
Voetbal International viert dit jaar zijn zestigjarig jubileum. Naar aanleiding daarvan herplaatsen we elke dag een verhaal uit ons rijke archief. We houden daarbij geen chronologische volgorde aan. De ene dag kunnen we uitpakken met een artikel over het EK 1988, terwijl we de dag erna een interview met de toen als trainer doorbrekende Arne Slot uit 2019 nog eens kunnen publiceren.
In 1994 was Wim Kieft net gestopt als prof, op slechts 31-jarige leeftijd. Kort na zijn pensioen ging de oud-aanvaller van onder meer Ajax en PSV aan de slag bij Voetbal International. Zo interviewde hij enkele van zijn voormalige collega’s. In het kerstnummer van 1994 was Romário aan de beurt. De spits had eerder dat jaar Brazilië naar de wereldtitel geleid. Met Kieft blikte Romário terug én vooruit. Het bijzondere gesprek werd opgetekend door Frans van den Nieuwenhof.
Veel mensen zeggen: Brazilië had tijdens het WK een redelijk goede ploeg met een heel goede spits.
Romário: 'Dat kan ik niet zeggen.'
Ik wel. Als jij bij Dordrecht speelt, maak jij ook veel goals.
'Maar misschien worden we dan geen kampioen. Met Dordrecht kampioen worden, is echt heel moeilijk. Denk ik.'
Het gaat erom dat jij beslissend bent voor een ploeg.
'In Amerika hebben wij gespeeld als een Europees team, met een Europese mentaliteit. Het ging niet om de techniek of het mooie voetbal, maar puur om het resultaat. Voor mij was wereldkampioen worden het allerbelangrijkste in mijn leven. Ik heb tegen de trainer gezegd dat we zo moesten spelen. Iedereen vond dat, allemaal stonden we achter die opvatting. De nationale ploeg van 1982 was veel beter dan die van ons. Heel veel beter. Dat was het beste Braziliaanse elftal aller tijden. Máár... niks gewonnen. Ons elftal was technisch niet zo goed, maar het was fysiek heel sterk. Dunga, Mauro Silva, Mazinho, Jorginho en Branco zijn spelers op wie je altijd terug kunt vallen. Jongens met een Europese mentaliteit. Dat is van groot belang geweest bij het behalen van de wereldtitel.'