Het bolwerk FC Groningen brokkelt steeds verder af
De Groene Kathedraal die tijdens wedstrijddagen steeds groener ziet door het almaar groeiende aantal lege stoeltjes.
PRO

Het bolwerk FC Groningen brokkelt steeds verder af

FC Groningen beleeft een rampseizoen, Veldwijk-gate is daarvan het zoveelste bewijs. Volgens directeur Hans Nijland kampt zijn club zelfs met de grootste crisis sinds twintig jaar. Op een korte opleving in het seizoen 2014/15 na bevindt FC Groningen zich op veel vlakken al sinds 2012 in een negatieve spiraal. Voor het eerst lijkt de man die de club mede groot maakte, nu echt de grip kwijt.

‘FC Groningen is nog steeds een grote club.’ Hans Nijland kijkt voor zich uit en herhaalt de zin. De algemeen directeur van wat De Trots van het Noorden was, lijkt vooral zichzelf te willen overtuigen.

Het beeld van de directeur met zijn kop tegen de muur zou er zomaar één van iconische waarde kunnen zijn

Het is zondagmiddag kwart over drie en we spreken een van de markantste figuren uit het Nederlandse voetbal voor de wedstrijd tegen ADO Den Haag in het NoordLease Stadion. We vragen hem om een reactie nadat we de gehele week met tientallen mensen van binnen en buiten de club over de teloorgang van zijn FC Groningen hebben gesproken. Als we stellen dat FC Groningen qua toeschouwersaantallen weer op het niveau van Het Oosterpark zit, reageert supporter Nijland als door een adder gebeten. ‘Absoluut niet waar, we hebben nog altijd zestienduizend fans in het stadion.’

We merken aan Nijland, net als aan de onrust bij iedereen in het stadion, dat er heel veel druk op het duel met ADO staat. Er is dit seizoen ook zo onwaarschijnlijk veel gebeurd bij FC Groningen. Maar de gifbeker blijkt nog lang niet leeg.

Veldwijk-gate

In een niet eens zo heel ver verleden droomde Nijland over een extra ring op het stadion, een begroting van meer dan 25 miljoen euro, voorzichtig over de titel en een aanval op de traditionele topdrie. Dit seizoen werkt zijn club met een budget van 16,8 miljoen euro, het laagste in tien jaar. Afgelopen zondag speelde zijn Groningen voor nog geen twaalfduizend toeschouwers tegen ADO een van de slechtste wedstrijden in zijn bestaan. De enige winst is dat de club niet verliest: 0-0. ‘Faber rot op!’, scandeert een groot deel van het publiek langdurig. En vervolgt met: ‘Danny, Danny, Danny, Danny Buijs…’

De 35-jarige oud-prof had eerder deze week (samen met assistent Hennie Spijkerman) moeten worden gepresenteerd als de opvolger van de vertrekkende Ernest Faber. Maar de affaire-Veldwijk verpest die goednieuws-show. Lars Veldwijk weigert namelijk in te vallen. De spits heeft bijna veertig minuten warmgelopen – nou ja, een beetje gehobbeld en wat gezwaaid naar bekenden – en heeft dan geen zin meer om de laatste minuten mee te doen.

Spits Lars Veldwijk die in plaats van veel doelpunten FC Groningen vooral veel onrust heeft gebracht.
Spits Lars Veldwijk die in plaats van veel doelpunten FC Groningen vooral veel onrust heeft gebracht.

Dat is tenminste de lezing van Faber. Later op de avond meldt Veldwijk doodleuk dat hem niet is gevraagd in te vallen. Nijland en Faber hebben dan al vloekend en foeterend tegenover elkaar gestaan in de catacomben van het stadion. Dat de situatie onhoudbaar is geworden, is klip en klaar. Op maandagmiddag wordt Veldwijk uit de A-selectie verwijderd en teruggezet naar Jong FC Groningen..

Veldwijk-gate is het zoveelste incident in dit voor FC Groningen in alle opzichten rampzalige seizoen. Schrijft u even mee: FC Groningen staat dertiende en moet clubs als PEC Zwolle, VVV-Venlo, ADO Den Haag, Excelsior en Heracles Almelo met een veel lagere begroting boven zich dulden. De komende maanden moet de club met een te jonge selectie, die niet in balans is, degradatievoetbal spelen. Het stadion raakt leger en leger en de begroting wordt lager en lager. Het gat in die begroting was over afgelopen seizoen 2,2 miljoen euro. De zaak Mahi-Veldwijk wierp lang een schaduw over dit seizoen. Mimoun Mahi en Oussama Idrissi werden uit de selectie gezet, van een eenheid in die selectie is al veel langer geen sprake en in Ernest Faber heeft FC Groningen opnieuw een trainer die er niet in slaagt het stadion met spectaculair voetbal vol te spelen. De Brabantse coach heeft het laagste winstpercentage sinds Theo Vonk in 1993/94.

