De Nederlandse jaren van Cheick Tioté: 'Ongelooflijk, wat een beest was dat'
© Pro Shots
PRO

De Nederlandse jaren van Cheick Tioté: 'Ongelooflijk, wat een beest was dat'

Zij die Cheick Tioté van nabij meemaakten, konden het amper bevatten: dat zo’n oersterk mens zomaar kan bezwijken. Op 5 juni 2017, vandaag vijf jaar geleden, overleed hij plotseling. De middenvelder uit Ivoorkust was pas dertig toen een hartaanval hem fataal werd. In Kerkrade en Enschede gingen de gedachten vijf jaar geleden terug naar een ingetogen mens, maar een beestachtige speler. ‘Het was alsof hij voelde dat hij weg zou gaan.’

‘Vroeger op straat vochten we al om Cheick. Iedereen wilde hem in zijn ploeg hebben. Niemand wilde tégen hem spelen, dat was het vooral.’ Met het verdriet in zijn stem verhaalt Sekou Cissé over zijn jonge jaren in Abidjan, de grootste stad van Ivoorkust. Het leven was er grimmig en vaak ongenadig, maar aan de bal konden kinderen zich kind wanen. Cissé speelde eindeloos op straat met de andere jongens uit zijn buurt. Onder hen een klein maar beresterk ventje, van het gezin met negen kinderen verderop in de straat. Hij en Cissé werden vrienden voor het leven, wat in de praktijk bedroevend kort zou zijn.

Als kind was Cheick al heel timide. Maar zodra we gingen voetballen, veranderde hij in een tijger
Sekou Cissé

‘Cheick en ik waren altijd samen’, zegt Cissé. ‘We hadden veel gemeen. Allebei verloren we op jonge leeftijd onze ouders. De vader en moeder van Cheick waren ziek. Voetbal was ons leven. Als kind was Cheick al heel timide. Maar zodra we gingen voetballen, veranderde hij in een tijger. We speelden op straat, zonder schoenen. Maakte hem niks uit. Cheick duelleerde en tackelde om de bal te veroveren. Hij was ongelooflijk sterk, maar kon ook heel goed voetballen.’ De twee vrienden speelden jaren samen voor FC Bibó, een club op 250 kilometer van Abidjan met een in Ivoorkust geprezen jeugdopleiding. Daarna nam Cissé afscheid van Tioté: hij ging voorop naar Europa.

Poort

Tegen de manager die hem onderbracht bij Roda JC zei de aanvaller het herhaaldelijk: ‘Zoek ook een mooie club voor Cheick, hij is de beste van allemaal.’ Tioté ontving binnen de kortste keren een pakketje van zijn kameraad in Kerkrade, met daarin zijn eerste echte voetbalschoenen. Vijf maanden na Cissé tekende ook Tioté een contract in West-Europa. De achttienjarige krachtpatser ging voetballen voor Anderlecht. In Brussel werd drie seizoenen lang vooral zijn geduld getest. Hij kwam tot een handvol optredens in de hoofdmacht, maar verbeet zich vooral bij de reserves. Blessures deden zijn zaak geen goed. In de zomer van 2007 rammelde Roda JC aan de poort bij Anderlecht, op zoek naar betaalbare versterkingen. Tioté was een van de spelers die te huur werden aangeboden. Cissé: ‘Trainer Raymond Atteveld vroeg of ik Cheick kende. Al sinds mijn vijfde, zei ik. Cheick is mijn vriend en hij is geweldig. Haal hem! Ik was zo blij toen we weer gingen samenspelen.’

Met linksbuiten en landgenoot Roland Lamah verruilde Tioté vijftien jaar geleden Anderlecht voor Roda JC. Ze kregen elk hun eigen appartement in de Bernardushoeve in Ubachsberg, de herberg van Marco van Hoogdalem en zijn vrouw. De oud-speler was al meteen fan van Tioté. Hij kon amper geloven dat de niets-ontziende middenvelder en de schuchtere herbergbewoner één en dezelfde persoon waren. ‘Ik vergeet nooit dat Cheick een avondje weg was geweest en bij terugkomst voor een gesloten poort stond’, vertelt Van Hoogdalem. ‘Die poort was niet eens op slot, je hoefde alleen maar stevig aan een klepel te draaien. Voor een krachtmens als Cheick een makkie, maar hij had er alleen even voorzichtig aan gevoeld. Daarna kon hij op allerlei manieren binnenkomen. Gewoon bij ons aanbellen bijvoorbeeld. Of desnoods een raampje intikken. Maar Cheick ging liever in zijn auto slapen. Mét de verwarming aan, zodat hij de volgende ochtend een lege accu had en ik hem naar de training moest brengen. Hij was in die tijd nog een beetje onnozel. En vooral heel erg verlegen. Ik heb dat jaar geen omkijken naar hem gehad. Niet één keer geluidsoverlast of wat dan ook.’

Hij kon op allerlei manieren binnenkomen, maar ging liever in zijn auto slapen
Marco van Hoogdalem

Tijdens zijn eerste interview met VI oogde Tioté ook als een schooljongen die voor het eerst een spreekbeurt moet houden. Nerveus draaide hij op zijn stoel, ogen gericht op de vloertegels in het oude stadion Kaalheide. Het praten liet hij zo veel mogelijk over aan Lamah, die al iets meer bravoure had. Als Tioté wat zei, dan ging het vooral over het geloof. ‘We zijn verplicht het maximale uit onze mogelijkheden te halen. God heeft Roland en mij de weg naar het voetbal gewezen, nu moeten wij zorgen dat we ons talent optimaal gebruiken’, zei de moslim toen, in 2007.

