
Timnas Indonesia speelt vanmiddag de cruciale WK-wedstrijd tegen Bahrein. Met de intocht van genaturaliseerde spelers en een Nederlands kader, wil Indonesië het nationale voetbal in de vaart der volkeren omhoog stuwen. VI volgde het team de afgelopen week op de voet.

Het was in Sydney half acht in de ochtend, toen Eliano Reijnders zijn broer in Oranje raak zag schieten tegen Spanje. De ene had met Indonesië net klop gehad van Australië, de andere liep juichend over het veld van De Kuip. Eliano had een vergelijkbare schietkans gekregen, in de slotfase van zijn interland. Voormalig AZ-doelman Mathew Ryan voorkwam een doelpunt.
De oudste Reijnders herinnerde zijn broertje daar fijntjes aan, toen ze tussen beide wedstrijden door contact hadden. ‘Het eerste bericht van Tijjani was: Je had moeten scoren man!’ Ryan heeft bij AZ met Tijjani gespeeld en na afloop vroeg ik hem nog hoe hij die bal nou kon tegenhouden. Hij lachte en zei dat het nou eenmaal zijn job is. Tsja, dan moet ik maar beter schieten.’
'Het eerste bericht van Tijjani was: Je had moeten scoren man!'
Reijnders doet zijn verhaal op de bovenste verdieping van het spelershotel in Jakarta. Het uitzicht is betoverend, zeker in de avond, als de bontgekleurde verlichting de skyline in vuur en vlam zet. Jakarta heeft veel gezichten. Meteen na aankomst grijpt de dynamische hoofdstad je vast en laat niet meer los. Dat begint bij het permanente verkeersinfarct. Het inwonersaantal van de binnenstad is de laatste decennia explosief gestegen, van anderhalf miljoen in 1950 tot twaalf miljoen anno nu. De grootstedelijke metropool, inclusief voorsteden, herbergt inmiddels 33 miljoen mensen.