Op Ameland is de wereld nog verdeeld tussen oost & west
PRO

Op Ameland is de wereld nog verdeeld tussen oost & west

De Koude Oorlog is al een jaar of dertig verleden tijd, op Ameland duurt de strijd tussen oost en west nog gewoon voort. Een oude bedijking fungeert al sinds jaar en dag als een IJzeren Gordijn. Wanneer Geel-Wit en Amelandia elkaar treffen voor de noordelijkste derby van Nederland, weerklinkt oud eilander klaroengeschal. Een reportage.

‘Voor mij zijn er twee derby’s. De eerste: SC Cambuur-SC Heerenveen, de tweede: Amelandia-Geel-Wit. Ik zou dus nooit voor Heerenveen kunnen werken en ik zou ook nooit voor Geel-Wit kunnen spelen. Dat gaat er bij mij gewoon niet in, dat zit heel diep. Dat zijn principe-kwesties.’

Aan het woord is Jan Bruin. Topscorer aller tijden van Cambuur en geboren en getogen Amelander. Beter gezegd: Hollumer, van de westkant. Ameland mag klein zijn; van welke kant je hier komt, maakt een wereld van verschil.

Amelandia uit Hollum en Geel-Wit uit Buren verdedigen op Ameland al decennialang de eer van respectievelijk west en oost. Van beide clubs verkreeg één lid landelijke bekendheid als profvoetballer. Namens Amelandia schopte Jan Bruin het tot zeer succesvolle Eerste-divisie-spits bij Cambuur, FC Zwolle, FC Volendam en Telstar. Rudi Metz lanceerde via Geel-Wit een profcarrière die hem bij Cambuur, Veendam, Heracles, SC Heerenveen en Emmen bracht.

In vroeger tijden kwam het halve eiland af op wedstrijden tussen Amelandia en Geel-Wit. Toeschouwersaantallen boven de duizend waren niet ongebruikelijk. Die tijden zijn geweest, maar wanneer oost en west elkaar treffen wordt nog altijd om de eer van het eiland gestreden. Ook om een andere reden is Amelandia-Geel-Wit bijzonder; het betreft namelijk de noordelijkste derby van Nederland.

Geel-WitAmelandia
Sinds19341928
Nu actief in3de Klasse ZondagReserve 5de Klasse Zondag
Ameland-beker326
TerreinSportterein Nes-BurenOranjeweg 30
ClubicoonRudi MetzJan Bruin

De hoge diek

Een oude dijk markeert de grens. Westelijk ervan liggen Hollum en Ballum. oostelijk vind je Nes en Buren. De zeewering werd meer dan honderd jaar geleden aangelegd, op initiatief van de westerlingen, die een betere bescherming tegen de zee wilden. De Oosthoekers geloofden het wel, ze vonden het plan van de Hollumers en Ballumers bovendien veel te duur. De reactie in het westen: Zoek het dan maar uit. De Hollumers en Ballumers legden hun dijk aan zoals gepland, maar in plaats van hem helemaal rond te leggen, trokken ze hem halverwege het eiland over. Met als gevolg dat alleen Hollum en Ballum beschermd werden en er een scherpe afbakening ontstond tussen oost en west. Deze Hoge Diek is tot de dag van vandaag een eilander begrip.

Maar de rivaliteit tussen west en oost bestond daarvoor al. Want waar nu de Hoge Diek ligt, was vroeger de Slenk. Een geul die in open verbinding stond met de Waddenzee, die het eiland bedreigde en soms zelfs letterlijk verscheurde. Bij storm en springtij drong de Slenk door tot aan de Noordzee en bestond Ameland letterlijk even uit twee delen. In een poging de Slenk te bedwingen of oversteken zijn er door de eeuwen heen diverse eilanders verdronken.

Het water is tweehonderd jaar geleden ingedamd, maar heeft tot ver daarna de eilandergeest beïnvloed. Trouwen deed je met een meisje van jouw kant van het eiland, want aan de andere kant woonden de katholieken (oost) of juist de protestanten (west). Aan de andere kant van de Slenk – later dus de Hoge Diek – deed je geen zaken, daar kwam je liever niet. Tot de dag van vandaag wordt aan weerszijden ervan een eigen versie van het Amelands gesproken. De verschillen zijn klein, maar een rasechte Amelander heeft aan een halve zin genoeg om te weten of hij iemand uit het oosten of westen voor zich heeft.

