
In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week over de knotsgekke voetbalcompetitie van Dries Mertens en Jan Vertonghen.
Het is avond in de haven van Antwerpen. Er komen rookpluimen uit de schoorstenen en boten varen af en aan. Wat weinig mensen weten is dat er hier de laatste tijd een geheim voetbaltoernooi heeft plaatsgevonden. Een competitie die mede is uitgedacht door Dries Mertens en Jan Vertonghen, waarbij werkelijk niets onmogelijk is. Soms kunnen spelers tijdelijk scoren met de hand, sporadisch zijn er twee ballen in het veld en soms kan een trainer zichzelf het veld insturen om een strafschop binnen te knallen.
Voetbal International kreeg een kijkje achter de schermen bij het televisieprogramma Masters of Madness.

Ex-Ajacied
Vertonghen strompelt op krukken de Antwerpse industriële hal binnen. Om hem heen laten spelers zich losmasseren op massagetafels en halen cameramensen en toeschouwers een hapje eten bij een foodtruck. Vertonghen is op de training van Anderlecht geblesseerd geraakt aan zijn enkel en komt even een kijkje nemen bij zijn eigen competitie.
De Belg legt uit dat het idee ontstond, omdat het voetbal volgens hem wel wat spannender kan. ‘Als ik een wedstrijd op televisie kijk, zit ik er zelf ook nooit negentig minuten helemaal in’, vertelt de recordinternational van de Rode Duivels. ‘Ik zit ondertussen altijd op mijn laptop, telefoon of maak een praatje met iemand. Ik kijk weer als er iets interessants gebeurt, maar eigenlijk gebeurt er tachtig tot negentig procent van wedstrijd vrij weinig.’
'Mijn vrouw en kinderen zijn hier nu ook en die hebben nog nooit zo veel naar voetbal gekeken. Als ze op de tribune zitten bij Anderlecht of de Rode Duivels, zijn ze een stuk minder geïnteresseerd'
Vertonghen kan een lachje niet onderdrukken. ‘Mijn vrouw en kinderen zijn hier nu ook en die hebben nog nooit zo veel naar voetbal gekeken. Als ze op de tribune zitten bij Anderlecht of de Rode Duivels, zijn ze een stuk minder geïnteresseerd.’ Als prof verwondert hij zich er ook regelmatig over hoeveel speeltijd er verloren gaat, bijvoorbeeld wanneer keepers de bal veel langer dan zes seconden in hun handen houden. ‘Ik heb daar scheidsrechter Björn Kuipers ook weleens over aangesproken’, vertelt hij. ‘Hij legde uit dat ze zelf ook niet zo goed weten wat ze ermee aan moeten. Officieel moeten ze een indirecte vrije trap geven. Ik geloof dat ze nu gaan testen om in zo’n geval een corner te geven.’
Bij zijn eigen concept stopt de tijd in ieder geval wanneer het spel stilligt. Op de achtergrond klinkt getoeter, kabaal en applaus. ‘We zijn begonnen volgens mij’, zegt Vertonghen, terwijl hij op z’n krukken richting de arena hinkt. Tussendoor moet hij een aantal keer stoppen voor een selfie, voordat hij aankomt bij een terracottakleurig kunstgrasveld, met eromheen een van steigers gebouwd stadion. Achter de doelen branden grote letters M en overal bewegen lichten. Toeschouwers moeten niet epilepsie-gevoelig zijn, want het is alsof de potjes in een flitsende nachtclub worden afgewerkt.
