Erik ten Hag maakte zich in november 2017 grote zorgen over het opleiden van talent en de staat van het Nederlandse voetbal. Volgens de huidige trainer van Ajax school het probleem onder meer in competitiestructuur. Hoe is dat nu?
In deze serie in de week waarin we uitgebreid aandacht besteden aan Nederland opleidingsland confronteren we mensen uit de voetballerij met hun eerdere uitspraken over opleiden.
Erik ten Hag, november 2017:
1. ‘Kijk naar de Nederlandse jeugdteams. Tot Oranje Onder-17 doen we mee met de top, daarna is er een groot probleem. Dat ligt aan een aantal factoren, zoals competitiehardheid. Er is te weinig weerstand. Kun je niet altijd iets aan doen, de Eredivisie is zo gedevalueerd dat de beste spelers te snel vertrekken, maar dan heb je nog de beloftenteams. Vanaf 2006 heb ik binnen het CBV gestreden die in de voetbalpiramide te krijgen. En nu we dat voor elkaar hebben, werpen we weer zelf een barrière op doordat clubs niet kunnen degraderen uit de Jupiler League’
U constateerde dit probleem bijna drie jaar geleden al. Is er naar uw mening iets ten goede gekeerd?
‘Nee! De verankering tussen betaald en amateurvoetbal ontbreekt nog steeds. Amateurs willen of kunnen het zich niet veroorloven om te promoveren naar het betaalde voetbal. Hierdoor ontbreekt de prikkel van een promotie-/degradatieregeling en daardoor zijn er te weinig wedstrijden waar de belangen groot zijn en teams en spelers worden uitgedaagd om fysieke en mentale grenzen te verleggen.’
2. ‘We hebben nu zo veel beloftespelers die niet goed worden opgeleid of in ieder geval zonder weerstand. Dat kan toch niet? Hier voelen we de komende tien jaar de gevolgen van. Ieder jaar dat we het op deze manier doen, verspillen we talent.’
In het verlengde: de verspilling van dat talent gaat dus gewoon nog door?