Enkele jaren geleden werd er een grenspost op de Hoge Diek geïnstalleerd, compleet met wachthuisje en slagbomen. Een ludieke actie, met een serieuze ondertoon. Ameland mag dan slechts 3.600 inwoners hebben en daarmee een van de kleinste gemeenten van Nederland zijn, west en oost zien zichzelf allebei als het enige échte Ameland en dat willen ze weten ook. Met als gevolg: aan beide kanten hebben ze hun eigen brandweer, zwembad, scholen en sportverenigingen. West en oost hebben zelfs allebei hun eigen politieke partij die in de gemeenteraad hun plaatselijke belangen behartigt.

Enkele jaren geleden werd er een grenspost op de Hoge Diek geïnstalleerd, compleet met wachthuisje en slagbomen

Vroeger lag het zwaartepunt in Hollum en Ballum, het westen. Daar woonden de notabelen, daar kwam de veerboot aan. Maar in de Tweede Wereldoorlog verplaatsten de Duitsers de veerhaven van west naar oost, van Ballum naar Nes. Daarmee is gaandeweg ook het centrum van Ameland naar oost verschoven. De meeste toeristen gaan immers niet ver van de boot, en ook in het oosten heb je winkels, restaurants, strand, duinen en bos. West verloor zo een belangrijke slag en groot was dan ook de ophef toen niet veel later ook het bestuurlijke centrum naar het oosten verhuisde.

Eind jaren zestig werd de oude situatie in ere hersteld en sindsdien staat het gemeentehuis van Ameland weer in het westen, net als de vuurtoren, een ander belangrijk eilander symbool. Zo wordt eigenlijk elke toewijzing en beslissing gewogen tegen de achtergrond van die kantenstrijd.

Dus toen Geel-Wit enkele jaren geleden een kunstgrasveld met verlichting kreeg, was dat een doorn in het oog van de Westerlingen van Amelandia. De gemeente zou volgens hen al aan het voorsorteren zijn op een fusie en met de aanleg van het kostbare nieuwe veld was in hun ogen de speellocatie alvast bepaald.

Maar logisch was de toewijzing van het kunstgrasveld wel. Beide eilandclubs gingen lang gelijkop, maar anno 2019 geldt Geel-Wit zonder enige twijfel als succesvolste van de twee. Toen die club enkele jaren gelden bijna naar de Eerste Klasse promoveerde, vocht Amelandia voor zijn voortbestaan. De club bleef ternauwernood in leven, maar deed wel een grote concessie: de Westerlingen trokken hun eerste elftal terug uit de standaardcompetitie. Sindsdien speelt het eerste elftal van Amelandia in de competitie tegen een lager elftal van Geel-Wit. De echte Amelander Derby werd daarna de jaarlijkse strijd om de Cor Wijnberg-beker. Een confrontatie waarin voormalige eerste-elftalspelers van de clubs oude tijden laten herleven.

Veldslagen

Dat is ook de boodschap die zes oudgedienden uitdragen. In café De Griffel in Hollum wekken zij vervlogen tijden tot leven en vliegen de anekdotes over tafel. Jaap Kienstra, Wessel Brouwer (Geel-Wit) en Piet Visser en Rikus IJnsen (Amelandia) vertellen over veredelde veldslagen onder de vuurtoren in Hollum en kloppartijen in Buren. De wat jongere Jan Bruin en Frank de Jong vullen waar nodig aan.

‘Beide kanten wilden vroeger niets met elkaar te maken hebben, ze kenden elkaar niet eens’, vertelt Kienstra. ‘Toen de Slenk er nog was, was de afstand onderling heel groot. Na de bedijking is die steeds kleiner geworden. Toen kwamen mensen ineens in elkaars dorp, dat was uniek. Met voetballen werd het een enorme strijd, de rivaliteit was gigantisch. Als wij tegen Amelandia speelden, ging de beuk erin en werden er op het veld en langs de lijn meppen uitgedeeld.’

Visser, tegenwoordig trainer van Amelandia: ‘Wanneer je als jongen met een meisje van de andere kant ging, was dat echt een ding. Dat is pas laat verwaterd. Mijn vrouw komt van oost, ik kom van west. Haar oma was heel katholiek, dat je daar als niet-katholiek over de vloer kwam, dat kon eigenlijk niet. Wanneer we vroeger tegen elkaar speelden, waren dat dé wedstrijden. Dan heb ik het over de jaren zeventig, tachtig. Er stonden zeker duizend man te kijken en het ging hard tegen hard, want de winnaar mocht Ameland vertegenwoordigen op het Waddentoernooi. Dat was een grote eer, daar deed je alles voor. Ook als het iets te ver ging.’