Ook Ernest Faber slaagt er niet in het stadion met spectaculair voetbal vol te spelen. De coach heeft het laagste winstpercentage sinds Theo Vonk in 1993/94

Faber lijkt nog altijd zoekende, wisselt veel in zijn basiselftal en veranderde dit seizoen, net als het in het vorige overigens, van systeem om zijn ploeg aan de praat te krijgen. Faber en technisch manager Ron Jans kunnen na de laatste transferwindow, waarin vier spelers vertrokken en er slechts één voor terugkwam, nog maar moeizaam door één deur. Van de doelstelling, het halen van de play-offs, wordt begin februari door Jans publiekelijk en plotseling afscheid genomen. Tussen Jans en Gerard Kemkers is er ruis over bevoegdheden. De opleiding is op dit moment in handen van de voormalige schaatscoach en niet van de nieuwe technisch manager. Binnen de selectie zijn er sowieso vraagtekens over de rol van Kemkers, die eerder al stelde dat er niet hard genoeg wordt getraind bij FC Groningen en dat er geen topsportklimaat heerst. En tot overmaat van ramp zag Nijland Alexander Sørloth, die bij FC Groningen weg moest, voor ruim tien miljoen euro van FC Mydtjylland naar Crystal Palace gaan.

Kop d’r Veur

Niet voor niets zei Nijland eerder dit seizoen dat FC Groningen in de grootste sportieve crisis van de afgelopen twintig jaar zit. Kop d’r veur is een gevleugelde uitspraak in Groningen. Het wil zoveel zeggen als kop omhoog als er problemen zijn. Maar na de verloren wedstrijd tegen Vitesse stond Nijland in de catacomben van Gelredome letterlijk met de kop tegen de muur. Het lichaam wat gebogen, handen boven het hoofd. Nijland weet het zelf ook even niet meer en dat is voor het eerst.

In zijn nieuwsbrief voor het duel met ADO bezigt de directeur een aantal clichés dat totaal niet bij hem past: ‘We moeten van wedstrijd naar wedstrijd leven en de rest van de competitie karakter tonen. Daar hebben we iedereen keihard bij nodig.’ Het is als de trainer die tegen zijn spelers continu het nietszeggende kom op! schreeuwt. Iedereen weet dan dat er een trainer schreeuwt die het niet meer weet… Maar de problemen zitten dieper dan alleen maar weer een matig seizoen vol onrust en relletjes. Nijland weet het, al zal hij het niet snel hardop zeggen. Het beeld van de directeur met zijn kop tegen de muur zou er daarom zomaar één van iconische waarde kunnen zijn.

Het gezicht van Hans Nijland staat al een tijdje op zorgelijk.
Het gezicht van Hans Nijland staat al een tijdje op zorgelijk.

Voor een analyse van de problemen gaan we terug naar 2012. Op de Euro Club Index (ECI) – een ranglijst van alle clubs uit de hoogste divisies in Europa – zien we dat er totdat jaar helemaal niets aan de hand is met FC Groningen. Het ging in alles fantastisch. Vanaf de oplevering van Euroborg in 2006 schoot de FC omhoog in de ranking. In januari 2012 had de club van Nijland nog een ECI-score van 2.296 en stond ze op de 111de plaats op de lijst. Vanaf dat moment is het – op een korte opleving in 2014/15 na – alleen maar bergafwaarts gegaan. Vijf jaar na het meetmoment in 2012 staat FC Groningen met een ECI-score van 1.711 op de 276ste plaats.

Wat is er fout gegaan? Het is een vraag die eigenlijk heel makkelijk is te beantwoorden. Door het succes van Euroborg kon FC Groningen financieel flink groeien. Er konden daardoor spelers gehaald worden uit een duurder segment. Zodoende zagen fans goede voetballers als bijvoorbeeld Luis Suárez, Dusan Tadic, Filip Kostic, Andreas Granqvist en Tim Matavz schitteren. De Groene Kathedraal werd een schier onneembare veste en de verwachtingen bij de achterban werden torenhoog. Nijland wilde, als de bluffer die hij soms toch is, zijn supporters niet teleurstellen en ze laten geloven dat FC Groningen nog altijd die club uit die gouden tijd is.

