Het bizarre verhaal achter de loopbaan van Harvey Esajas
PRO

Het bizarre verhaal achter de loopbaan van Harvey Esajas

Harvey Esajas groeide uit van afwasser tot speler van AC Milan. Een verhaal over dromen en wilskracht. Op zijn 43ste verjaardag wordt een gesprek over zijn bizarre loopbaan opnieuw onder de aandacht gebracht.

‘Hé, heb jij voor AC Milan gespeeld? Wie ben jij dan?’ Een groepje brugklassers kijkt vragend naar Harvey Esajas, die op verzoek van de fotograaf met een Milan-shirt poseert op het complex van zijn club ASV Arsenal. ‘Ik ben Harvey Esajas, jongen. Google me maar.’

Wantrouwend pakken de brugpiepers hun telefoons erbij. ‘Oh, maar zes minuten in het eerste elftal van Milan. En je hebt bij Real Madrid B gespeeld. Dat is niet eens het echte Real Madrid.’

Esajas buldert van het lachen en roept de brutaalste van het gezelschap tot de orde. ‘Dat is toch jouw droom, pik? Een wedstrijd spelen voor AC Milan? Ik heb het geflikt, hoor. Die droom van jou, die heb ik allang geleefd. Denk daar maar eens over na. En toon een beetje respect.’

Een zoekopdracht op internet naar Esajas levert tientallen vergelijkbare resultaten op: circus-medewerker in San Siro, Milan haalt afwasser, man van 130 kilo wordt weer prof. Het maakt Esajas tot de ultieme cultvoetballer, een dankbaar onderwerp voor een luchtig artikel. Maar achter de Amsterdammer gaat ook een heel ander verhaal schuil. Halverwege het interview vertelt hij tussen neus en lippen door dat inmiddels veertien van zijn jeugdvrienden zijn vermoord. Dat het dus eigenlijk al bijzonder is dat hij überhaupt nog bestaat, laat staan voor Milan gespeeld heeft.

‘Al die vrienden van mij die vermoord zijn... Wat maakt mij het dan uit dat ze mij ober noemen?’
Harvey Esajas

‘Mensen noemen mij ober, bordenwasser en circusmedewerker. Het maakt mij niets uit. Ik heb zo veel dingen gedaan, zo veel dingen meegemaakt. Ik schrik nergens meer van. Al die vrienden van mij die vermoord zijn... Wat maakt mij het dan uit dat ze mij ober noemen? Ik ben op het rechte pad gebleven, dus noem me lekker ober. Ik heb geleefd en overleefd. Én ik heb voor AC Milan gespeeld. Dat kan niet iedereen zeggen. Dus noem me de man van het circus. Je kunt me toch niet breken.’

Veel anekdotes van Esajas gaan gepaard met lachbuien. Hij vertelt dan vol energie en bravoure over zijn leven binnen en buiten het voetbal. Soms valt hij even stil, wordt zijn blik dof en stem zacht. Bijvoorbeeld als het over de jaren gaat die ervoor zorgden dat hij niet de carrière kreeg die hij had kunnen hebben.

‘In de jeugd bij Ajax was ik het beste spelertje, maar ik had geen papa en mama die mij overal naartoe brachten. Veel ploeggenootjes van me werden gepamperd, maar naar mij keek niemand om. Ik kon alleen op de club komen als ik zwart-reed met de tram. Ik had geen begeleiding en ik ging om met de verkeerde mensen. Dat zeiden ze toen al tegen me, maar ik was jong. Ik had geen idee. Pas later besefte ik dat ze gelijk hadden.’

Anno 2016 traint Harvey Esajas de Zaterdag 1 van ASV Arsenal. ‘Hé, heb jij voor AC Milan gespeeld?’
Anno 2016 traint Harvey Esajas de Zaterdag 1 van ASV Arsenal. ‘Hé, heb jij voor AC Milan gespeeld?’

Telefoontje

Esajas breekt niet door bij Ajax, maar doet dat bij Feyenoord wel. Acht duels (én een doelpunt tegen Ajax) later vertrekt hij alweer uit Rotterdam. Via FC Groningen, SC Cambuur en FC Dordrecht belandt hij in 1999 in Spanje. Na korte avonturen bij CD Mostoles, Real Madrid Castilla en Zamora CF besluit hij in 2001 maar gewoon te gaan werken. In het circus, als gids en in een restaurant. Als hij drie jaar later wil beginnen aan een officiële opleiding tot reisagent, gaat zijn telefoon. Het is een telefoontje dat zijn leven op zijn kop zal doen staan. Alleen weet hij dat dan nog niet.

