Justin Kluivert baalde afgelopen weekend stevig met zijn vader mee, maar uiteindelijk kon er toch nog een glimlach vanaf. Nog geen etmaal zat er tussen de uitschakeling van Indonesië voor het WK en zijn eigen 4-0 zege met Oranje op Finland. In die korte tijd was hem duidelijk geworden hoe hard de klap in de voormalige Nederlandse kolonie was aangekomen. 'Ik heb mijn reacties op social media even een weekje uitgezet', vertelde Kluivert junior in de Johan Cruijff Arena. 'Ik kreeg ook al die Indonesische voetbalfans op mijn dak. Ik hoef geen Kluivert out onder mijn gezinsfoto’s te zien.'

Dat de aanvallende middenvelder zijn betoog alsnog met een positieve noot afsloot, was te danken aan de verslaggever van ESPN in Amsterdam. "Kluivert out bij Indonesië, Kluivert in bij Oranje", hield die hem voor. 'Dat is een goeie', reageerde de aanvallende middenvelder. 'Ach ja, over een paar weken is het wel weer over gewaaid.'

Het ging zelfs sneller dan dat. Vijf dagen nadat Saoedi-Arabië en Irak de WK-droom van Indonesië hadden opgeblazen, hakte de voetbalbond de knoop door en maakte het vertrek van Patrick Kluivert en zijn Nederlandse staf wereldkundig. Dat gebeurde na wat bondsvoorzitter Erick Thohir een grondige evaluatie noemde. Waarin opportunisme het uiteindelijk won van realisme.