Door vier spelers te laten gaan en enkel Deyovaisio Zeefuik terug te huren, speelt de clubleiding casino-voetbal. Het gokt erop dat het wel goed komt

Maar dat is niet meer zo. Dat zien de fans ook. Ergens komen is niet zo moeilijk, ergens blijven wel. Dat lijkt Nijland en FC Groningen niet langer te lukken. Leg de selectiefoto’s van de laatste tien jaar naast elkaar en je ziet dat het Groningse keurkorps ieder seizoen wordt afgeroomd. Het is veelzeggend dat FC Groningen over de maand januari na Lille en NAC Breda het jongste basiselftal (23,15 jaar) van Europa had.

Eerst teisterde de economische crisis ook de voetbalwereld, die vervolgens op financieel vlak zo snel veranderde dat de pareltjes voor een club als FC Groningen onbetaalbaar werden. Zat Hans Nijland jaren geleden met technisch manager Henk Veldmate voor Luis Suárez alleen op de tribune in Montevideo, nu zitten de scouts van FC Groningen met veertig concurrenten naar de talenten van de toekomst te kijken.

Private investeerders

Met Veldmate is direct een pijler onder de gouden periode van de FC genoemd. Nijland zelf is er natuurlijk ook één, maar ook Ron Jans, Erik Mulder en superscout Grads Fühler mogen niet onbenoemd blijven. Mulder was financieel directeur – hij zit nu in de rvc van de KNVB – en een van de drijvende krachten bij de totstandkoming van Stadion Euroborg. Veldmate en Mulder gaven de emotionele en extraverte Nijland een gezonde en juiste dosis tegengas. Het zorgde ervoor dat Nijland in zijn kracht kwam. Jans vertrok in 2010. Mulder en Fühler gingen in 2012 weg, een paar jaar later gevolgd door Veldmate. Het resulteerde erin dat Nijland volgens de betrokkenen een periode lang te veel ja-knikkers om zich heen had en een rvc die de rol van Mulder en Veldmate niet kon overnemen.

Veldmate had natuurlijk ook een aantal missers op zijn naam, maar met zijn aan- en verkoopbeleid verdiende hij van 1998 tot aan 2014 ongeveer 37 miljoen euro voor FC Groningen. Geld dat de club niet één-op-één kon herinvesteren in de selectie. Een periode lang keerde de club grote rendementen (tot wel twintig procent) uit aan lachende investeerders en Nijland heeft tot op de dag van vandaag de verkoop van spelers nodig om gaten in de begroting te dichten.

Hem zo te zien worstelen is niet prettig en Hans Nijland staat misschien wel voor de grootste uitdaging sinds zijn aantreden als directeur

Kijkend naar de prestaties sinds de verhuizing naar Euroborg, dan is FC Groningen een van de meest stabiele clubs in de Eredivisie. In de laatste elf jaar eindigde de club slechts één keer niet bij de eerste acht. Dit seizoen zal dit voor de tweede keer gebeuren. Nijland zelf weet dat als de begroting niet richting de twintig miljoen gaat, dat plaatsen voor de play-offs in de toekomst nagenoeg onmogelijk zal worden (zie kader onderaan). De algemeen directeur beseft dat hij nauwelijks nog kan concurreren met FC Utrecht en Vitesse. Suikeroom Frans van Seumeren en de Rus Alexander Chigirinskiy pompen miljoenen in die clubs en de gaten in de begroting worden er sneller gedicht dan de rits van een broek. Niet voor niets filosofeert Nijland hardop over private investeerders – hij was er in het verleden een fervent tegenstander van – en het uitgeven van aandelen.

Veldmate’s opvolger Peter Jeltema was wellicht niet helemaal op zijn plek als technisch manager, maar hij was gezien de veranderende voetballerij ook niet te benijden. Jeltema, hij is inmiddels naar de KNVB vertrokken, moest aan de mede door Nijland gecreëerde hoge verwachtingen bij de fans blijven voldoen met steeds minder geld. FC Groningen bevindt zich in een negatieve spiraal waar het maar moeilijk uit komen is. Minder geld = mindere spelers = mindere prestaties. Mindere prestaties zorgen ervoor dat de tv-gelden teruglopen en supporters en sponsors weglopen. Dat zorgt weer voor minder inkomsten, enzovoort, enzovoort. FC Groningen verkocht dit seizoen slechts 10.300 seizoenkaarten. Het enige dat gelijk bleef is het torenhoge verwachtingspatroon bij de achterban.

De achttienjarige Tom van de Looi is een van de Groningse jeugdproducten die de club van een stabiele toekomst moeten verzekeren.
De achttienjarige Tom van de Looi is een van de Groningse jeugdproducten die de club van een stabiele toekomst moeten verzekeren.

