Leo Echteld legt de fysieke en mentale gebreken in de Eredivisie bloot
PRO

Leo Echteld legt de fysieke en mentale gebreken in de Eredivisie bloot

Na zijn eerdere werk bij Ajax en Oranje komt fysiotherapeut Leo Echteld (47) al decennialang over de vloer bij clubs en spelers uit de wereldtop. Zodoende ontwikkelde hij een uitgesproken visie op fysieke en mentale ontwikkeling. Met VI had hij een gesprek waarin hij de vinger legde op vele pijnpunten. ‘In Nederland is men op het technische en tactische gedeelte blijven focussen.’

Een kleine tien jaar geleden stond er opeens een ambitieus ventje uit Denemarken bij Leo Echteld voor zijn neus. Een tiener met een spits gezicht en een zelfbewuste oogopslag. Hij was net in Nederland en speelde als zestienjarige in de jeugd van Ajax, maar zijn mikpunt had hij al helder bepaald: de absolute top. Technisch en tactisch ontwikkelde de middenvelder zich bij Ajax en in de Deense jeugdselecties, in fysiek opzicht achtte hij specifiekere hulp noodzakelijk. ‘Zijn vraag was niet hoe hij fit kon blijven of hoe hij klaargestoomd kon worden voor het eerste elftal van Ajax’, herinnert Echteld zich. ‘Zijn verzoek was: “Maak me klaar om later in een topcompetitie te kunnen presteren”. Dat was de dag waarop we bij Fysiomed kennismaakten met de ambities en de mentaliteit van Christian Eriksen.’

Nek

Vanaf dat moment meldde Eriksen zich, met kennisneming van Ajax, twee keer per week anderhalf uur bij het sportmedisch centrum van Echteld in Amsterdam. Het Deense talent betaalde jarenlang uit eigen zak zijn persoonlijke begeleidingsprogramma. Het was onderdeel van een proces dat in 2013 leidde tot een transfer naar Tottenham Hotspur, waar Eriksen zich ontpopte tot een van de smaakmakers van de Premier League. ‘Christian is het ideale type voor het moderne voetbal’, zegt Echteld. ‘Hij heeft technische en tactische klasse, is explosief en beweeglijk, en heeft een ongelooflijk loopvermogen ontwikkeld. Naast die fysieke aspecten heeft Christian mentale kracht, weerbaarheid en focus. En hij is tot in de kleinste details bezig met zijn prestaties en ontwikkeling. Dit seizoen, in de Champions League tegen Real Madrid, liep een speler weg uit zijn rug. Hij had hem niet gezien. Na afloop confronteerde ik hem daarmee. Hij was zich ervan bewust en legde meteen de link met zijn vastzittende nek. En vroeg of ik de rotatie van zijn nek wilde vrijmaken. Dat zijn de details die het verschil kunnen maken.’

Christian Eriksen is het ideale type voor het moderne voetbal, aldus Leo Echteld.
Christian Eriksen is het ideale type voor het moderne voetbal, aldus Leo Echteld.

Echteld begon in de vroege jaren negentig als fysiotherapeut bij Ajax. Een leerzame periode, in vele opzichten. ‘Onder invloed van CIOS-mensen als Louis van Gaal en Foppe de Haan werd er in de trainingen plaats ingeruimd voor atletiek, gym, conditie en didactiek. Motoriek, wenden en keren, acceleratie en sprints werden verwerkt in de technische en tactische training. In diezelfde periode deden atletiektrainers hun intrede binnen het voetbal en ontstond de fitnessrage. Deze factoren gaven minder getalenteerde voetballers de kans mee te komen met de supertalenten. Ze konden voetballende tekortkomingen deels compenseren met fysieke componenten.’

‘Spelers liepen vooruit op de clubs in hun zoektocht naar verbetering. Ze gingen beseffen wat er nodig was om langdurig op het allerhoogste podium te presteren’

‘Halverwege de jaren negentig zag je ook nog een andere kentering, door het Bosman-arrest en de steeds grotere commerciële belangen in het voetbal. Clubs zagen in dat blessures niet alleen negatieve impact hadden op de prestaties, maar daarmee óók op de financiën. Een voorbeeld: omdat AC Milan Fernando Redondo niet kon inzetten, gaf voorzitter Silvio Berlusconi hoogstpersoonlijk toestemming voor de ontwikkeling van het Milan Lab. Er kwam aandacht voor preventie en fitheid, in plaats van alleen maar genezing van blessures. Dat zette de deur open naar een meer wetenschappelijke benadering.’