‘Na de bedijking is die afstand steeds kleiner geworden. Toen kwamen mensen ineens in elkaars dorp, dat was uniek’

IJnsen: ‘Het geloof speelde vroeger een grote rol op het eiland. Geel-Wit was katholiek, hier was het gereformeerd. Dat was gescheiden. Als je van west kwam, ging je dus op Amelandia. Kwam je van oost, ging je op Geel-Wit. Je prakkiseerde er als Hollumer of Ballumer niet over om voor Geel-Wit te voetballen.’

De Jong: ‘In de jaren tachtig begon Geel-Wit duidelijk hoger te spelen dan Amelandia. Toen is er veel veranderd. Amelandia had een aantal spelers met ambities en zij zijn naar Geel-Wit vertrokken. Met als gevolg dat Geel-Wit nóg beter werd en wij minder. Daar hadden we veel moeite mee bij Amelandia, dat waren overlopers.’

IJnsen: ‘Mijn broer was de allereerste. Hij wilde meer bereiken dan hij bij ons kon bereiken. Binnen ons gezin bestond er wel begrip voor, maar er waren jongens bij Amelandia die daar wel moeite mee hadden. Gezien de historie en tradities op het eiland deed je dat gewoon niet.’

Brouwer: ‘Toen de eerste speler was overgelopen, gebeurde het vaker. Omdat het eiland maar klein is en niet veel inwoners heeft, vielen er daardoor spelers tussen wal en schip bij Amelandia. Er waren er zoveel vertrokken dat er voor hen geen team meer was, waardoor zij óók naar ons toe kwamen. Wat dat betreft vind ik het heel knap dat het bij Amelandia vandaag de dag nog goed gaat.’

Bruin: ‘Niet iedereen ging. Toen ik als ventje van vijftien, zestien in het eerste van Amelandia stond, speelde Geel-Wit ook hoger dan wij. Toen ben ik ook wel gepolst en gevraagd, of ik wilde overstappen. Maar dat is nooit in me opgekomen. Ik kom uit Hollum en dan voetbal je voor Amelandia. Toen ik later voor Zwolle speelde kon ik bij Heerenveen tekenen, maar dat deed ik ook niet. Want ik was een Cambuur-man. Je hebt gewoon principes.’

Supporters van Geel-Wit hebben wat vuurwerk meegenomen.
Supporters van Geel-Wit hebben wat vuurwerk meegenomen.

Katholieken en gereformeerden

Met de boot vanaf Holwerd komen elke zaterdag en zondag bezoekende teams naar Ameland. Na aankomst in de veerhaven is het complex van Geel-Wit op loopafstand. Tussen de duinen en weilanden beschikt de club over een fraaie accommodatie, inclusief tribune langs het hoofdveld. Nu ligt het complex van Geel-Wit halverwege Buren en Nes, vroeger hadden beide oostelijke dorpen nog hun eigen vereniging.

Archieven spreken van knokpartijen op het veld, mattende toeschouwers en zelfs arbiters die vuistslagen uitdelen

Direct na de oprichting in 1934 werd er binnen Geel-Wit geopperd om een wedstrijd te organiseren tegen de buurclub NSC. Dat had wat voeten in aarde, want eigenlijk wilden de katholieken van Geel-Wit alleen tegen geloofsgenoten spelen. Na wat intern gesoebat werd alsnog besloten tot een duel met NSC. Dat had men beter niet kunnen doen, want de confrontatie liep volledig uit de had en werd gestaakt. Er moest volgens de archieven van Geel-Wit uiteindelijk zelfs bemiddeling aan te pas komen om de gemoederen tussen beide dorpen te laten bedaren. Dat lukte en vanaf de Tweede Wereldoorlog bleef Geel-Wit over als enige club in het oosten, van Buren en Nes samen.

De wedstrijden tegen Amelandia zijn sindsdien de eilandkrakers, waarbij de inzet in vroeger tijden tot op het randje ging en ver daarover. Archieven spreken van knokpartijen op het veld, mattende toeschouwers en zelfs scheidsrechters die vuistslagen uitdelen. Vanaf de jaren zeventig kregen die duels een officieel karakter in de door de gemeente georganiseerd toernooi om de Ameland-beker. De winnaar mocht het eiland vertegenwoordigen op een toernooi met teams van de andere Waddeneilanden. De allereerste editie in 1972 was een prooi voor Amelandia, maar mede als gevolg van de uittocht van west naar oost zouden de Hollumers de eer van het eiland uiteindelijk slechts vier keer verdedigen; hun laatste zege dateert van 1991.

