
Kemy Agustien (38) stuurt tien dagen geleden een appje. ‘Ik ben al een paar dagen aan het stuiteren, man’, valt er in het berichtje te lezen van de voormalige jeugdinternational en middenvelder van clubs als AZ en Swansea City. Het is vlak voor de interlandperiode en zijn zoon Demiane is voor het eerst opgeroepen voor Oranje Onder-18, waarmee hij wedstrijden tegen Denemarken en Duitsland zal spelen. ‘Het is alsof ik weer zelf moet voetballen.’
Demiane Agustien is lang niet de enige speler met een bekende achternaam die de laatste tijd op het toneel is verschenen. In een korte periode is Ruben van Bommel uitgegroeid tot een vaste kracht in de Eredivisie, speelt Shane Kluivert ook voor Oranje Onder-18 en zingen de namen van Damián van der Vaart en Shaqueel van Persie al rond.
Hoe is het eigenlijk als je zoon aan de vooravond van een voetbalcarrière staat? En hoe is het om als jonge voetballer een bekende voetbalvader te hebben? Kemy en Demiane verschijnen in beeld via een videogesprek. Kemy is thuis in Birmingham, terwijl Demiane in Derby zit, waar hij uitkomt voor Derby County Onder-18. Ze vertellen ronduit over hun bijzondere band, hun overeenkomsten, verschillen én de lessen van vaders. ‘Ik wil hem behoeden voor mijn fouten.’
Hoe was het om onlangs voor het eerst dat shirt van het Nederlands elftal aan te trekken?
Demiane: ‘Het was speciaal. Het is denk ik wel een grote prestatie om erbij te zitten. Het is een signaal dat ik op dit moment tot de top van mijn leeftijdsgenoten behoor. Dat geeft me nog meer motivatie, ik weet dat ik op de goede weg ben.’
Kemy: ‘Het begon een maand of drie geleden. Toen de trainer van Oranje Onder-18, Adil Ramzi, met wie ik zelf nog bij Roda JC heb gespeeld, vroeg of ik wat informatie over mijn zoon kon doorsturen. Hij had vernomen dat hij goed kon voetballen. Vanaf dat moment is het heel snel gegaan. Het was serieus alsof ik zelf weer voor het eerst opgeroepen werd. Ik heb het zelf natuurlijk allemaal geleefd en om dan je zoon diezelfde stappen te zien zetten… Tja, dat is schitterend.’
Demiane: ‘Ik had zelf ook wel gezonde spanning. Ik was ook heel erg benieuwd hoe mijn niveau zou zijn vergeleken met de jongens die in Nederland zijn opgeleid. Ik merkte wel dat ik het niveau goed aankan. Het heeft me denk ik wel geholpen dat ik in Nederland bij Willem II heb gespeeld en ook een groot deel van mijn opleiding in Engeland heb gehad. Ik heb het voetballende uit Nederland meegenomen en in Engeland speel ik wat meer fysiek voetbal, tegen grote, sterke spelers.’
'Adil Ramzi gaf ook aan dat ik de creativiteit ook een beetje van papa heb'
En zag Adil Ramzi gelijkenissen in jullie spel?
Demiane: ‘Hij heeft wel wat gezegd over papa zijn kwaliteiten. Meer niet, hoor…’
Kemy: ‘Haha, hij wil het niet zeggen.’
Demiane: ‘Hij gaf aan dat m’n vader technisch heel erg goed was. En sterk met beide benen.’
Kemy: ‘Hij vindt dit niet leuk om te zeggen.’
Demiane: ‘Ja oké, hij gaf ook aan dat ik de creativiteit ook een beetje van papa heb. Hij zei dat mijn speelstijl wel een beetje op die van mijn vader lijkt.’

Waarin lijken jullie nog meer op elkaar en waarin verschillen jullie juist?
Demiane: ‘Wil jij het zeggen?’
Kemy: ‘Ga maar, jongen.’
Demiane: ‘Ik denk dat we allebei comfortabel aan de bal zijn. We hebben ‘m het liefst aan onze voeten, zodat we het spel voor ons hebben en mensen weg kunnen steken. Alleen zijn mijn kwaliteiten wat hoger op het veld wat beter.’
Kemy: ‘Ik zeg altijd: Je mag blij zijn dat ik je vader ben. Want daardoor heb je ook die technische vaardigheden. Ik was denk ik wat fysieker, al heeft hij dat de afgelopen jaren in Engeland ook goed opgepakt. Verder heeft hij vooral een traptechniek waar ik jaloers op ben. Zijn linkerpoot is abnormaal. In mijn beleving moet hij daar per wedstrijd meer uit halen, qua steekpasses en vooral qua schoten. Binnen 25 of 30 meter van de goal moet hij gewoon knallen. Hij heeft nu best mooie cijfers, maar in mijn optiek hadden die dubbel zo hoog kunnen zijn.’