De komende dagen neemt het Nederlands elftal het in de kwartfinale van de Nations League tweemaal op tegen de Europees kampioen. Vandaar dat VI PRO de tactische speelwijze van Spanje uitgebreid onder de loep neemt. Analyse van een atypische landenploeg die momenteel wat experimenteert op de backposities.
Doorpakken ná een hoofdprijs. Het is absoluut niet elke EK- of WK-winnaar gelukt, in het recente verleden. Maar bij Spanje oogt niet alleen het heden, maar ook de toekomst rooskleurig. Met Lamine Yamal (17), Nico Williams (22) en Pedri (22) bevinden de drie sterspelers zich járen voor hun piekleeftijd, terwijl de defensie er sinds het gewonnen EK met Pau Cubarsí (18) een megatalent heeft bijgekregen.
Ten opzichte van dat EK is de andere grote verandering dat de Ballon d'Or-winnaar ontbreekt. De blessure van controleur Rodri wordt tot dusver kundig opgevangen door Barça-revelatie Marc Casadó (nu geblesseerd) en Martín Zubimendi (Real Sociedad). Hoewel bondscoach Luis de la Fuente met Dani Olmo ook een technicus kan toevoegen die wat agressiever de diepte zoekt met zijn loopacties, kiest hij op de twee creatieve middenveldsposities doorgaans voor meesterpassers Pedri en Fabián Ruiz.
Op rechtsachter zien we wél nieuwe gezichten. Door de ernstige blessure bij EK-held Dani Carvajal wisselt De la Fuente daar nu af tussen de aanvallend sterke Pedro Porro (Spurs) en de defensief iets betrouwbaardere Óscar Mingueza (Celta de Vigo). Speelt deze conservatiever ingestelde back, dan maakt dat de weg vrij voor een basisplek op linksachter voor de zeer offensief denkende Álex Grimaldo (Bayer Leverkusen).
In het afgelopen najaar zien we Spanje - uiteraard - vooral voortbouwen op dat wat de Europese titel opleverde. En dat levert de ploeg van Ronald Koeman op een paar verschillende tactische vlakken een lastige mismatch op.
Gerelateerde artikelen