‘Het was Clarence Seedorf. Hij vroeg me of ik zin had om een weekendje naar Milaan te komen. Dan konden we lekker bijpraten en kon ik de derby tegen Inter zien.’ Dus Esajas stapt op het vliegtuig van Madrid naar Milaan, naar de jeugdvriend die hij al kent uit zijn pupillentijd bij Ajax. De jeugdvriend die de carrière kreeg die voor hem niet weggelegd bleek. Het is februari van 2004, de dan 29-jarige Esajas lijkt in de verste verte niet meer op een topsporter. Hij heeft het ervan genomen in Spanje en weegt rond de 125 kilo. ‘In Nederland leef je op de klok. In Spanje lééf je. En daar heb ik volop van genoten, omdat ik weet dat elke dag op aarde je laatste kan zijn.’

‘Dus ik land op Milaan, Clarence haalt mij op en ik rij met hem naar Milanello.’ Alleen al door de herinnering begint Esajas te stralen. ‘Ken je dat? Die geur van voetbal? Ik kan het niet omschrijven, maar het is een combinatie van geur en energie. Die hing daar. Ik dacht: Wooooow! Ik zag hoe gelukkig Clarence daar was, hij hoorde daar bij de uitverkorenen. En ik dacht: Daar wil ik ook bij horen. Dat zei ik vervolgens tegen Clarence: Dit wil ik ook, man.’

‘Het was eigenlijk een geintje, maar Seedorf stelde me voor aan iedereen daar. Ook aan trainer Carlo Ancelotti. Hij zei: “Kijk trainer, ik heb een nieuwe verdediger voor je”. Carlo moest natuurlijk ook hard lachen, maar daarna vroeg hij wel naar mijn verhaal. Dus ik vertelde dat aan hem. Clarence legde uit dat ik vroeger het grootste talent bij Ajax was, maar geen begeleiding had gehad en dat het daardoor allemaal zo was gelopen. Op een zeker moment kwamen Adriano Galliani (directeur, red.) en de clubpsycholoog erbij zitten.’

Bij Feyenoord in 1993 met Giovanni van Bronckhorst.
Bij Feyenoord in 1993 met Giovanni van Bronckhorst.

Experiment

Wat begon als grap, begint naarmate het gesprek vordert, steeds serieuzer te worden. Milan ziet in Esajas een interessant experiment. ‘Bezit een voormalig toptalent zijn talent nog na al die jaren, als je hem weer op conditie brengt? Die vraag wilden ze beantwoorden. Ik kreeg een uitnodiging om een paar maanden op Milanello te komen wonen, waar ze mij met een speciaal programma weer helemaal fit zouden maken. Ik werd niet uitgenodigd als voetballer, maar als laboratoriumrat.’

‘Ik werd niet uitgenodigd als voetballer, maar als laboratoriumrat’

‘Ze stelden me maar drie vragen: “Geloof je in jezelf, heb je wilskracht en kun je volgen?” Natuurlijk, zei ik. Ik heb heel veel problemen, maar die eigenschappen bezit ik wel. Hou mij een wortel voor, en ik ga ervoor.’ Milan eist kadaverdiscipline van Esajas. Hij moet zich volledig overgeven aan het programma. Laat hij een steek vallen, is het direct afgelopen. Raakt hij geblesseerd, is het einde experiment.

Esajas kan de routine die vier maanden lang de zijne was, nog moeiteloos opdreunen. ‘Zeven uur opstaan, havermout met water en eiwit met groente eten. Verschrikkelijk smerig. Daarna veertig minuten snelwandelen. Daarna een hapje rijst met bresaola en een uur en een kwartier cardio. Vervolgens even rust en dan vijf rondjes door het bos rennen. Dan een training met de bal en weer een hapje rijst met bresaola. Vervolgens weer cardio, daarna avondeten en slapen. En dat dag in dag uit. Man, ik heb gebikkeld.’ 

