
Charlison Benschop (35) sleurt en knokt nog iedere week met Alemannia Aachen in de Derde Liga. De spits is alweer toe aan de dertiende club in zijn carrière. In Duitsland blikt good old Benschop terug op zijn kleurrijke loopbaan en kijkt hij vooruit. 'Kreeg ik ineens een berichtje van Mario Balotelli of ik een paar koffers kon opsturen.'
De lach van Charlison Benschop klinkt door de Duitse fitnessruimte in Nettetal, een stadje net over de grens bij Venlo. Nee, hij heeft met de Derde Liga niet echt een competitie uitgekozen om lekker uit te bollen, zo aan het einde van zijn loopbaan. ‘Ik loop hier als spits van 35 jaar soms nog 12,7 kilometer per wedstrijd’, lacht hij het spleetje tussen zijn tanden bloot. ‘Ik denk niet dat een Eredivisie-spits nog vaak zo’n afstand aflegt.’
'Dat kabine-gevoel. Het kleedkamergevoel, bedoel ik. Daar geniet ik nog iedere dag van'
Eerder die ochtend staat Benschop na zijn training bij de fysio nog even op de loopband. Hij is herstellende van een lichte kuitblessure en hoopt richting het einde van het seizoen nog belangrijk te kunnen zijn voor Alemannia Aachen, de gevallen grootmacht die na faillissementen weer voor het eerst sinds 2013 op het derde niveau van Duitsland speelt. Hij hoopt aan het einde van deze maand nog van waarde te kunnen zijn in de finale van de Mittelrheinpokal, een regionaal toernooi voor alle teams onder de Tweede Bundesliga. De winnaar van het toernooi plaatst zich voor de DFB Pokal van volgend seizoen. Hij staat te trappelen en oogt in niets als een verzadigde profvoetballer op leeftijd. Hij staat met een grote glimlach op de loopband en steekt zijn duim in de lucht.
Alweer achttien jaar geleden maakte Benschop zijn debuut in het profvoetbal voor RKC Waalwijk. Zijn carrière bracht hem vervolgens naar onder andere Alkmaar, Brest, Düsseldorf, Hannover en Limasol. Hij scoorde tegen topploegen als Paris Saint-Germain en Bayern München. Nu gaat hij iedere week nog de strijd aan met Duitse slagers op het derde niveau. Wat drijft hem om dat nog te doen? ‘Ik vind het gewoon nog zo lekker om op het veld te staan’, zegt Benschop, die plaatsneemt op een fitnessbankje. Door zijn jaren als voetballer in Duitsland en zijn huwelijk met zijn Duitse vrouw husselt hij af en toe twee talen door elkaar. ‘Dat kabine-gevoel. Het kleedkamergevoel, bedoel ik. Daar geniet ik nog iedere dag van.’

Verlies vader
In het nieuwe Tivoli Stadion van de club uit Aken zien om de week dertigduizend toeschouwers de ervaren rot over het veld sleuren. De supporters zien dan ook dat Benschop - net als in bijna zijn gehele carrière - met rugnummer 35 speelt. ‘Op die leeftijd overleed mijn vader’, vertelt Benschop, die in augustus diezelfde leeftijd bereikte. ‘Dat was wel een dingetje om net zo oud als hij te worden. Die maanden ervoor was ik toch wel zenuwachtig. Ik weet nou niet of ik een soort opluchting voelde, maar het was in ieder geval een gevoel dat ik nog nooit eerder had ervaren.’
Charlison, de zoon van Charlie, was tien jaar oud toen zijn vader wegviel door de gevolgen van kanker. ‘Ik was een tijdje niet bepaald het liefste jongetje’, zegt Benschop. ‘Ik had de voetbalkwaliteiten wel, maar qua gedrag was het een stuk minder. Mensen zeiden in die tijd in ieder geval niet: Daar zit een goed koppie op. Ik was heel snel gefokt, zoekende en focuste me niet altijd op het voetbal.’
'Toen had ik zoiets van: Ik doe het allemaal voor jou, pap. Tot op de dag van vandaag bedank ik hem na ieder doelpunt'
Vanuit de C3 van VV Spijkenisse vocht hij zichzelf omhoog. Juist door het wegvallen van zijn vader ging de knop om in zijn hoofd. ‘Toen had ik zoiets van: Ik doe het allemaal voor jou, pap. Tot op de dag van vandaag bedank ik hem na ieder doelpunt.’ Zelfs bij een verdrietig onderwerp is de lach van Benschop nooit ver weg. ‘Als ik bepaalde periodes geen doelpunt maakte, voelde ik ook zijn druk. Zo van: Wanneer ga je weer een keer scoren?’