Betaald-voetbalervaring

Aan de bosrand even buiten Hollum staat de Amelander vuurtoren, uitkijkend over duin, strand en zee. Aan de voet van dat baken speelde Amelandia jarenlang zijn wedstrijden, op slechts een ferme doeltrap van volle zee. Met het oprichtingsjaar 1928 heeft Amelandia de oudste rechten van de eilandclubs. Na aankomst van de boot is het voor bezoekende teams nog een kleine toer om Amelands oudste te bezoeken. Per fiets of auto moet nog tien kilometer worden afgelegd naar de uiterste westpunt, waar Hollum ligt.

Het had dus weinig gescheeld, of er was tegenwoordig helemaal niet meer gevoetbald in het westen. Toen de ledenaantallen van Amelandia tien jaar geleden levensbedreigend lage vormen begonnen aan te nemen, stak Jan Bruin zijn club de helpende hand toe. Een jaar nadat hij zijn loopbaan als prof bij Telstar had beëindigd, schreef hij zich in als spelend lid bij Amelandia. Het bleef niet alleen bij Bruin, want een jaar later meldden ook zijn voormalige Cambuur-ploeggenoten Lody Roembiak en René van Rijswijk zich aan. Zo beschikte de Hollumer club, die al twintig jaar aaneengesloten op het laagst mogelijke amateurniveau doorbracht, ineens over een schat aan betaald-voetbalervaring.

‘Dat was een mooi jaar’, blikt Bruin terug. ‘We speelden alleen de uitwedstrijden, want wij woonden aan de wal. Dus één keer in de twee weken.’ Bruin regisseerde het spel van Amelandia van achteruit, als kopsterke ausputzer. Wanneer Van Rijswijk en Roembiak ook meededen, speelde Amelandia volgens ooggetuigen het beste voetbal uit zijn inmiddels bijna honderdjarige geschiedenis. Maar het bleek een korte opleving, want Bruins doel – het plaatselijke enthousiasme voor zijn geliefde Amelandia een impuls geven – werd niet bereikt. Een jaar na het vertrek van de drie oud-profs was Amelandia als gevolg van nog verder teruglopende ledenaantallen genoodzaakt zijn eerste elftal terug te trekken uit de standaardcompetities, een situatie die tot op de dag van vandaag voortduurt.

Het eerste team van Amelandia werkt zijn wedstrijden daardoor af in de Reserve Vijfde Klasse. Het complex van de Hollumers ligt niet meer naast de vuurtoren, maar is even ten noorden van het dorp gesitueerd. Een paar goede volleys verderop scheidt het Borndiep Ameland van Terschelling. Ergens in het midden daarvan liggen nog de restanten van Sier, een verdronken Amelander dorp waarvoor de aanleg van de Hoge Diek te laat kwam.

Honderd man

Als gevolg van de vrijwillige terugtrekking van Amelandia nemen de westerlingen het in competitieverband tegenwoordig op tegen een lager elftal van rivaal Geel-Wit. De uittocht van west naar oost die Amelandia diep getroffen heeft en de krachtsverschillen zo groot heeft gemaakt, komen deze voorjaarsdag treffend in beeld. De aanvoerder van het derde elftal van Geel-Wit, Mark Molenaar, is de broer van de aanvoerder van Amelandia, André Molenaar. ‘Hier vinden ze heteigenlijk niet kunnen, er zijn daarom wel wat pesterijtjes’, zegt die eerste. ‘Maar ik woon tegenwoordig aan de andere kant van het eiland en wilde blijven voetballen, dan is dit wel zo praktisch.’

Dat het voetballen aan de westkant van Ameland zijn beste dagen achter zich heeft liggen, blijkt ook uit de toestand van het kassahuisje op de hoek van het hoofdveld. De laatste keer dat er voor een bezoek aan een wedstrijd van Amelandia betaald werd, was in het guldentijdperk. Op de burenruzie is een man of honderd afgekomen. Vuurwerk aan Geel-Wit-zijde draagt bij aan de derbysfeer.

De twist tussen Amelandia en Geel-Wit is meteen ook een broedertwist tussen André en Mark Molenaar.
De twist tussen Amelandia en Geel-Wit is meteen ook een broedertwist tussen André en Mark Molenaar.

Derde garnituur

Flarden mist waaien over vanuit de zee, enkele honderd meters verderop. Spelers van het tweede elftal van Amelandia hebben zich verzameld langs de lijn, ze waren met te weinig om zelf in actie te komen. Rikus IJnsen is een van hen, de krasse zestiger die de hoogtijdagen van de Hollumers nog meemaakte. Hij ziet dat het vlaggenschip van zijn geliefde vereniging het lastig heeft met de derde garnituur van Geel-Wit. De enige manier waarop Amelandia het kan bijbenen, is door de beuk er flink in te gooien. Maar ook dat blijkt niet genoeg om de eer te redden: Geel-Wit wint de confrontatie met 2-4.

