Het wonderlijke voetballeven van Nando Rafael
PRO

Het wonderlijke voetballeven van Nando Rafael

Nando Rafael (33) is gestopt met voetballen. Nadat hij in Nederland vlak voor zijn debuut bij Ajax geen verblijfsvergunning had gekregen, speelde de spits jarenlang in de Bundesliga. Zijn laatste avonturen bij Bali United en FC Homburg waren geen succes, dus stort de Duitse Angolees zich op een nieuwe uitdaging als spelersbegeleider: ‘Veel profvoetballers zijn niet professioneel.’

Vijftien jaar geleden speelde Nando Rafael zijn eerste profwedstrijden voor Jong Ajax. Met die belofteploeg bereikte hij de halve finale van het toernooi om de Amstel Cup en scoorde daarin tweemaal tegen FC Utrecht. Een doorbraak in het eerste elftal leek een kwestie van tijd: ‘Ik zag het voor me. Het was een kwestie van tijd voor ik zou debuteren in De Arena. Ik had ook al een contract. Maar toen ging ineens alles de andere kant op.’

Nu blikt hij terug op zijn hectische loopbaan. ‘Ik kan zeggen dat ik een goede carrière heb gehad, maar het had beter gekund’

Supercontract

Nando Rafael vergelijkt zichzelf met een parachutespringer. Jarenlang was hij voetballer, spits bij Hertha BSC, Borussia Monchengladbach en FC Augsburg, clubs in de Bundesliga. Nu hij gestopt is, zal hij zich met een andere identiteit moeten vereenzelvigen. ‘Ik ben in het diepe gesprongen. Het is een nieuw verhaal.’ Hij wil ‘Betreurer’ worden, zoals ze in Duitsland zeggen: spelersbegeleider. ‘Ik zou het leuk vinden om deel uit te kunnen maken van iemands voetbalcarrière.’

Hoewel Rafael zich heeft aangesloten bij het bedrijf Coresport wil hij zichzelf nog geen zaakwaarnemer noemen. ‘Ik ben voorzichtig. Ik weet nog niet precies wanneer de parachute opengaat. Wanneer ik echt spelers krijg, transfers maak. Maar ik moet springen.’ Hij is in gesprek met een paar jeugdspelers bij Fortuna Düsseldorf en bezoekt clubs in het Duitse Noordrijn-Westfalen: Bochum, Borussia Mönchengladbach, Schalke 04, Borussia Dortmund. ‘Hier ben ik bekend, hier heb ik gespeeld. Het is allemaal om de hoek.’

Het is een rol die op het lijf is geschreven van de goedlachse en ervaren Rafael, woonachtig in Dortmund. ‘De afgelopen jaren vroegen veel spelers al om mijn advies. Ik denk dat het idee om Betreuer te worden zo is gegroeid. En ik was altijd al degene die nieuwe spelers in ontvangst nam bij een club.’ Bijkomstig voordeel: Rafael spreekt zijn talen. Vloeiend Duits, Nederlands, Engels, Portugees en een beetje Frans en Spaans.

Aanvankelijk wilde Rafael het, na een mislukt en kortstondig avontuur bij Bali United, nog één keer proberen bij FC Homburg, acterend op het vierde Duitse niveau. Maar de club degradeerde en besloot te saneren. In dat plaatje paste aanvaller Rafael niet. ‘Daarna zocht ik verder. Belletje hier, belletje daar. Maar ik ga niet zitten smeken. Het werd tijd om iets anders te doen.’

Nando Rafael neemt afscheid van VfL Bochum: zijn laatste avontuur op een hoog niveau.
Nando Rafael neemt afscheid van VfL Bochum: zijn laatste avontuur op een hoog niveau.

Zijn conditie onderhield Rafael voor de zekerheid nog wel in het tweede elftal van Borussia Mönchengladbach. Daar zag hij in dat hij iets voor talenten kan betekenen die op het randje staan van wel óf niet doorbreken. Clubs schieten volgens hem tekort in de individuele begeleiding. ‘Ze hebben daar te weinig tijd voor. Dertig spelers moeten allemaal aan bod komen. Maar je bepaalt je voetbalcarrière ook grotendeels na de trainingen. Buiten de club.’

