
Zonder al te veel vertrouwen is PSV afgereisd naar Turijn, waar het elftal van trainer Peter Bosz dinsdag het Champions League-duel met Juventus speelt. De Eindhovenaren zijn de koppositie in de Eredivisie kwijtgeraakt aan concurrent Ajax en het spel van PSV biedt na de winterstop te weinig houvast. 'We gaan hier toch wat in mineur naartoe.'
Bij PSV is sinds de hervatting van het seizoen na de winterstop weinig meer zoals het was. De Eindhovenaren lijken momenteel niet heel veel meer op de niet te stoppen aanvalsmachine die Peter Bosz sinds zijn aantreden had gecreëerd en die zo succesvol voor de 25ste landstitel had gezorgd.
PSV won na de winterbreak in vijf competitiewedstrijden slechts één keer, de puntenvoorsprong op Ajax is verdampt, de Amsterdammers bezetten nu zelfs de eerste plaats in de Eredivisie. Het soepele dominante voetbal is net als de hoge intensiteit van spelen nagenoeg verdwenen, PSV creëert veel minder grote kansen, het scoort een stuk minder vaak - terwijl het wel veel te veel doelpunten (19) incasseert - te veel sterkhouders zijn uit vorm, een aantal bepalende spelers is langdurig geblesseerd, met Luuk de Jong heeft PSV nog maar één spits over en Noa Lang ruziet openlijk met de supporters. De linksbuiten vindt dat de ploeg in deze mindere fase meer steunt verdient dan dat het van de fans krijgt.

Met al deze zaken in het achterhoofd is het vrij logisch dat PSV zonder al te veel vertrouwen en onder hoogspanning naar Italië is afgereisd voor het eerste Champions League play-off duel met Juventus. Het elftal van Bosz heeft bovendien zeer slechte herinneringen aan de eerdere wedstrijd tegen De Oude Dame waarmee de Champions League-campagne van dit seizoen werd afgetrapt. PSV was destijds in september volstrekt kansloos en het verloor met 3-1.