Waarom interesse AS Roma in John de Jong onbegrijpelijk is
© Pro Shots
PRO

Waarom interesse AS Roma in John de Jong onbegrijpelijk is

Johan Cruijff had een zak geld nog nooit zien scoren. Niks tegenin te brengen natuurlijk. Dat neemt niet weg dat voetbal wel van een spelletje is geëvolueerd naar een miljardenindustrie. In de rubriek Munten & Punten bespreekt VI-verslaggever Tom Knipping onderwerpen op de grens van commercie, financiën en sportieve prestaties. In aflevering 24 nemen we een club onder de loep waar eerder deze maand PSV-manager John de Jong in beeld kwam: AS Roma.

Het was een van de vreemdere voetbalnieuwsberichten van de afgelopen tijd: technisch manager John de Jong die in beeld was bij AS Roma. Het zorgde voor verbaasde reacties in de Nederlandse voetbalwereld. Hoe waren de Romeinen uitgekomen bij de man die zich nog moet bewijzen bij PSV?

John de Jong promoveerde in 2018 tot technisch manager. In zijn eerste twee seizoenen won PSV niets. In 2019 eindigde PSV als tweede, in 2020 stonden de Eindhovenaren bij het afbreken van de competitie vierde. In Europa presenteerde PSV zich matig. In 2018 mocht PSV deelnemen aan de groepsfase van de Champions League, maar er werden slechts twee punten gehaald. In 2019 volgde een roemloze uitschakeling in de groepsfase van de Europa League. In de KNVB-beker werd PSV te kijk gezet door RKC Waalwijk (2018) en NAC Breda (2019).

Betere scores kan John de Jong overleggen als we afgaan op het transferresultaat. Hoewel hij in de beeldvorming vaak wordt geassocieerd met dure miskopen zoals Bruma en Timo Baumgartl, slaat de balans momenteel positief uit. In zijn eerste seizoen was het transferresultaat een kleine vijf miljoen negatief, maar in zijn tweede seizoen zette hij daar, vooral dankzij de verkoop van Steven Bergwijn, een plus van 22 miljoen tegenover.

Kortom: sportief valt het tegen, zeker als we de breuk met kroonprins Mark van Bommel in ogenschouw nemen, terwijl de transferbalans na één verlieslatend en één winstgevend seizoen vooralsnog positief doorslaat. Daarbij moeten we aantekenen dat het na slechts twee seizoenen nog vroeg is voor een oordeel over het transferresultaat, omdat vrijwel alle door hem verkochte spelers nog zijn aangetrokken door zijn voorganger Marcel Brands. Angeliño was de eerste en tot dusverre enige door hemzelf gehaalde speler die met miljoenen winst werd doorverkocht. Duidelijk is dat hij nog veel heeft te bewijzen.

John de Jong in gesprek met PSV-directeur Toon Gerbrands tijdens het trainingskamp in Zwitserland in de zomer van 2018.
© Pro Shots
John de Jong in gesprek met PSV-directeur Toon Gerbrands tijdens het trainingskamp in Zwitserland in de zomer van 2018.

Gezien de magere eerste rapporten is het dus nogal verrassend dat John de Jong op de radar kwam in Rome, want als één Europese club op korte termijn keiharde resultaten nodig heeft, is het AS Roma. De Italianen presenteerden vorige maand een van de grootste verliezen uit de historie van het Europese voetbal: 204 miljoen. Dat is ruim twee keer de totale PSV-begroting aan verlies. De rode cijfers zijn nog vreemder als je nagaat dat Roma geen superclub is die net als bijvoorbeeld FC Barcelona en Real Madrid 700 tot 800 miljoen euro per jaar verdient. AS Roma speelt is Europees gezien een subtopper die qua omvang eerder is te vergelijken met Ajax. Hoe is zo’n enorm verlies mogelijk?