En niet elke voetballer leeft als Cristiano Ronaldo, zegt hij. Sterker nog: ‘Veel profvoetballers zijn niet professioneel.’ Dat weet Rafael als geen ander, want hij was ooit ervaringsdeskundige. Ging hij bij Hertha BSC twee dagen voor een wedstrijd nog op stap. ‘En je kunt een drankje doen’, grinnikt hij. ‘Maar je kunt ook een drankje doen, begrijp je?’ Dan rolde hij samen met zijn Braziliaanse teamgenoot Marcelinho diep in de nacht uit een Berlijnse club. Stonden ze daarna brak, met waterige oogjes, op het trainingsveld.

‘Ik kan zeggen dat ik een goede carrière heb gehad, maar het had beter gekund’, geeft hij toe. Na zijn doorbraak bij Hertha BSC speelde Rafael in de Bundesliga ook nog voor Borussia Mönchengladbach, FC Augsburg en Fortuna Düsseldorf. Maar daarna ging het sportief bergafwaarts. In Düsseldorf werd zijn contract niet verlengd. En na een vluchtig verblijf in China bij Henan Jianye moest Rafael in 2015 van ver komen om weer op niveau te kunnen voetballen.

Hij bezocht personal trainer Carlos Lenz om acht weken lang te ‘klussen’, zoals Rafael dat noemt: fit worden. ‘Ik ga je vier jaar jonger maken, zei Carlos. Ja, het zal wel, dacht ik dan. Maar hij heeft mij zo geïnspireerd. Er waren ook dagen dat ik hem kon vermoorden, maar als ik dan naar huis ging, was ik weer een stukje beter geworden. Ik voelde die kick. Er is volgens mij niemand die echt graag wil trainen, elke dag. Pijn lijden. Ik ook niet. Maar ik had het geaccepteerd. Het was mijn lifestyle geworden.’

Rafael viel acht kilo af en was trots eigenaar van een eightpack, grijnst hij. Drie weken later kreeg hij een contract bij Bochum, onder leiding van Gertjan Verbeek. ‘Ik was fitter dan iedereen.’ Toch speelde hij slechts acht wedstrijden in de Tweede Bundesliga. Aanpikken bij zijn oude niveau bleek moeilijker dan gedacht. ‘Het is inderdaad niet zo gelopen als ik me het had voorgesteld.’

Ik was vaak met andere dingen bezig dan voetbal

Maar het schudde hem wel wakker. ‘Ik wist altijd wat ik kon, kende mijn talent. Maar om het echt zo als een freak te beleven, zoals ik bij Carlos had meegekregen. Dat was een wake-up call.’ Hij slaat op de tafel. ‘Als ík die instelling zoals bij Carlos jaren geleden had aangenomen…’ Hij staart voor zich uit. Natuurlijk, zijn oud-zaakwaarnemer Jan van Baal, die hij nu als zijn grote voorbeeld beschouwt, praatte genoeg op hem in: Ga nou iets extra’s doen. ‘Maar ik was vaak met andere dingen bezig dan voetbal.’

En de verleidingen zijn volgens Rafael voor de huidige generatie alleen maar gegroeid. ‘Zeker vandaag de dag gaat het snel. Je voetbalt een seizoen goed, krijgt een supercontract, switcht van honderden euro’s naar duizenden en duizenden euro’s. Het is een nieuwe wereld waar je invalt. Je kunt ineens schoenen van Balenciaga van 500 euro kopen. Je kunt ineens Lyle & Scott dragen. Je kunt ineens in een Mercedes rijden.’

Hij gelooft dat zijn boodschap anders overkomt dan van zaakwaarnemers zonder voetbalervaring. ‘Ik kan ze een keuze voorleggen’, betoogt Rafael, waarna hij de verslaggever voor het gemak even als speler beschouwt: ‘Jongen, eventjes terugschakelen. Ik heb in mijn carrière ook fouten gemaakt, ik was ook jong. Tuurlijk je moet genieten, de dag van morgen is aan niemand gegarandeerd. Maar skip even die dag shoppen. Skip even dat weekend losgaan. Slaap eens iets langer.’

De eerste jaren als prof zijn volgens Rafael bepalend. ‘Uiteindelijk worden er knikkers uitgedeeld. Misschien hoor jij er niet bij als je deze kant op gaat. Ga je linkerbeen trainen, neem extra vrije trappen. Laat de trainer zien dat jij anders bent. Kom volwassen over. Wees wat brutaler. Snap je?’