Trainingen van Milan worden dan al dagelijks uitgezonden via de officiële clubzender, Milan Channel. Als de selectie een vrije dag heeft, is er normaal gesproken niets te zien. Maar nu zien fans van de Rossoneri elke dag een onbekende speler als een bezetene tekeergaan. ‘Iedereen begon vragen over mij te stellen. Iedereen wilde weten wie die gozer was die de hele dag aan het rennen was.’

‘Ik heb geleefd en overleefd. Én ik heb voor AC Milan gespeeld. Dat kan niet iedereen zeggen’

‘Elke week moest ik testen doen en elke keer scoorde ik beter. Milan zag weer een topsporter in mij ontstaan.’ De uitslagen van alle spelers werden elke week opgehangen op het trainingscomplex. ‘Ik zag het als een race. Ik begon als laatste, met een enorme achterstand op de rest. Maar ik zag dat de verschillen kleiner werden en ik moest en zou iemand inhalen. Het gevoel dat ik had toen me dat gelukt was, weet ik nog steeds. Helaas weet ik niet meer wie ik inhaalde. Maar toen had ik laten zien dat ik mijn mannetje kon staan, en vooral dat ik waardig was.’

De beloning is een uitnodiging van Ancelotti voor een training met het eerste elftal. ‘Dat was toen het seizoen voorbij was en de meeste spelers weg waren vanwege het EK. Jon Dahl Tomasson en Andriy Shevchenko waren er bijvoorbeeld nog wel, net als wat Italiaanse jongens. Het ging me best redelijk af, ik mocht vaker meedoen.’

Genieten met Clarence Seedorf bij AC Milan.
Genieten met Clarence Seedorf bij AC Milan.

Musica

De grote spelers van Milan hebben Esajas dan al maanden in zijn eentje zien knokken op een bijveld. Respect verdient hij daar bepaald niet mee. ‘Ze dachten: Wie is die gozer? Wat komt hij hier nou doen?’ Esajas beseft dat de wetten van het topvoetbal niet zoveel verschillen met die van de straat. ‘Ik dacht: Shevchenko heeft net de Gouden Schoen gewonnen, hij is de beste van allemaal, die moet ik pakken. Dus ik speel hem door zijn benen. En weet je wat ik hem vervolgens vroeg? Hoeveel geld hij ook alweer verdiende. Alleen met zo’n actie verdien je respect bij die gasten.’

‘Dat was een keerpunt voor mij, het moment waarop ik de eerste miljonair poortte. Ik kreeg weer plezier en werd me bewust van mijn rol in de groep. Ik moest ervoor zorgen dat de hele selectie achter mij ging staan, dat ze het mij gingen gunnen. Dat kon ik doen met kleine dingen. Door de winnende te maken in een trainingspot, of door iemand een panna te geven.’

‘Dat was een keerpunt voor mij, het moment waarop ik de eerste miljonair poortte’

Vooral van dat laatste recept maakt Esajas veel gebruik. Hij komt er zelfs om bekend te staan. ‘Musica, dat werd mijn bijnaam. Want als ik iemand door zijn benen had gespeeld, begon ik te lachen en zingen. That’s my music, zei ik dan. Daar kwam die bijnaam vandaan. De spelers met wie ik nog contact heb, noemen me nog steeds zo.’

Nog steeds leeft Esajas volgens een militair regime op het trainingscomplex, tot de dag waarop hij onder de grens van negentig kilo schiet. ‘Toen heeft de clubpsycholoog me mee uit eten genomen. Hij heeft voor ons allebei een fles champagne besteld en daarna hebben we alle kreeften gegeten die ze in dat restaurant konden vinden. Heerlijk! Ik had het verdiend, zei hij.’

Zijn wonderlijke avontuur als proefkonijn van Milan loopt dan op zijn einde. Tenminste, dat denkt Esajas als hij in juni 2004 het kantoor van Galliani binnenloopt. ‘Ik wilde vragen of ik op vakantie mocht, maar Galliani had heel andere plannen. Hij zei dat hij met Ancelotti gesproken had, dat ik een goede linker had en dat ik mocht blijven. Sterker nog: hij bood me zelfs een contract aan. Dat geloof je toch niet?! Ik viel bijna van mijn stoel.’

‘Mijn plan was al die tijd geweest fit te worden en daarna een clubje te vinden, maar ik mocht bij Milan blijven. Ik belde direct Clarence op, die met Oranje op het EK speelde. Ik zei: Gast, je gelooft nooit wat me net is overkomen. Hij moest hard lachen en feliciteerde me. Ik heb toen alle mensen in mijn telefoonlijst gebeld. Harvey is back! Vier jaar niet gesport en dan een contract bij Milan. Ik was zo trots.’

