'Dan ben je een keihard fenomeen, als je een uur te laat komt bij Van Gaal'
PRO

'Dan ben je een keihard fenomeen, als je een uur te laat komt bij Van Gaal'

Geinig allemaal, veertien pagina’s duiding over een eventuele 5-3-2-opstelling, hartstikke leuk om te weten of Heracles Almelo met de punt naar rechts speelt en het is alleen maar winst als je voortaan weet dat de grasmeester van Liverpool iedere zondagochtend een schaap scheert voordat hij het gras maait. Maar de stukken die ik in VI zes keer lees, steeds maar weer opnieuw, pang, weer bij het begin beginnen en nog een keer al die lettertjes lezen, dat zijn de stukken over Ooit Geweldige Voetballers.

Deze column is afkomstig uit de nieuwste VI. Bekijk hier wat er nog meer in de laatste editie staat!

Het gaat mij, denk ik, om het contrast. Op bladzijde 17 lees je dat de spelers van Sparta meewerken aan een nieuw experiment. Ze dragen tijdens trainingen een speciale klem op de tepels, waarmee de trainer kleine elektrische schokjes door het lichaam kan laten razen.

Louis van Gaal is een levend fluitje. Hij hoeft alleen maar naast een veld te verschijnen en spelers en bestuurders maken zich zo klein mogelijk

De zogenoemde geconditioneerde reflex. Zo leren ze beren dansen. Je zet ze op een hete plaat en daarna blaas je op een fluitje. Na verloop van tijd doen ze de poten voor de zekerheid op en neer als ze een fluitje horen. Louis van Gaal is een levend fluitje. Hij hoeft alleen maar naast een veld te verschijnen en spelers en bestuurders maken zich zo klein mogelijk.

Die ontwikkelingen volg ik graag en VI zit daar bovenop, maar godzijdank wordt er bijna ieder nummer een Ooit Geweldige Voetballer geïnterviewd. Vanochtend las ik op de website een paar keer achter elkaar een interview met Daniel da Cruz Carvalho. Dat is geen blinde gebedsgenezer uit El Salvador, maar de knapste oud-Ajacied ooit. Zijn roepnaam: Dani.

De teloorgang van het lichaam ontroert mij, maar ik trek mij er ook aan op. Dani is een man geworden die vlak voor je in een Portugese banketbakkerij vier roombroodjes naar binnen staat te werken. Hij heeft geleerd zich neer te leggen bij zijn nieuwe uiterlijk. Dat is zelfs Diego Maradona uiteindelijk gelukt. Hij moest door vier familieleden en lijfwachten de televisiestudio in worden getild, maar zodra er een rood opnamelampje ging branden, veranderde hij weer in een geile salsa-danser.

Voor de allerjongste lezertjes onder u: Dani was schandalig knap. Een jongen die je normaliter alleen in reclames voor een nieuwe eau de toilette ziet. Types als Dani hangen nu halfnaakt onder een luchtballon, kussen een vrouw die je zelf alleen ooit eens een keer in de verte voorbij hebt zien lopen, ze vegen de bloedrode lippenstift van hun mond, kijken – met wat druppels zweet tussen de borsthaartjes – recht in de camera en daarna zegt een zwoele, hese stem: ‘Sweat Andalous, the new fragrance of Decadance.’

Ik gloei van verlangen. Niet naar Dani's lichaam, maar naar de tijd waarin jongens als hij nog bij Ajax voetbalden

Dani is nu analyticus bij een Portugese tv-zender, maar wie de ware Dani wil leren kennen, MOET het artikel lezen dat ik op de website van VI las. Ik gloei van verlangen. Niet naar zijn lichaam, maar naar de tijd waarin jongens als Dani nog bij Ajax voetbalden. Ik verlang intens naar een paar spelers die de trainingen en de wedstrijd als een noodzakelijk kwaad zien. Belachelijk getalenteerde mooiboys die zich geen moer aantrekken van de trainer en daar, jaren later, niet verbitterd op gaan terugkijken.

Ik lees in het interview dat Dani bekendstond om zijn notoire te laat komen. Ik bedoel dan niet klaarkomen. Dat zat wel goed. Ik bedoel: te laat op een training komen. Niet met gierende bandjes zijn dure sportwagen naast het trainingsveld parkeren en drie minuten te laat de kleedkamer binnenlopen, maar een uur. Bij Louis van Gaal. Nu ik het opschrijf, lopen de rillingen al over mijn rug. Dan ben je een keihard fenomeen, als je een uur te laat komt bij Louis van Gaal.

Deur van de kleedkamer opengooien en midden in een bespreking binnenlopen. Louis meteen vlak voor hem. ‘Ha, mister Dani, met de confetti van gisteren nog in je wenkbrauw. Hoe laat is het, meneer Dani? Waar hebben we het aan verdiend dat u ook nog even langskomt?’

Daarna een goudeerlijk verhaal van Dani over een blonde vrouw die ’s nachts opeens op zijn balkon stond en steeds maar op zijn slaapkamerraam bleef tikken. Louis van Gaal, die alles weet dus ook op welke verdieping zijn spelers wonen: ‘Je woont in een flat in Diemen. Op de negende verdieping.’ Dani staat vlak voor hem. Hij veegt de zwarte lok weg die voor het mooiste, dromerigste rechteroog op aarde hangt. ‘Dan niet, meneer Van Gaal. Wat u wilt.’

Dat soort verhalen, daar leef ik op. Ooit Geweldige Voetballers die nu veel te dik wedstrijden in Portugal zitten te duiden, maar die nog één keer aan een journalist van VI vertellen hoe hard ze ooit leefden en hoe weinig ze zich aantrokken van hun trainer. Spelers die niet – heel Hollands – ’s nachts via een regenpijp het hotel verlieten, maar die in een onweerstaanbaar wit pak met zwart overhemd door de hoofdingang vertrokken om de vrouwen in de stad met hun ogen te betoveren.

Jongens die de levenslust niet uit hun lichaam lieten lullen door een hersteltrainer die blééf zeuren over maximale zuurstofopname, maar juist wilde, ongeleide projectielen die ervoor kozen te leven in plaats van te luisteren.

Het interview met Dani is prachtig, Het roept met grote kracht een vergeten tijd op, toen voetballers gingen dansen op het Leidseplein en daarna een kroket van de FEBO naar binnen werkten. Ik smul daarvan, omdat ik zelf te lang een doodsbange jongen ben geweest.

Gerelateerde artikelen