Vreemdelingenpolitie

Bij die woorden denkt Rafael met weemoed en genoegen terug aan zijn tijd bij Ajax in de jeugd, onbevangen, zelfverzekerd, met de kin omhoog de wereld aanschouwend. Want Rafael begon zijn loopbaan niet in Duitsland, maar in Nederland, waar hij belandde als asielzoeker.

Rafael groeide op in een door een burgeroorlog geteisterd Angola, in hoofdstad Luanda. Op een avond ging hij voetbal kijken bij de buren. De televisie van zijn ouders was stuk. Het was de zomer van het EK van 1992, met Denemarken als wonderbaarlijke kampioen. Opeens hoorde hij schoten. Zijn vader, moeder, oudere broer en zusje werden in koelen bloede vermoord.

Zijn oom en tante ontfermden zich over hem. Ook zij waren niet meer veilig en besloten te vluchten. Ze kwamen uiteindelijk in 1994 in Nederland terecht, een land waar ze nog nooit van hadden gehoord.

Vliegensvlug werd Nando volwassen. Hij sprak een stuk sneller Nederlands dan zijn oom en tante. Hij fungeerde als tolk wanneer er documenten van de vreemdelingenpolitie in de brievenbus lagen. De familie werd heen en weer geslingerd tussen asielzoekerscentra in Meppel, Hooghalen, Hilversum, Zaandam, Lelystad.

In het Drentse Hooghalen meldden een jeugdtrainer en basisschooldocent hem aan voor een oefentraining bij Ajax. Om het mannetje niet onnodig zenuwachtig te maken, vertelden ze hem dat hij naar de dokter moest voor een ‘speciale test’. Toen hij na bijna twee uur rijden de lichtmasten van Stadion De Meer zag opdoemen, wist hij dat er iets niet klopte. ‘Ze hebben gewoon tegen me gelogen’, lacht Rafael.

Het was 1995. Net als Nederland zei Ajax hem niks. Dat de Amsterdamse club vlak voor zijn komst de Champions League had gewonnen, wist Rafael niet. Co Adriaanse, toentertijd hoofdjeugdopleiding, bood hem een plaats in de D-jeugd van trainer Jan Olde Riekerink. Moeiteloos somt Rafael de namen op van ‘een bizar goede lichting’: Wesley Sneijder, Maarten Stekelenburg, John Heitinga, Daniël de Ridder, Nigel de Jong, Rafael van der Vaart, Gijs Luirink.

Ik moet er echt goed over nadenken waar ik beter positiespel heb gespeeld dan bij ons in de A1

‘Híer wil ik bijhoren’, dacht Rafael, de spits van het stel en wellicht de opvolger van Zlatan Ibrahimovic en Mido. ‘Maar zo voelde dat voor iedereen. We waren enorm gretig. Als Wesley mee mocht met het eerste, dacht ik: hé, de volgende keer moet ik dat zijn. We waren zo trots om Ajacied te zijn, om dat shirt te dragen. Trainingen waren als wedstrijden. En het positiespel… Ik moet er echt goed over nadenken bij welke profclub ik dat beter heb gespeeld dan bij ons in de A1.’

Rafael was de topschutter van die kampioensploeg met 22 doelpunten. Af en toe trainde hij mee met het eerste. Met Jong Ajax bereikte hij de halve finale van de Amstel Cup en scoorde daarin tweemaal tegen FC Utrecht.

‘Ik zag het voor me. Het was een kwestie van tijd voor ik zou debuteren in De Arena. Ik had ook al een contract. Maar toen ging ineens alles de andere kant op.’ Op de achtergrond sluimerde een conflict over het verkrijgen van een verblijfs- en werkvergunning. Het driejarige contract dat Ajax hem had aangeboden was volgens de Centrale Organisatie Werk en Inkomen (CWI) illegaal.

Nando Rafael scoort tegen FC Utrecht en brengt Jong Ajax bijna naar de KNVB-bekerfinale.
Nando Rafael scoort tegen FC Utrecht en brengt Jong Ajax bijna naar de KNVB-bekerfinale.

De instantie vond dat de achttienjarige Rafael niet voldeed aan de kwaliteitsnormen die worden gesteld aan voetballers van buiten de Europese Unie. De aanvaller had geen ervaring in een voetbalcompetitie gelijkwaardig aan de Eredivisie en nooit in een vertegenwoordigend elftal van Angola gespeeld.

