De bal stopte in maart ineens met rollen. Lieke Martens pakte het vliegtuig naar Nederland en kwam als herboren uit de quarantaine. Vrijdag gaat het dreamteam van de Oranje Vrouwen zich tegen Estland bij winst plaatsen voor het EK in Engeland. Een feestje zonder de enorme schare supporters. ‘Daarom zijn we extra gemotiveerd om voor onze fans vrijdag echt een mooie wedstrijd op de mat te leggen.’
De agenda oogde al veelbelovend. De Olympische Spelen in Japan in 2021, het EK in Engeland met een finale op Wembley in 2022, het WK in Australië en Nieuw-Zeeland in 2023. Maar nu Nederland zich samen met België en Duitsland kandidaat stelt voor het WK 2027 is daar nog een toernooi aan de horizon, waar het bloed sneller van gaat stromen.
Martens heeft geen idee of ze dan nog speelt, maar is wel erg enthousiast over het idee. ‘Ja natuurlijk, dat is voor onze fans geweldig. Nederland is wat te klein geworden om het alleen te organiseren maar je zag bij het WK al hoe makkelijk tienduizenden mensen richting Noord-Frankrijk kwamen. Ik heb in Zweden en Spanje zo vaak acht uur in de bus gezeten. Nederland is zo klein dat sommige mensen het al ver vinden als ze dik twee uur in de auto zitten van noord naar zuid.’
Ze is net weer terug uit Barcelona waar ze een flitsende competitiestart beleefde en koploper is met haar club. Ze heeft het naar haar zin, maar komt altijd pas echt thuis als de banden van het vliegtuig Schiphol raken. Of als ze haar autootje door de Zeister bossen stuurt. Als de vrouwen van Oranje zich weer eens melden aan de Woudenbergseweg voor een Oranje-weekje is het altijd feest. Tijd om bij te kletsen, tijd om de familie weer even te zien en bovenal weer het veld in te mogen op weg naar de zoveelste overwinning.