In 2017 was de Serie A de grote winnaar toen de UEFA de nieuwe toelatingscriteria voor de Champions League bekend maakte. Het aantal toegangsbewijzen voor de groepsfase ging vanaf 2018 omhoog van drie naar vier. Dat leek uitermate gunstig voor AS Roma, dat met drie tweede plaatsen in vier jaar enkele topjaren achter de rug had en met hoge salarissen toch al speculeerde op een vaste positie in de Champions League. Dankzij de helpende hand van de UEFA leek die koers ook wel te verantwoorden. Ware het niet dat AS Roma in de praktijk de topklasseringen niet kon vasthouden en sinds de invoering van de gunstige regelgeving al twee keer te laag finishte om te mogen meedoen aan de Champions League. Daar kwam nog een coronapandemie overheen. Daardoor werd de club ver teruggeworpen. AS Roma zag de omzet vorig seizoen kelderen naar 149 miljoen euro. Een verval van 42 procent. De curve is negatiever dan bij de concurrentie. Juventus en Internazionale liepen qua omzet verder weg, terwijl AC Milan en Napoli langszij kwamen.

De Italiaanse salarissen werden vier maanden niet uitbetaald, maar dat was niet voldoende om de implosie van de inkomsten te kunnen compenseren. Een goede indicator om de koers van een club aan af te meten is het operationele resultaat. Dit zijn simpelweg alle inkomsten (zoals tv-geld, commercie, kaartverkoop) versus de uitgaven (zoals salarissen, stadionhuur). Werken de club met een negatief operationeel resultaat, dan geven clubs dus meer geld uit dan dat er binnenkomt. Dat proberen ze dan vaak goed te maken met spelersverkopen of een hogere positie op de ranglijst. In Nederland werken bijvoorbeeld PSV, SC Heerenveen en FC Groningen met kleine operationele tekorten, die ze vrijwel altijd dichten dankzij transfers. Bij AS Roma was het operationele tekort vorig seizoen nogal extreem: negentig miljoen euro. Dat is veruit de zwakste score in het Italiaanse voetbal.

Zoals de meeste clubs die dit najaar grote verliezen presenteert, wijt AS Roma dat aan de coronacrisis. Dat is wat te makkelijk, want al voor corona werd behoorlijk scherp aan de wind gezeild. In de laatste vijf seizoenen kwam AS Roma vier keer geld tekort. Alleen in 2017/18 waren de inkomsten en uitgaven in balans, maar in dat seizoen werd een uitzonderlijke prestatie geleverd die niet snel zal worden geëvenaard: de halve finale in de Champions League. De club leeft dus structureel boven haar stand. De neergaande financiële spiraal zal dit seizoen niet worden omgebogen. Gezien de deelname aan de minder lucratieve Europa League en de wedstrijden in lege stadions, ontstaat opnieuw een megatekort.

Seizoen Omzet Kosten Operationeel resultaat
2015/16 €226 miljoen €236 miljoen - €10 miljoen
2016/17 €180 miljoen €231 miljoen - €51 miljoen
2017/18 €253 miljoen €240 miljoen €12 miljoen
2018/19 €236 miljoen €280 miljoen - €44 miljoen
2019/20 €149 miljoen €239 miljoen - €90 miljoen

De reden voor de grote tekorten is simpel: te hoge salariskosten. AS Roma is economisch gezien een club uit dezelfde categorie als Ajax, maar probeert rivalen uit de markt te prijzen door spelers te verleiden met betere lonen. In 2018/19 hadden Ajax en AS Roma vergelijkbare inkomsten, maar AS Roma betaalde twee keer zoveel aan salarissen. Vorig seizoen was het salarisverschil iets kleiner, maar dat kwam vooral doordat AS Roma vier maanden niets hoefde uit te betalen aan de spelers. Door het hogere salarisniveau in Rome verloren de Amsterdammers bijvoorbeeld Justin Kluivert aan de concurrent die één plaats hoger staat op de Europese coëfficiëntenranglijst (achttiende). De UEFA beschouwt clubs als gezond wanneer ze maximaal 65 procent van hun budget uitgeven aan salarissen. Ajax, en veel topclubs in Europa, blijven keurig binnen deze marge. Dat geldt echter niet voor AS Roma. De laatste jaren is de club behoorlijk uit balans geraakt. Hoewel de spelers vorig seizoen vier maandsalarissen inleverden, werd aan lonen meer uitgegeven dan er in totaal aan inkomsten binnenkwam.