Vanaf dat moment heeft Esajas nog maar één doel: een wedstrijd spelen voor Milan. ‘Al die mensen die om mij hadden gelachen, wilde ik de mond snoeren. Daar was het mij om te doen. Milan vroeg of ik verhuurd wilde worden aan Udinese, maar daar had ik geen zin in. Ik wilde voor die ene wedstrijd gaan. Ook al zou ik maar één minuut spelen, dan was mijn missie al geslaagd geweest.’

Maar dat lijkt op voorhand al een onmogelijke opgave. De selectie van AC Milan bestaat voor het seizoen 2004/05 uit 25 vedetten. ‘Ik ben linksback. Voor mijn positie had de trainer Paolo Maldini, Kakha Kaladze, Serginho en Giuseppe Pancaro. Dus er moesten vier spelers geblesseerd raken, voordat ik ook maar in beeld zou komen. Maar het was mijn droom. Dat contract was zo’n geweldige motivatie voor mij. Ik keek niet naar de obstakels, alleen naar het doel dat ik wilde bereiken.’

Beloning

Maandenlang vecht Esajas voor wat hij waard is op de training en in het beloftenteam van Milan. Hij verdient het respect van spelers en staf met zijn panna’s, positieve instelling en enorme doorzettingsvermogen. Eind november neemt Ancelotti hem als beloning op in zijn wedstrijdselectie voor het bekerduel met Palermo. Esajas mag in de tweede helft gaan warmlopen. ‘We stonden met 2-0 voor en op een gegeven moment zei de trainer dat ik erin zou komen. Toen maakte Palermo de 2-1 en moest Andrea Pirlo invallen. Dat was echt shit.’

Anderhalve maand later, voor de returnwedstrijd in Milaan, wordt er weer een beroep gedaan op Esajas. Weer mag hij warmlopen. ‘Het hele stadion klapte voor me. Ik was die rare gozer die ze al die tijd hadden zien knokken op Milan Channel. Altijd in mijn eentje, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Het publiek stond voor me op, de mensen gunden het me. Heel mooi.’

‘Na een tijdje warmlopen vroeg de trainer of ik er klaar voor was. Natuurlijk was ik er klaar voor. Dit was mijn droom. Dit was het moment waar ik naartoe had geleefd.’

In de 87ste minuut gaat het wisselbord omhoog. Harvey Esajas, de speler met rugnummer 30 die 11 maanden geleden nog 125 kilo woog en zich had ingeschreven voor een opleiding tot reisagent, mag invallen. ‘Iedereen ging voor mij staan. De mensen kenden mijn verhaal, ze wisten waar ik vandaan was gekomen.’ Met zijn derde balcontact biedt Esajas een reusachtige kans aan Tomasson. ‘Miste hij gewoon, pfff.’ Even valt Esajas stil. Alsof hij wegdroomt en weer in het moment zit, op het veld van San Siro staat en een wedstrijd speelt met Seedorf, Stam, Nesta en Rui Costa.

Dan: ‘Veel mensen zeggen: Die Esajas heeft maar zes minuten voor Milan gespeeld, dat stelt niets voor. Maar ik héb zes minuten bij Milan gespeeld. Ik heb keihard gewerkt en het helemaal zelf verdiend. Kijk waar ik vandaan kom, kijk wat ik ervoor gedaan heb. De mensen in San Siro zijn voor mij opgestaan. Dat krijg je niet cadeau.’

‘Na mijn debuut is er nog een documentaire over mij gemaakt door een Italiaanse tv-zender, volgens een what if-scenario. Het verhaal was dat ik als afwasser mijn telefoon in het water liet vallen en dat Seedorf mij daardoor nooit heeft kunnen bereiken. In plaats van speler van AC Milan werd ik dus gewoon reisagent. Maar ik geloof in het lot. Zoals het is gebeurd, heeft het moeten zijn.’

‘Ik ben de 811de speler in de geschiedenis van AC Milan geworden. Dat kan niemand ooit meer zijn, want dat ben ik: Harvey Esajas. Ik heb het gewoon gered. Ik heb het onmogelijke mogelijk gemaakt.’