Het gaat ongeveer zo. Je tekent bij Barcelona, komt er daarna achter dat alle wegen via het knooppunt Lionel Messi leiden en dan begint het grote aanpassen. Thierry Henry overkwam het. Net als David Villa en Alexis Sánchez. De een was een wereldster in de Premier League en een Arsenal-legende, de ander een ongecompliceerde straatvoetballer die met zijn dribbels voor spektakel zorgde in de Serie A. Eenmaal in Catalonië moesten zij zichzelf opnieuw uitvinden. Villa had simpelweg te weinig technische bagage, Sánchez voelde zich een gevangene op de rechtervleugel en speelt nu weer in zijn kracht bij Arsenal. Henry schikte zich in zijn rol als luxe knecht in Messi’s hofhouding. Zijn honger om uit te willen blinken verdween langzaam. De gemene deler: nooit waren zij in Barcelona de speler die zij daarvoor waren. Dat niet iedereen bereid is zich zodanig aan te passen, bewees Zlatan Ibrahimovic. Hij verdroeg de inperking van zijn vrijheid niet en trok na een jaar de deur achter zich dicht. Je neemt Zlatan zoals hij is of je neemt Zlatan niet.