Seizoen Salarissen Salaris t.o.v. omzet
2015/16 €155 miljoen 69%
2016/17 €145 miljoen 81%
2017/18 €159 miljoen 63%
2018/19 €184 miljoen 78%
2019/20 €155 miljoen 104%

Het operationele tekort van negentig miljoen euro kan worden verkleind door winsten te maken met transfers. In de Eredivisie blijkt dat vaak een succesvolle formule. Behoorlijk wat Nederlandse clubs werken met kleine begrotingstekorten, die ze in de loop van het seizoen inlopen door spelers te verkopen. Dat is goed te verantwoorden, omdat de Eredivisie naam heeft gemaakt als een competitie met een rendabele spelershandel. Talenten leveren doorgaans meer op dan ze kosten. In topcompetities zoals de Serie A gelden echter andere wetten. Daar wordt veel meer risico genomen op de transfermarkt. De spelershandel kost vaak meer dan het oplevert. AS Roma is sinds 2014 zwaarder gaan investeren. Rick Karsdorp was een van de spelers die dit beleid onderstreepten. Hij werd voor zestien miljoen euro gekocht van Feyenoord. Zo kwamen er veel meer spelers uit dezelfde prijscategorie.

Transfersommen, tekengelden en makelaarscommissies worden afgeschreven gedurende de looptijd van het contract. Voorbeeld: Karsdorp tekende voor vijf jaar bij AS Roma. Stel dat dit - inclusief alle bijkomende kosten - een investering was van twintig miljoen. Dan komt Karsdorp vijf jaar lang voor vier miljoen euro in de boeken. Aangezien AS Roma veel aankopen heeft gedaan in deze prijscategorie, verdrievoudigde de totale afschrijving voor de selectie tussen 2014 en 2020 naar een slordige honderd miljoen euro per jaar. Dit betekent dat AS Roma daar voor minstens hetzelfde bedrag aan verkopen tegenover moet zetten om quitte te draaien met de spelershandel.

De netto schuld van de club is in tien jaar verzesvoudigd naar driehonderd miljoen euro

In het seizoen 2018/19 lukte dat goed. Mede dankzij de verkoop van Kevin Strootman kwam er toen 128 miljoen binnen. Dat was voldoende om de investeringen mee te compenseren. Sterker nog, de club maakte dat seizoen winst op het transferbeleid. Als gevolg daarvan wist de club toen ondanks het forse operationele tekort (44 miljoen) het netto verlies te beperken (15 miljoen). Vorig seizoen was echter een zwak verkoopjaar. Er kwam slechts achttien miljoen euro binnen. Aangezien daar dus een miljoen of honderd aan afschrijvingen tegenover stond, leed AS Roma een gigantisch verlies op de post transfers. Dat kon de club absoluut niet hebben, aangezien het operationele resultaat ook al zo slecht was. Het gevolg was een netto verlies van 204 miljoen euro. In Italië presenteerde alleen Internazionale ooit nog slechtere cijfers. Dat gebeurde in 2006/07. Toen eindigde Internazionale 207 miljoen in het rood.

Het was overigens al de elfde keer op rij dat AS Roma uitkwam in de rode cijfers. Tussen de seizoenen 2009/10 en 2019/20 verdween een half miljard euro:

Seizoen Netto resultaat
2009/10 - €19 miljoen
2010/11 - €27 miljoen
2011/12 - €55 miljoen
2012/13 - €37 miljoen
2013/14 - €35 miljoen
2014/15 - €37 miljoen
2015/16 - €7 miljoen
2016/17 - €36 miljoen
2017/18 - €18 miljoen
2018/19 - €15 miljoen
2019/20 - €204 miljoen
Totaal - €490 miljoen

De vooruitzichten zijn ongunstig. AS Roma is al een tijd bezig met een nieuw stadion om qua inkomsten een sprong te kunnen maken naar het volgende groepje, met budgetten van 250 tot 300 miljoen, maar de club wordt geconfronteerd met veel vertragingen. Dat is mogelijk een reden waarom de Amerikaanse eigenaar James Pallotta de club afgelopen zomer verkocht aan een landgenoot. ‘Als we structureel willen concurreren met de grootste ploegen in Europa hebben we dat stadion nodig’, stelde de man die zich vorig jaar gefrustreerd uitliet over de voortgang. ‘Misschien zijn een nieuw stadion, grote investeringen en veel nieuwe banen in Rome niet zo belangrijk.’

