NEC schreef zondag geschiedenis door voor het eerst in de Eredivisie in Amsterdam te winnen van Ajax. En hoe. De Nijmegenaren zorgden voor een gigantische stunt door de koploper met 0-3 te verslaan, op een dag waarop Ajax eerder nog kampioen leek te kunnen worden. Trainer Rogier Meijer legt uit hoe zijn plan perfect uitpakte.
Super Sunday werd vooral een bizarre zondag in de Eredivisie. Ajax - NEC had voor de Amsterdammers de kampioenswedstrijd kunnen zijn. Dat leek ook te gebeuren, aangezien Feyenoord al snel op een 2-0 voorsprong stond tegen nummer twee PSV. De Eindhovenaren knokten zich echter knap terug tot 2-2 en maakten via Noa Lang diep in de extra tijd de 2-3. Waar Ajacieden eerder twee keer juichten voor hun aartsrivaal, baalden ze nu vooral van de uitslag in De Kuip. Géén titel, voorlopig.
De ploeg van Francesco Farioli moet later op de dag in ieder geval zelf winnen van NEC om de marge op PSV weer tot vier punten te vergroten. Gezien de geschiedenis moet dat geen lastig karwei zijn voor Ajax. NEC won voor zondag immers nog nooit in competitieverband in Amsterdam. Slechts één keer gingen de Nijmegenaren winnend terug, in 1994 in de halve finale van het bekertoernooi. Wel speelde NEC sinds de eeuwwisseling opvallend vaak gelijk in de Johan Cruijff Arena.
Gezien de resultaten van de weken daarvoor hebben de supporters van NEC vooraf weinig vertrouwen in een goed resultaat. De ploeg van Meijer stelde immers meerdere keren teleur en raakte achterop in de strijd om de Europese play-offs, wat dit seizoen de doelstelling is in Nijmegen. Het bezoek aan Ajax zal behalve een eventuele ongewilde bijrol op een kampioensfeest weinig opleveren voor NEC, zo is de verwachting bij de achterban.
Kansen
Bij Meijer is dat anders. De trainer die bij zijn Eredivisie-debuut in augustus 2021 al na twintig minuten tegen een 4-0 achterstand aankeek tegen Ajax, leert door de jaren heen steeds beter hoe zich te wapenen tegen clubs uit de traditionele topdrie.