Dan: douchen, een biertje en snel de bus in, over de Hoge Diek naar de andere kant van het eiland. Zij van Amelandia blijven geslagen achter, opnieuw. Zelden was het krachtsverschil tussen de eilander clubs zo groot als anno 2019, maar van opgeven of samengaan wil niemand iets weten. IJnsen: ‘Het zou mooi zijn als ik op mijn leeftijd in een veteranenteampje kon voetballen. Zo’n team hebben ze bij Geel-Wit, maar niet bij Amelandia. Ik ben al heel vaak door ze gevraagd, maar ik verdom het om de laatste jaren dat ik voetbal nog over te stappen. Naar Geel-Wit, dat doe ik niet.’

In de strijd om de Cor Wijnberg-beker maken de Hollumers grotere kans om de eilander strijd in hun voordeel te beslechten. De wedstrijden tussen de voormalige eerste-elftalspelers worden uitgevochten op het scherp van de snede, zoals in de hoogtijdagen van het eilander voetbal. Vorig jaar werd de derby bij een gelijke stand gestaakt vanwege een hoogoplopende ruzie over een arbitrale beslissing. Het doorgaan van de strijd was dit jaar daardoor tot het allerlaatste moment onzeker. Het zal nog lang blijven schuren tussen Oost- en West-Ameland.


Overal op de Friese Wadden wordt gevoetbald

Voetballen op de Friese Wadden brengt bijzondere uitdagingen met zich mee. Spelers zijn om de week een hele dag kwijt aan hun sport, vanwege de reisduur voor uitwedstrijden. Voor eilander clubs is het inplannen van een speelweekend ook elke keer weer een puzzel, waarbij de boottijden centraal staan. Bezoekende teams moeten redelijk kort na aankomst in actie kunnen komen, en ook op tijd klaar zijn om de laatste boot te halen.

De overtocht naar Schiermonnikoog is de kortste (45 minuten) en Ameland (vijftig minuten) is met vijftien tot twintig boten per dag het best bereikbaar van alle Friese eilanden. Het omgekeerde geldt voor Vlieland, waar per dag slechts drie boten een reis van anderhalf uur afleggen. De reguliere tocht naar Terschelling duurt nog iets langer (twee uur), maar dit eiland wordt ook enkele keren per dag aangedaan door een sneldienst.

Een overzicht van de voetbalclubs op de Wadden en hun bijzonderheden:

Vlieland

Tot vorig jaar was Vlieland de enige Nederlandse gemeente waar niet in verenigingsverband werd gevoetbald. Op seniorenniveau is dat nog altijd het geval, maar sinds afgelopen seizoen is VSV ’31 actief met enkele jeugdelftallen.

Terschelling

Terschelling kent twee voetbalverenigingen. SC Terschelling komt uit Midsland en speelt in de Vierde Klasse Zondag. De club ontstond in 1980 na een fusie. AVV uit Hoorn is Zondagvijfdeklasser en werd in 1975 opgericht. Daarnaast wordt er op Terschelling een eilander competitie afgewerkt tussen diverse vereni-gingen die niet zijn aangesloten bij de KNVB.

Ameland

Met Geel-Wit en Amelandia kent Ameland twee voetbalclubs. Geel-Wit (opgericht in 1934) zetelt op Sportterrein Nes-Buren en het eerste elftal van het voormalige katholieke bolwerk speelt in de Derde Klasse Zondag. De club kende het vorige decennium zijn beste jaren, toen ze meedraaide in de top van de Tweede Klasse. Met Rudi Metz en zijn broer Francisco, die later jarenlang trainer van de eilander club was, leverde Geel-Wit twee spelers af aan het profvoetbal. Amelandia (uit 1928), waar oud-prof Jan Bruin het voetballen leerde, komt sinds 2012 niet meer uit in een standaardcompetitie, maar, afgelopen seizoen, in de Reserve Vijfde Klasse Zondag.

Schiermonnikoog

VV De Monnik bestaat al sinds 1933. Jan Berend Bazuijn was van 1971 tot zijn overlijden in 2013 voorzitter van de club en daarmee de langst zittende bestuurder binnen een club die aangesloten is bij de KNVB. De Monnik speelt zijn thuisduels in Stadion De Monnik, genoemd naar de kleine tribune die langs de lange zijde van het veld is opgetrokken. De Monnik bivakkeert sinds dit seizoen niet meer in de standaardcompetitie, maar in de Reserve Zesde Klasse Zaterdag.