‘Ajax had in die tijd een lichting jonge spelers die openstond voor begeleiding die verder ging dan alleen het technische en tactische. Zoals Clarence Seedorf. Hij ging als laatste het trainingsveld af, was continu bezig in zichzelf te investeren, waarbij medespelers hem in het begin uitlachten. Later volgden steeds meer jongens zijn voorbeeld. Ook bij het Nederlands elftal. Ze wilden zich voetballend ontwikkelen én ze realiseerden zich het belang van altijd fit zijn. Ter voorkoming van blessures en om op het hoogste niveau drie keer per week te kunnen gaan pieken. Spelers liepen vooruit op de clubs in hun zoektocht naar verbetering. Ze gingen beseffen wat er nodig was om langdurig op het allerhoogste podium te presteren. Bij hun clubs en bij het Nederlands elftal was die fysieke begeleiding voor hen niet voldoende.’

‘Bij zowel Nederlandse clubs als bij de KNVB was destijds argwaan, op basis van politiek en persoonlijk belang’

Wat soms leidde tot vreemde situaties. Zoals bij Oranje tijdens het WK van 1998 in Frankrijk, waar zeven internationals zich tijdens het toernooi door Echteld wilden laten behandelen. Tot ergernis van bondscoach Guus Hiddink probeerde bondsarts Frits Kessel daar een stokje voor te steken. Ze kwamen uit op een compromis: Seedorf, Patrick Kluivert, Edgar Davids, André Ooijer, Michael Reiziger, Winston Bogarde en Jerrel Hasselbaink zochten Echteld buiten het spelershotel op.

‘Hiddink had oog voor de motivaties van de spelers’, vertelt de Amsterdammer, die na dat WK tien jaar in de medische staf van Oranje werd opgenomen. ‘Guus wilde zijn spelers niet uit hun vertrouwde ritme halen. Hij wilde maximaal kunnen presteren en verder geen gezeik. Bij zowel Nederlandse clubs als bij de KNVB was destijds argwaan, op basis van politiek en persoonlijk belang. Echt een wereld van verschil, ondanks onze open Nederlandse mentaliteit, met buitenlandse clubs. Als ik daar voor een speler kwam, zocht de begeleidende staf de best mogelijke samenwerking, in het belang van speler en club. In de loop der tijd is de samenwerking met clubs in Nederland gelukkig verbeterd. Men ziet in dat het om de spelers gaat en dat het de clubs sportief en economisch voordeel kan opleveren.’

Fysiek beleid

In Nederland werkt Fysiomed dit seizoen samen met Willem II, voor de fysieke test- en trainingsprogramma’s. De afgelopen jaren gebeurde dat bij Heracles Almelo en Telstar en, in het buitenland, bij China Onder-19. Echteld: ‘We koppelen onze kennis en methodiek op fysiek, mentaal en voedingsgebied aan de bestaande werkwijze van de clubs. We doen ervaring op en wisselen die ervaringen uit. In het ideale geval creëer je een situatie van continuïteit in het fysieke beleid voor de spelers. Het beleid van clubs en bonden is nu nog vaak afhankelijk van hoe er door één verantwoordelijke persoon wordt gewerkt. Vertrekt diegene, dan verdwijnt ook het beleid. Er is geen visie en geen constante factor die wordt geëvolueerd. Wat juist essentieel is voor de fysieke en mentale ontwikkeling. De voetballerij is reactief, dat is een bedreiging voor de fitheid en gezondheid van spelers.’

Clarence Seedorf had al vroeg door dat er ook heel wat te winnen viel op fysiek vlak, zo merkt hier Ronaldo al.
Clarence Seedorf had al vroeg door dat er ook heel wat te winnen viel op fysiek vlak, zo merkt hier Ronaldo al.

‘Het voetbal is op alle vlakken enorm veranderd. Maar in Nederland is men zich voornamelijk op het technische en tactische gedeelte blijven focussen. Omdat we op deze aspecten jarenlang onderscheidend zijn geweest. Terwijl het internationale spel is getransformeerd van één tempo naar voortdurende tempowisselingen. Dat vergt een meer complexe trainingsaanpak. Gericht op een hogere handelingssnelheid, het aantal sprints en de afgelegde afstand per wedstrijd. Je zult op fitheidsbeleid je visie moeten definiëren, op inhoud specificeren en daadwerkelijk volgen om fysiek en mentaal je doelstellingen te kunnen behalen.’