Dat hij al bijna tien jaar in Nederland woonde deed niet ter zake. Maandenlang mocht hij niet meer met de A1 of de amateurs van Ajax meetrainen. De talloze inspanningen van mannen als Adriaanse, Olde Riekerink en Leo Beenhakker ten spijt. Er zat niet anders op dan Ajax te verlaten.

Het Duitse Hertha BSC, met Huub Stevens aan het roer, had interesse en betaalde voor het verstrijken van de transferzomer van 2002 een opleidingsvergoeding aan Ajax. Binnen 24 uur kreeg Rafael in Berlijn wél een werkvergunning.

Orgasme

Rafael werd het eerste half jaar verscheurd door heimwee. ‘Luister eens, ik ga even ballen hiero en dan moet ik weer terug naar die top, naar die piek. Weet je wel? Ajax moet me terugkopen!’ Tot zijn Nederlandse ploeggenoot Dick van Burik hem overtuigde. ‘Hé, jongen, luister eens: je speelt hier op een hoger niveau, hoor. Iedereen wil naar de Bundesliga. En inderdaad: ik besefte het. Zeker toen zeventigduizend man mijn naam riepen in het stadion.’ Wrok koestert Rafael dan ook niet. ‘Mijn vertrek heeft uiteindelijk goed uitgepakt.’

En het ging rap met Rafael. In een mum van tijd schaarde hij zich ook in Duitsland tussen de grootste talenten. Het was vrij uniek en ongebruikelijk dat hij op 19-jarige leeftijd debuteerde bij Hertha. Het was 2002, in het dan nog behoudende voetballand Duitsland. ‘Het waren andere tijden. Tijden van de mannen. Ik was één van de weinige talenten die in de Bundesliga vaak speelde.’

Hij leerde er ook de Duitse voetbalpers kennen. Hertha rolde eens Schalke 04 met 3-1 op. Ook Rafael scoorde. Op een foto was hij te zien met een bobbel in zijn broek. ‘Een journalist van Bild zei: Nando, het moet echt, echt een topgevoel zijn. Hertha heeft al 35 jaar niet meer bij Schalke gewonnen. Jullie hebben geschiedenis geschreven. Zou je het gevoel kunnen vergelijken met een orgasme? En ik zeg met mijn domme hoofd: ja, zo zou je het wel kunnen noemen. Volgende dag in hoofdletters: Spits krijgt een erectie van doelpunten. Maar ik had helemaal geen stijve. Het waaide en het was winter.’ Lachend: ‘Dan blijft alles niet lekker warm, hoor.’

In 2005 kreeg Rafael een Duits paspoort. Uit dankbaarheid voor het land accepteerde hij direct een uitnodiging voor Jong Duitsland. Een zomer later stond hij met jongens als Gonzalo Castro (Borussia Dortmund) en Stefan Kiessling (Bayer Leverkusen) op het EK Onder 21. Ze liepen al vroeg tegen uitschakeling aan, tegen thuisland Portugal. Nederland won het toernooi, met bekenden van Rafael, zoals De Ridder, Vermeer en Luirink.

Nando Rafael juicht met David Odonkor om een doelpunt van Jong Duitsland.
Nando Rafael juicht met David Odonkor om een doelpunt van Jong Duitsland.

‘Ik was blij voor die jongens. Maar voor ons was het wel kut. Duits voetbal, hè. Je moet altijd winnen.’ Het voelde niet alsof hij daar had moeten staan, op het podium, in een Oranje shirt, zegt hij nu. ‘Ik vertegenwoordigde Duitsland, daarmee wilde ik winnen, daarmee wilde ik gezien worden. Ik ging meer om met die Duitse jongens.’

Je moet het WK maar gewoon op de televisie kijken

En het had zelfs weinig gescheeld of Rafael stond in 2006 niet op het jeugd-EK maar op het WK. Bij blessures zou bondscoach Jürgen Klinsmann vervangers oproepen van Jong Duitsland. Op de dag van de bekendmaking van de definitieve selecties keek Rafael een uur lang gespannen naar zijn telefoon. Niemand belde, tot het ding dan eindelijk overging. Het was de trainer van Jong. ‘Ja, vriend, luister, je gaat met ons mee. Je moet het WK maar gewoon op de televisie kijken.’ Het mocht niet zo zijn.

