
VI-columnist Frank Heinen laat weten hoe Oranje wereldkampioen kan worden.
Het is al na middernacht als Pierre van Hooijdonk de voordeur opent. In de schemerige vestibule ziet hij twee voeten, op de onderste tree van de trap. Die voeten zijn de voeten van zijn vrouw, die de auto moet hebben gehoord en nu in een ochtendjas op de trap op hem zit te wachten.
‘Hoe was het?’, fluistert Pierre.
‘Goed’, fluistert zijn vrouw terug.
‘Ook dat over dat uitfluiten?’ Er trilt twijfel in zijn stem.
‘Juist dat over dat uitfluiten. Ik dacht bijna dat je het meende.’
Ik luister graag naar Pierre van Hooijdonk. Hij lijkt in zoverre op een wetenschapper dat hij geregeld plompverloren iets zegt waar ik geen touw aan kan vastknopen, maar dat ik onmiddellijk voor waar aanneem. Bij de meeste voetbalanalisten is dit andersom. Dus toen Van Hooijdonk vorige week, in de rust van Nederland – Spanje, beweerde het geen punt te vinden dat Dean Huijsen werd uitgefloten, ging ik op zoek naar de diepere logica.