‘Er wordt nu nog te veel in containerbegrippen gedacht. Harder trainen en sterker worden, hoor je dan. Dat is een schot hagel afvuren in het oerwoud en denken dat je een olifant kunt neerschieten. Je moet het veel duidelijker definiëren. Het gaat om vaker en vooral gerichter trainen. De moderne voetballer moet explosief, snel, beweeglijk, krachtig en topfit zijn. Tijdens de wedstrijd moet er razendsnel herstel kunnen plaatsvinden van explosieve sprints. Vroeger werd voetbal meer in één versnelling gespeeld. Tegenwoordig moeten spelers altijd kunnen versnellen, vanuit een situatie waarin de bal wordt rondgespeeld. Passen, passen en opeens bóém: versnellen. Of na balverlies collectief druk zetten en bij herovering pats: omschakelen, toeslaan. Dat is een moordend ritme met veel high intensity runs. Wat een zwaardere belasting geeft voor het lichaam.’

‘In Nederland ligt de nadruk nog steeds te veel op het niet geblesseerd raken. Terwijl spelers zo fit mogelijk zouden moeten worden, om een hogere trainingsintensiteit aan te kunnen’

‘Om hieraan te kunnen voldoen heb je complete atleten nodig in het veld. Kijk naar de middenvelders van Frankrijk. Spelers als Pogba en Kanté zien er niet uit als Xavi en Iniesta. Maar ze voldoen wél aan de eisen. Vroeger werden middenvelders en backs als mannetjesputters bestempeld, maar deze voetballers voldoen aan het totaalpakket. Zij bepalen de huidige standaard in het topvoetbal. Of neem Kevin De Bruyne: zijn fantastische voetbalvaardigheden vallen op. Maar ook hij is een atleet die beweeglijk, snel en krachtig is.’

‘In Nederland ligt de nadruk nog steeds te veel op het niet geblesseerd raken. Terwijl spelers zo fit mogelijk zouden moeten worden, om een hogere trainingsintensiteit aan te kunnen. Ondertraind zijn leidt sneller tot blessures dan óvertraind zijn. Daar lijken veel trainers zich niet altijd van bewust. Raymond Verheijen heeft een goed model gemaakt voor de algehele fitheid van een selectie. Hij had oog voor het grote belang van fysiek en mentaal herstel tussen wedstrijden door. Maar dat was volgens het principe van one size fits all. Tijdens het VI-congres gaf conditietrainer Michael Lindeman terecht aan dat dergelijke modellen niet het maximale uit alle spelers halen. Een verdediger is een ander type dan een aanvaller, de ene speler heeft andere spiervezels dan de andere en ga zo maar door. Dus moet je per speler bekijken wat de beste aanpak is als de basis is gelegd. In de tijd dat Verheijen met zijn methode kwam, heeft deze aanpak prima resultaten laten zien. Maar de veranderingen en de wetenschappelijke kennis van nu laten zien dat aanpassingen noodzakelijk zijn.’

De ultrafitte Arjen Robben en Dirk Kuijt tijdens een training van Oranje op het WK 2014 in Brazilië.
De ultrafitte Arjen Robben en Dirk Kuijt tijdens een training van Oranje op het WK 2014 in Brazilië.

Wetenschap

‘In de periode dat in Nederland werd gestart met het model van Verheijen, heb ik bij AC Milan van dichtbij de opzet en ontwikkeling van het Milan Lab mogen meemaken. Dan heb ik het over vijftien jaar geleden, toen Seedorf daar zijn eerste contract tekende. Milan had blessures en kon niet meer mee met de grote transferbedragen in Engeland en Spanje. Dus gingen ze kijken hoe ze het maximale uit de aanwezige spelers konden halen. Wetenschap, visie, innovatie en evaluatie kwamen samen in het Milan Lab.’

‘De principes waarmee ze werkten spraken mij vanwege mijn achtergrond in de gezondheidszorg enorm aan. Bij Fysiomed hanteren we dezelfde basisdriehoek: fysiek, mentaal, voeding. Het Milan Lab heeft toen het internationale topvoetbal wakkergeschud en de standaard gezet. Daarna zag je dat ook in Engeland, Duitsland en Spanje clubs meer budget vrijmaakten en kennis inkochten om de fitheid van hun spelers beter te ontwikkelen. Nederland bleef achter.’

