Waarschijnlijk gaat N’Golo Kanté die prijs niet pakken, maar er valt een stevig pleidooi op te zetten met argumenten waarom de verdedigende middenvelder van Frankrijk de beste speler van dit WK is. De kern van die argumentatie: alleen Luka Modric heeft dit toernooi evenveel ballen veroverd als Kanté (48), maar daar had de Kroatische smaakmaker veel meer speelminuten voor nodig. Hoog tijd voor een nadere blik op het vermogen van Kanté om overal tussen te zitten met tackles en intercepties.
Tijdens het kampioensjaar van Leicester City in 2016 doen twee hoofdrolspelers een gedenkwaardige poging om te mysterieuze kwaliteiten van Kanté te duiden. Manager Claudio Ranieri merkt na een overwinning op Chelsea, de huidige club van Kanté, het volgende op over de defensieve middenvelder. ‘Hij is waanzinnig. Hij pakt alle ballen af. In dit stadion, in andere stadions, overal.’ Een quote die overtroffen wordt door scout Steve Walsh, die tegenover de BBC half grappend opmerkt: ‘Mensen denken dat wij met een tweemansmiddenveld spelen. Dat klopt niet. We spelen met Danny Drinkwater in het midden en Kanté aan beide kanten naast hem. In feite staan er bij ons twaalf spelers op het veld.’
Kanté telt voor twee. Die lezing valt eenvoudig te begrijpen voor iedereen die hem tijdens een wedstrijd over het hele veld tegenstanders ziet opjagen. Tegelijkertijd blijft Kanté een raadsel. Want hoe krijgt die gedrongen speler van 1 meter 68 het voor elkaar om steeds op de juiste plek te staan om in te grijpen? Om een completer antwoord te kunnen geven op die vraag hebben we de beelden van zijn 48 balveroveringen op dit WK onder de loep gelegd. Op zoek naar de kenmerken die Kanté onderscheiden van al die andere middenvelders die ook proberen om de balans te bewaken.