Wel was clubman Jeltema een verbinder en hij initieerde de fluwelen revolutie samen met Gerard Kemkers. Jeltema erkende de problematiek en wist als eerste dat het anders moest. Beter opleiden. FC Groningen moet het van de jeugd hebben als het uit de problemen wil komen. Het vertrek van Jeltema is in die zin een probleem. Er is onrust in de top van de club en twee stromingen lijken een beetje tegenover elkaar komen te staan. Kemkers wil, met behulp van wetenschap, data en het Topsportzorgcentrum een topsportklimaat over de gehele club uitrollen, waarin veel meer wordt geëist van iedereen. Daartegenover staan de echte voetbaljongens die het op hun manier willen doen.

Bliksemafleider

FC Groningen heeft dus behoefte aan een sterke ervaren technisch manager die met zijn scouting de pareltjes nog wel weet te vinden en die de verschillende stromingen kan verenigen. Een type-Gerard Nijkamp of -Nico-Jan Hoogma die dit met minder geld bij respectievelijk PEC Zwolle en Heracles Almelo wel lukten. In dat licht bezien is het onlogisch dat Nijland bij Ron Jans uitkwam als de nieuwe technisch manager. Nijland, als uitstekend bespeler van de sentimenten bij de achterban, weet dat Ron Jans een prima bliksemafleider is. Hij is sympathiek, heeft veel succes gehad als trainer en ligt door zijn eerste periode bij FC Groningen heel goed bij de kritische supporters. Wellicht dat hij het kan worden, maar een goede, ervaren technisch manager is Jans nog niet. Hij heeft niet het netwerk dat FC Groningen direct nodig heeft.

Hoofdscout Carlos Aalbers zou hem daarin goed kunnen bijstaan. Hij is duidelijk nog zoekende in zijn rol. Jans zit als technisch manager heel dicht op de spelersgroep en de technische staf en komt geregeld in de kleedkamer voor ondersteuning. Dat dit in het Nederlandse voetbal hoogst ongebruikelijk is, deert Jans overigens niet. Zoals hij er geen probleem in ziet bij Studio Voetbal als analyticus aan tafel te verschijnen, terwijl zijn eigen club toch redelijk in brand staat.

Mede door de affaire-Veldwijk is het begin van Jans in zijn nieuwe rol moeizaam te noemen. Hoewel het volgens hem een clubbeslissing was, werkte hij bij PEC Zwolle eerder samen met de spits en kwam de aanvaller toch mede door hem binnen. Er lagen echter genoeg scoutingsrapporten over Veldwijk die niet positief waren. Naar nu blijkt terecht. Het zorgt direct voor een spanningsveld binnen de club.

Het is duidelijk dat Nijland, Jans en wellicht ook Kemkers vanaf volgend seizoen met een compleet nieuwe staf een nieuwe, frisse start willen maken. Assistent-trainer Marcel Groninger wordt daarvan het voornaamste slachtoffer. Het moet het vertrekpunt van een op termijn nieuwe bloeiperiode in de Eredivisie worden. In het gesprek dat we met Nijland voerden voor het duel met ADO, zei de directeur dat FC Groningen het zich in financieel opzicht absoluut niet kan permitteren in de Jupiler League te voetballen. Toch lijkt het erop dat zijn club de komende maanden degradatievoetbal moet gaan spelen. En dat is met deze te jonge selectie haast ondoenlijk. Door vier spelers te laten gaan en enkel Zeefuik terug te huren, speelt de clubleiding gezien de precaire sportieve situatie casino-voetbal. Het gokt erop dat het wel goed komt.

De eens zo trotse club uit het noorden is een middenmoter die minder naar boven en steeds meer naar beneden moet kijken

Als dat lukt dan moet de club heel snel aan goed verwachtingsmanagement bij de snel slinkende achterban gaan doen. Nijland kan het niet over zijn hart verkrijgen het uit te spreken, maar FC Groningen is geen subtopper meer. De eens zo trotse club uit het noorden is een middenmoter die minder naar boven en steeds meer naar beneden moet kijken. Nijland moet daarom de druk bij de nieuwe staf weghalen en niet meer over ‘de hut vol spelen’, ‘spectaculair voetbal’ en de ‘play-offs halen’ reppen. De talentvolle jonge spelers uit de opleiding vormen niet alleen de spaarzame lichtpuntjes in donkere tijden, maar zijn op termijn ook de redding voor FC Groningen. Maar een kenmerk van talent is dat het grillig en wisselvallig is, deze jongens mag je niet opzadelen met een irreëel verwachtingspatroon. De realiteit verkondigen levert bovendien meer sympathie op dan gouden bergen schetsen.

