige vleugelspits trad zo in de voetsporen van Patrick Kluivert en Dirk Kuijt.

CL-countdown: Robben in voetsporen Kluivert en Kuijt
VI.nl telt met een statistiek dagelijks af naar de start van het nieuwe Champions League-seizoen op 17 september, vandaag over drie dagen.

Robben groeide in de eindstrijd op het Londense Wembley uit tot de gevierde man bij Bayern door één minuut vóór het verlopen van de reguliere speeltijd de bal beheerst langs Dortmund-doelman Roman Weidenfeller te plaatsen: 2-1. Voor zowel Bayern als Robben was het een revanche voor de verloren finale van een jaar eerder, toen Der Rekordmeister in de eigen Allianz Arena mede door een gemiste strafschop van Robben ten onder ging tegen Chelsea.

Robben was niet de eerste Nederlander die een Champions League-finale besliste. De primeur was op 24 mei 1995 voor Patrick Kluivert, die Ajax als achttienjarige invaller de Champions League bezorgde tegen AC Milan in Wenen. Met een punter passeerde hij Rossoneri­-sluitpost Sebastiano Rossi na 84 minuten (foto), nadat hij tot zijn eigen ongenoegen door Louis van Gaal, nu bondscoach van het Nederlands elftal, op de bank was gezet ten faveure van Ronald de Boer. De aanvallende middenvelder was als gelegenheidsspits gestart.

Twaalf jaar later was ook Dirk Kuijt trefzeker in een CL-finale, maar voor de toen 26-jarige Katwijker was geen heldenrol weggelegd. Zijn doelpunt in de 89ste minuut tegen Milan was er slechts een voor de statistieken, aangezien Filippo Inzaghi Liverpool met goals in de 45ste en de 82ste minuut al op achterstand had gezet. Voor Kuijt was het evenwel zijn eerste goal in het miljoenenbal. Later zou hij nog acht keer scoren voor The Reds.

Met de goals van Kluivert, Kuijt en Robben behoort Nederland wat scoren in een CL-finale betreft slechts tot de middenmoot. Duitsland, Italië en Spanje spannen de kroon met elk zeven treffers van eigen makelij. Ook Engeland en Argentinië leverden in de historie van het miljoenenbal meer doelpuntenmakers in een eindstrijd: zes. Braziliaanse en Franse spelers scoorden net als Nederlanders drie keer.

Dat Duitsland de koppositie deelt met Italië en Spanje is te danken aan de recente opmars van Bayern en Dortmund. Thomas Müller was met zijn late goal in de verloren finale tegen Chelsea de zesde Duitser die raak schoot in een finale, terwijl Ilkay Gündogan vorig jaar namens Dortmund gelijkmaakte tegen datzelfde Bayern. Uiteindelijk betekende de al genoemde goal van Robben (foto) dat de treffer van de Turks-Duitse middenvelder geen waarde had.

Voor de laatste keer dat één speler twee keer scoorde in één finale moeten we terug naar het seizoen 2009/10, toen Diego Milito Internazionale (toen ook met Wesley Sneijder in de ploeg) langs Bayern hielp: 2-0. Eerder slaagden ook Inzaghi (Milan - Liverpool, 2-1 in 2007), Hernán Crespo (Milan - Liverpool , 3-3 in 2005), Karl-Heinz Riedle (Borussia Dortmund – Juventus, 3-1 in 1997) en Daniele Massaro (Milan – Barcelona, 4-0 in 1994) daar in. Samuel Eto'o, Lionel Messi en Raúl lieten eveneens twee treffers in een CL-eindstrijd noteren, maar deden dat verdeeld over twee jaren. (Tim Vos)

Bekijk hier al onze video's
Gerelateerde artikelen