
‘Die koppen staan me gewoon niet aan, die irritante koppen. Augenthaler, dat peenhaar…’ Toen Adri van Tiggelen zulke uitspraken deed over de Duitsers en met name hun centrale verdediger, werd er alom geknikt in Nederland.
‘Die koppen staan me gewoon niet aan, die irritante koppen. Augenthaler, dat peenhaar…’ Toen Adri van Tiggelen zulke uitspraken deed over de Duitsers en met name hun centrale verdediger, werd er alom geknikt in Nederland.