Hans Nijland ademt, eet, slaapt en droomt FC Groningen. Hij heeft terecht heel veel krediet bij de supporters, omdat hij de club ruim twintig jaar geleden uit het slop trok en er vanuit de Eerste Divisie een stabiele subtopper in de Eredivisie van maakte. Als streetwise, selfmade man heeft de ondernemer het Nederlandse voetbal kleur en het voetbal in Noord-Nederland smoelwerk gegeven. Dat standbeeld voor hem zal er op termijn dan ook zeker komen. Of de directeur schuldig is aan de daling in begroting, verkeerde keuzes in trainers, het povere spel, de magere prestaties, de lange reeks falende spelers en de almaar dalende toeschouwersaantallen, is iets waar je over kunt discussiëren. Dat hij er verantwoordelijk voor is, valt niet te ontkennen. Hem zo te zien worstelen is niet prettig en Hans Nijland staat misschien wel voor de grootste uitdaging sinds zijn aantreden als directeur: de club niet achterlaten zoals hij haar heeft gevonden…

De neergaande lijn van FC Groningen. De rode lijn is de Euroclub-index, de groene is de stand op de clubranglijst.
© bron: euroclubindex
De neergaande lijn van FC Groningen. De rode lijn is de Euroclub-index, de groene is de stand op de clubranglijst.


Hans nijland: ‘Ik ben verantwoordelijk’

‘Als je de wind niet kunt veranderen, moet je de stand van de zeilen wijzigen.’ Met deze oneliner begint Hans Nijland lachend ons gesprek. Het is zoals we de directeur kennen, het liefst spiegelt hij zijn gehoor een positief beeld voor. Het briefje dat hij ontvouwt heeft daarom iets aandoenlijks. ‘Kijk, liefst zeventien procent rendement als je de transferbalans vanaf de komst van Euroborg tot nu neemt.’ Gaandeweg het gesprek wordt de directeur steeds realistischer en uit hij zijn zorgen. Hij heeft natuurlijk gelijk als hij zegt dat veel meer clubs met teruglopende toeschouwersaantallen en dalende budgetten kampen. Maar Nijland moet het zien om te draaien. ‘Ik kan niet ontkennen dat het allemaal een stuk minder sprankelend is dan in de beginjaren van de Euroborg. Die transitie destijds heeft ons een enorme boost gegeven. We hebben succes gehad, mooie voetballers voorbij zien komen en we hebben het publiek verwend. Misschien heb je gelijk en zijn we wel slachtoffer van ons eigen succes geworden. Maar we zijn ook, op één jaar na, steeds bij de eerste acht geëindigd. En we doen het nog steeds op eigen kracht, dat heeft zijn charme, maar het neemt niet weg dat clubs als Groningen en Heerenveen het lastig hebben. Dat zie je terug in prestaties, dalende budgetten en toeschouwersaantallen. Maar ik ben verantwoordelijk en mag er ook op worden afgerekend.’

‘Deze situatie doet me pijn en je kantelt het niet zomaar eventjes. Toen we de beker wonnen, verkochten we tweeduizend seizoenkaarten meer. Maar na één jaar waren we ze ook weer kwijt. We zijn niet in staat die supporters te binden. Dat moet met het voetbal gebeuren. Het interview dat ik een paar weken geleden in VI gaf, heeft een hoop los gemaakt. Komende zondag praten we met supporters en sponsors verder over de toekomst van de club en dan komt het onderwerp private investeerders of aandelenuitgifte ook zeker aan bod.’

Nijland geeft aan dat FC Groningen zich op een tweesprong bevindt. ‘Waar gaan we naartoe met de club? Als wij bij de eerste acht willen blijven spelen, moet het budget omhoog naar minimaal twintig miljoen euro. Als wij niet meer bij de eerste acht kunnen spelen, is Groningen geen subtopper meer. Er zit ook een goede ontwikkeling in. We zien steeds meer, zoals bij AZ en Heerenveen, dat jongens uit de eigen opleiding in het eerste elftal staan.’

Dan moeten de verwachtingen ook omlaag, want talent is grillig.

‘Dat weet ik, maar we bedrijven wel topsport en we kunnen met een goede mix goede resultaten blijven neerzetten. Aan de play-offs wil ik niet denken. Ik ben een positivo. Maar als wij degraderen is dat een sportieve en financiële catastrofe. Maar niet het einde van de club. Nooit.’

Een deel van de achterban heeft er weinig vertrouwen meer in.
Een deel van de achterban heeft er weinig vertrouwen meer in.
Gerelateerde artikelen