Meteen na het gelijkspel van Feyenoord in Zwolle stond de mental coach van die ploeg in de kleedkamer. Dat was de volgende dag nieuws in de kranten. Het zegt alles over hoe we in Nederland nog steeds tegen mentale begeleiding in het voetbal aankijken. Vaak wordt het afgedaan als kletskoek van witte jassen. Toegegeven: tijdens mijn eigen spelerscarrière had ook ik er mijn bedenkingen bij. Maar in de loop der jaren is dat veranderd. Het verlagen van druk en stress kan een handvat zijn waaraan spelers zich kunnen vastklampen. Het gaat erom dat je tijdens stressmomenten moet kunnen terugvallen op de overtuiging dat je goed bent in wat je doet. Dat je onder alle omstandigheden kunt vertrouwen op de kwaliteiten die je hebben gebracht waar je staat. Daarom snap ik dat Feyenoord zijn mental coach in deze spannende fase dicht bij de spelersgroep betrekt. Het zou pas raar zijn als ze dat níét zouden doen.