Ook Angola polste hem voor dat WK. ‘Maar ik was daar in mijn hoofd totaal nog niet mee bezig. Het was mijn ultieme doel om bij Die Mannschaft te komen.’ Toch heeft Rafael uiteindelijk nadat het Duitse elftal uit beeld raakte in 2012 nog drie wedstrijden voor het West-Afrikaanse land gespeeld. Hij maakte dat jaar de Afrika Cup mee in Gabon en Equatoriaal Guinea. Hij ruilde van shirt met Didier Drogba van Ivoorkust.

Nando Rafael (vierde vanaf links) viert feest met Hertha BSC.
Nando Rafael (vierde vanaf links) viert feest met Hertha BSC.

De omgang met Afrikaanse spelers in Duitsland, zoals Djibril Sankoh, Ibrahima Traoré, Marcel Ndjeng en Andrew Sinkala, ‘wakkerde de Afrikaanse sfeer’ in hem aan. ‘En naarmate ik ouder werd zocht ik ook meer contact met mijn familie in Angola. De herinneringen kwamen terug, de namen van familieleden. Het zat allemaal nog in mijn achterhoofd verstopt. Het voelde alsof ik mezelf weer terugvond.’

Dat gevoel versterkte alleen maar tijdens zijn eerste terugkeer naar Angola. ‘Het was raar. Wennen. Het was heftig. Ik ademde in en alles kwam weer terug. Ik voelde: hier kom ik vandaan, hier komt mijn bloed vandaan.’

Nooit bezocht hij zijn geboorteland privé, altijd voor het voetbal. Maar misschien gaat hij ooit met zijn twee kinderen en zijn vriendin, die ook haar wortels in Angola heeft. ‘Om de cultuur te leren kennen, in te ademen. Het moet een mooie ervaring worden voor ons.’

‘Doe maar levenslang’

Hij analyseert. ‘In Duitsland ben ik Rafael de voetballer, in Nederland Rafael de Angolese vluchteling die vlak voor zijn debuut voor Ajax het land werd uitgezet. Ik zal daar in Nederland misschien nooit van af komen.’

Liever praat hij niet meer over de Angolese burgeroorlog. Over zijn komst naar Europa als asielzoeker. ‘Het is voor mij een gesloten boek. Het brengt mij als mens niet verder. Wat heb ik eraan? Niks positiefs. Het is te zwaar om erover te praten, erover na te denken. Het is vermoeiend.’

Ik kan niet tegen negativiteit. Dat is mijn manco

Rafael beeldt uit dat hij terugbladert in het boek van zijn verleden en zegt daarbij: ‘Oh. Oh.. Oh… Oh…’ Hoe meer bladzijden hij imaginair omslaat, hoe zwaarder het verleden op zijn schouders drukt. ‘Ik wil alleen maar aan de mooiste dingen in het leven denken. Negativiteit is zwaarder dan het gewicht dat een mens kan dragen. Ik kan niet tegen negativiteit. Dat is mijn manco. Ik ben heel gevoelig wat dat betreft. Ik kan geen chagrijn uitstaan. Ik haat mezelf ook als ik zelf chagrijnig ben.’

En als Rafael al terugbladert in zijn verleden, dan tot zijn komst bij Ajax. Overigens, al die jaren heeft de Amsterdamse club nooit meer aangeklopt voor een transfer. Ook niet na het late vertrek van Ibrahimovic in 2004, toen Rafaels naam wel hardnekkig rondzong door de wandelgangen van De Arena.

Stiekem heeft Rafael altijd wel op een belletje gehoopt. ‘Als Ajax was gekomen, dan had ik gezegd: doe maar een levenslang contract.’ Hij grijnst. ‘Daar ben ik begonnen. Daar is de droom van voetbalprof reëel geworden.’

Het voetbal voelde haast als een verdoofmiddel voor Rafael, tegen de verschrikkingen uit zijn jeugd. Hij vergelijkt het met drank en feesten. ‘Je begint te drinken. Nou, na een uurtje is het een topfeessie, hoor. Maar als je nuchter bent de volgende dag, denk je: als ik die alcohol niet had, dan zou ik het allemaal nooit zo leuk vinden. Zo is het met voetbal voor mij. Je komt in een wereld terecht waardoor dingen uit je hoofd verdwijnen. Ik heb het plezier in het leven dankzij het voetbal gevonden.’

Gerelateerde artikelen