‘De fysieke en mentale begeleiding zit hier op het niveau waar AC Milan vijftien jaar geleden startte’

‘De fysieke en mentale begeleiding zit hier op het niveau waar AC Milan vijftien jaar geleden startte. De kleine clubs hebben simpelweg het geld niet om daarin te investeren. Maar ook vermogende clubs als Ajax en PSV blijven nog achter ten opzichte van Europa. Bij Ajax hebben ze gedurende de Cruijff-revolutie de faciliteiten verbeterd en de trainingsintensiteit verhoogd. Maar er is geen gericht vervolg aan gegeven. Ze zijn echter niet in de fase beland waarin de effectiviteit is geanalyseerd en vertaald naar een efficiënte, nieuwe aanpak voor de spelers. Ze hebben een stap genomen, maar wat was de visie erachter? Bij PSV zijn al jaren dezelfde mensen verantwoordelijk voor het fysieke beleid. Er is continuïteit en een basis, maar hoeveel mogelijkheden krijgen ze? Onze topclubs redden het niet meer in Europa op basis van techniek en tactiek alleen. De kennis om stappen te maken op fysiek gebied laat zien dat er méér uit te halen is. Maar het gebeurt niet.’

Omdat AC Milan de blessuregevoelige Fernando Redondo niet kon inzetten, gaf voorzitter Silvio Berlusconi hoogstpersoonlijk toestemming voor de ontwikkeling van het Milan Lab.
Omdat AC Milan de blessuregevoelige Fernando Redondo niet kon inzetten, gaf voorzitter Silvio Berlusconi hoogstpersoonlijk toestemming voor de ontwikkeling van het Milan Lab.

‘De gevolgen zie je ook in Oranje terug. Jongens uit de Eredivisie komen ook fysiek en mentaal tekort voor het vereiste niveau. Je zag het op het WK 2014. Dirk Kuijt die vanwege zijn voetballende én fysieke kwaliteiten linksback wordt gezet; dat zegt alles. Van Gaal had op die positie niet alleen voetbalkwaliteit nodig, maar ook loopvermogen, fysieke kracht, mentale hardheid en ervaring. Dirk had dat allemaal. Maar is van origine een aanvaller. Desondanks had hij het meeste in huis om die rol in te vullen, beter dan een gespecialiseerde verdediger kon doen.’

‘Het is geen toeval dat Arjen Robben, Robin van Persie, Nigel de Jong en Kuijt de hoofdrolspelers waren in Brazilië. Stuk voor stuk gasten die in het buitenland extra facetten aan hun voetbalskills hebben toegevoegd. Mannen die jarenlang extra energie in het onderhoud van hun lichaam hebben gestopt, op een niveau waarop dat van ze gevraagd werd. Bij clubs met meer weerstand en andere fysieke begeleiding zijn zij naar een hoger niveau gegaan.’

‘De gevolgen zie je ook in Oranje terug. Jongens uit de Eredivisie komen ook fysiek en mentaal tekort voor het vereiste niveau’

‘In de aanloop naar het WK 2010 bemerkte ik al een omslag in het denken bij die generatie spelers. Ze waren bij hun clubs meegegroeid in het denken in fitheid. Tien jaar eerder vroegen ze me wat ze moesten doen om niet geblesseerd te raken. Nu was de vraag hoe ze topfit konden worden om optimaal te presteren op het WK. Dat is een stap verder. Het was gewoon geworden niet meer na te denken over mogelijke blessures. De volgende stap na het werken aan fitheid tijdens een eindtoernooi, is een werkwijze die leidt tot het topfit zijn gedurende het hele seizoen. Op het hoogste niveau.’

‘Van de huidige generatie vind ik Wesley Hoedt een mooi voorbeeld. Hoedt is van nature geen supertalent, maar hij heeft veel in zichzelf geïnvesteerd. Ook Kuijt is een schoolvoorbeeld van iemand die zichzelf fysiek heeft opgekrikt naar het hoogste niveau. In een eerdere generatie gold dat voor André Ooijer en Mario Melchiot. Of neem mannen als Edgar Davids, Frank de Boer en Phillip Cocu; die hebben niet voor niets tot hoge leeftijd op niveau gespeeld. Ze waren constant op zoek naar manieren om topfit te blijven.’

‘Wesley Hoedt is van nature geen supertalent, maar heeft veel in zichzelf geïnvesteerd.’
‘Wesley Hoedt is van nature geen supertalent, maar heeft veel in zichzelf geïnvesteerd.’