De netto schuld van de club is in tien jaar verzesvoudigd naar driehonderd miljoen euro. Daarnaast moet de club nog 191 miljoen aan transferbetalingen voldoen. Na Juventus heeft AS Roma daarmee de hoogste openstaande transferrekening. Alleen aan rente voor alle leningen is AS Roma 32 miljoen per jaar kwijt. Op deze manier kan de club nooit zelfstandig break-even gaan draaien en zijn er steeds kapitaalinjecties nodig van de eigenaar.

Daarmee blijft AS Roma als bedrijf weliswaar overeind, maar toch kunnen er op deze manier problemen ontstaan met de UEFA. Op basis van de Financial Fair Play-regels mogen clubs immers maar een beperkt verlies schrijven. De UEFA monitort clubs continu en kijkt bij het verstrekken van de Europese licentie drie seizoenen terug. In die periode mogen clubs maximaal 30 miljoen euro verliezen. AS Roma was het afgelopen decennium al onderwerp van onderzoek en kreeg te maken met financiële restricties, omdat de grenzen werden overschreden.

James Pallotta: 'Misschien zijn een nieuw stadion, grote investeringen en veel nieuwe banen in Rome niet zo belangrijk.'
© Pro Shots
James Pallotta: 'Misschien zijn een nieuw stadion, grote investeringen en veel nieuwe banen in Rome niet zo belangrijk.'

Normaal gesproken zou AS Roma op basis van de laatste cijfers onherroepelijk opnieuw te maken krijgen met de UEFA, die als uiterste sanctie een Europese schorsing zou kunnen opleggen. Zo werd Serie A-collega AC Milan een paar jaar geleden al eens een seizoen uitgesloten van Europees voetbal. Een geluk bij een ongeluk is nu dat de UEFA de regels vanwege de coronapandemie heeft versoepeld. Het zwaar verlieslatende seizoen 2019/20 wordt voorlopig buiten beschouwing gelaten. De UEFA kijkt bij de beoordeling alleen naar de seizoenen 2017/18 en 2018/19. Pas later, in 2022, zal de UEFA het seizoen 2019/20 meenemen in de berekeningen voor Financial Fair Play. De UEFA kijkt dan niet drie, maar vier seizoenen terug.

Duidelijk is dus dat er ook met de versoepelde regelgeving een probleem voor de toekomst ligt. Om onder de UEFA-radar te blijven moet het megaverlies van 204 miljoen euro de komende jaren grotendeels worden uitgegumd met winsten, maar dat heeft AS Roma al elf jaar niet meer voor elkaar gekregen. Daardoor ligt er veel druk bij de nieuwe technisch directeur. De inkomsten kunnen in dit stadion niet meer sterk stijgen en ook dit jaar zal de club door de lege tribunes te maken hebben met een fors operationeel verlies. Netto winst is op korte termijn alleen te bereiken door deelname aan de Champions League en spectaculaire transferresultaten. Spelers zoals Alessandro Florenzi (verhuurd aan Paris Saint-Germain), Cengiz Ünder (verhuurd aan Leicester City), Justin Kluivert (verhuurd aan RB Leipzig) en Robin Olsen (verhuurd aan Everton) zijn elders in Europa in de etalage gezet en zullen verkocht moeten worden.

Conclusie: AS Roma is zwaar getroffen door de coronacrisis, maar heeft ook stevige onderliggende problemen. Net als met de ziekte zelf, komen die patiënten zwaarder in de problemen. Voor de club is het van cruciaal belang dat de technisch directeur direct met uitmuntende transferresultaten op de proppen komt. Tegelijk mag het niveau in de selectie niet dalen, omdat deelname aan de Champions League keihard nodig is om het operationele tekort terug te dringen. De technisch directeur van AS Roma moet dus een uitverkoop organiseren en tegelijk goede, jonge spelers onder de marktprijs binnenhalen, met wie de club een gooi kan doen naar de broodnodige kwalificatie voor de Champions League. Kortom: momenteel is technisch directeur van AS Roma een van de moeilijkste jobs in het Europese voetbal. Er zijn licht masochistische trekjes nodig om er op dit moment in te stappen. Het is een raadsel hoe de club die behoefte heeft aan een directeur met zo’n profiel uitkomt bij een beginnende technisch manager die met de hakken over de sloot is overgegaan bij PSV. Anderzijds: na analyse van de financiële cijfers mag ook duidelijk zijn dat de logica niet regeert bij AS Roma. Zo bezien was de interesse in John de Jong dan weer niet zo vreemd.