Davy Klaassen

‘Ook de Grote Vier hadden na hun stap naar het buitenland aanvankelijk flinke aanpassingsproblemen. Robben, Sneijder, Van Persie en Van der Vaart kwamen in een omgeving terecht waar veel hogere fysieke en mentale eisen werden gesteld. Hun eerste jaren in het buitenland waren niet altijd een feestje. Het was geblesseerd raken, vallen, opstaan, terugvallen en weer aanhaken. Terwijl zij voetballend onze allergrootste talenten waren. Zelfs zij moesten dus getraind en gehard worden in de mores van het internationale topvoetbal. En dan hebben we het over ruim tien jaar geleden, een tijd dat daar nog de gelegenheid voor was. Sindsdien is het gat met het buitenland alleen maar groter geworden.’

‘Spelers uit de Eredivisie moeten zichzelf klaarmaken voor een topcompetitie. Anders heb je daar niks te zoeken’

‘Kijk maar naar het grote aantal Eredivisie-spelers dat buiten de boot valt zodra ze naar het buitenland gaan. Zelfs jongens van wie we denken dat ze er klaar voor zijn. Ik was bij Ajax een groot fan van Davy Klaassen. Maar ik vroeg me vaak af of Davy in Nederland voor de volle honderd procent werd uitgedaagd. Het antwoord weten we nu. Niet dus, helaas. Hij is bijna 25 jaar, was aanvoerder van Ajax, international, een constante factor, een voorbeeldspeler; het blijkt niet genoeg om te slagen bij Everton. Of neem Jordy Clasie. Prachtige speler bij Feyenoord, zat bij de Oranje-selectie tijdens het WK. Maar niet genoeg gehard en fysiek ontwikkeld voor Southampton. Steven Berghuis is de beste Eredivisie-speler, een technicus om je vingers bij af te likken, maar bij Watford redde hij het niet. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Spelers uit de Eredivisie moeten zichzelf klaarmaken voor een topcompetitie. Anders heb je daar niks te zoeken.’

'Bundel de kennis die specialisten in Nederland al hebben en leer van de ontwikkelingen in het buitenland’

‘Overigens gaat het niet alleen om de fysieke aspecten. Ook mentaal moet je gereed zijn om de hogere lichaamsbelasting en intensiteit te kunnen dragen. Het is een hardere wereld waarin je terechtkomt. Tussen Italiaanse bikkelaars, Zuid-Amerikaanse broodvoetballers, noem maar op. Onvergelijkbaar met de relatief rustige omgeving in Nederland. Ik heb bij buitenlandse club spelers elkaar tijdens trainingen keihard zien aanpakken, op het veld en daarbuiten. Die intense killersmentaliteit leer je niet aan in Nederland.’

‘In het buitenland hebben clubs veel eerder het belang van fysieke en mentale ontwikkeling onderkend. In Nederland gebeurt op dat vlak nog steeds veel te weinig. Er wordt niet voldoende in geïnvesteerd, er wordt geen gericht beleid op gemaakt, vanuit centrale sturing en visie. Het lijkt erop dat clubs de hoop hebben dat de trainers het oplossen. Terwijl het om zeer specifieke kennis gaat, die ze niet altijd hebben en waar ze niet in zijn opgeleid. Ook in een uitgeholde competitie kun je stappen maken. Het is geen verhaal van kiezen tussen technisch-tactische en fysiek-mentale ontwikkeling. Het zou én-én moeten zijn. Bundel de kennis die specialisten in Nederland al hebben en leer van de ontwikkelingen in het buitenland. Maak beleidsmatige en financiële keuzes die daarbij horen, we hebben de beste infrastructuur om resultaat te kunnen boeken.’

Zelfs Davy Klaassen, een voorbeeldspeler in de Eredivisie, komt tekort in een sterke buitenlandse competitie. Hier tegen Joe Allen van Stoke City.
Zelfs Davy Klaassen, een voorbeeldspeler in de Eredivisie, komt tekort in een sterke buitenlandse competitie. Hier tegen Joe Allen van Stoke City.

‘Nederland past momenteel bescheidenheid. Ik bedoel, het KNVB-rapport over de toekomst van ons voetbal heet Winnaars van Morgen. Zó vaak zijn we geen toernooiwinnaars geweest, toch? Noem het dan De Weg naar Progressie of zoiets. We hebben voor een klein landje mooie dingen laten zien, maar leg die lat nou niet ineens zo hoog. Dat is niet gepast. Op de rokende puinhopen van nu ligt in elk geval een mooie kans een nieuwe weg in te slaan. Ik heb kunnen zien dat er vele wegen naar Rome leiden. Maar dan moet je wel keuzes maken. Als je niet in de auto stapt, de sleutel niet omdraait en je voet niet op het gaspedaal zet, kom je er überhaupt nooit. Dat is de huidige situatie: we zijn stil blijven staan. En we moeten vooruit.’

Gerelateerde artikelen