Cheikh Tioté laat zich op 27 december 2007 bejubelen na zijn winnende treffer tegen SC Heerenveen.
© Pro Shots
Cheikh Tioté laat zich op 27 december 2007 bejubelen na zijn winnende treffer tegen SC Heerenveen.

Zweet

Volgens Cissé was Tioté gelukkig in Kerkrade. ‘Met de kou had hij het moeilijk, dat hebben wij Afrikanen allemaal. Maar hij vond de mensen warm en vriendelijk. En hij speelde eindelijk, dat was voor Cheick het belangrijkste. Sommige spelers hadden problemen met de harde aanpak van Atteveld, Tioté helemaal niet. Hij vond het heerlijk om af te zien.’

Martin Koopman, destijds de assistent-trainer, weet het nog goed. ‘Op een dag deden we een oefenvorm, waarbij alle spelers constant in beweging moesten blijven. Zodra er eentje stilstond, ging de bal naar de andere partij. Heel intensief. Na vier sessies van twaalf minuten was iedereen kapot. Raymond zei: “We zijn klaar, tenzij jullie nog héél graag doorgaan voor een vijfde ronde”. Toen was er eentje die eens over zijn gezicht wreef, het zweet van zich afgooide en naar ons knikte. “Let’s go!” En omdat Cheick nog een keer wilde, moesten al die andere spelers er ook aan geloven. Ongelooflijk, wat een beest was dat.’

Eenmansleger Tioté was binnen de krijtlijnen nog erg onstuimig – niet elke tegenstander kegelde hij uit noodzaak omver – maar zijn kwaliteiten stonden buiten kijf. Geïnspireerd door zijn held Edgar Davids denderde de Ivoriaan over de Nederlandse velden. Koopman herinnert zich de gewonnen uitwedstrijd tegen PSV (2-4). ‘Cheick was de baas op het veld.’ Verzorger Norbert Keulen kneep zijn oude handen haast stuk op Tioté. ‘Eén brok spieren was dat, ongelooflijk. Je zou denken dat hij eigenlijk een stuk ouder was, dat had je wel vaker bij Afrikaanse jongens. Eerder hadden we Bernard Tchoutang bij Roda, die was gegarandeerd jaren ouder dan zijn voetballeeftijd. Maar bij Cheick was er geen twijfel. Die had gewoon van zichzelf een kast van een lichaam. Hij was een echte winnaar, kansarm geboren en gehard op straat.’

Je zou denken dat hij eigenlijk een stuk ouder was, maar Cheick had gewoon van zichzelf een kast van een lichaam
Martin Koopman

Ploeggenoten zagen of hoorden Tioté amper. ‘Cheick viel niet op’, zegt toenmalig aanvoerder Marcel Meeuwis. ‘Hij was heel rustig en lief, onderdanig haast. Totdat hij het veld opging. Als je met Cheick een duel aanging op de training, hield je er altijd pijn aan over. Híj had nooit ergens last van. Een sterkere speler heb ik nooit meegemaakt.’ Nou en of, zegt teammanager Ger Senden. ‘Het was alsof je tegen een muur opliep. Cheick was te goed voor Roda, dat hadden we allemaal al snel in de gaten.’

Geweldenaar op de bank

Met de negende plaats en de verloren bekerfinale tegen Feyenoord nam Tioté al na een jaar afscheid van Roda JC. Atteveld en Koopman deden verwoede pogingen hem te behouden, maar de club hikte aan tegen de transfersom. Geld was in die tijd nog geen probleem voor FC Twente, dat de verdedigende middenvelder voor 2,5 miljoen euro losweekte van Anderlecht. In zijn twee jaar in Enschede was Tioté een bijzonder geval: iedereen vond hem een geweldenaar, van materiaalman tot voorzitter, maar in het weekeinde zat hij meestal op de bank. ‘Chekkie is een speler voor Real Madrid’, liet ploeggenoot en fan Theo Janssen zich ooit ontvallen. ‘Cheick was misschien wel onze beste speler’, zegt oud-keeper Sander Boschker. ‘Vonden we eigenlijk allemaal wel. En toch geen basisplaats. Apart verhaal, ja. Maar het liep natuurlijk goed bij ons in die periode. En trainer Steve McClaren was een beetje bijgelovig. Een beetje veel, zeg maar. Die wilde het liefst zo weinig mogelijk veranderen. Dat kun je hem ook niet kwalijk nemen, als je ziet wat het heeft opgeleverd. Maar voor Cheick was dat moeilijk te accepteren.’

Op 13 augustus 2008 in dienst van FC Twente in duel met Arsenal-vedette Robin van Persie in de voorronde van de Champions League.
© Pro Shots
Op 13 augustus 2008 in dienst van FC Twente in duel met Arsenal-vedette Robin van Persie in de voorronde van de Champions League.

Volgens Jan van Halst, destijds de algemeen directeur van FC Twente, deed in de bestuurskamer na wedstrijden regelmatig de grap de ronde dat de deur beter op slot kon worden gegooid. Voor het geval Tioté weer eens verhaal zou komen halen. ‘Ik ken die verhalen ook van Jan en van voorzitter Joop Munsterman’, vervolgt Boschker, ‘maar bij ons liet Cheick zijn frustraties nooit merken. Hij ging daar heel professioneel mee om. Als we hem nodig hadden, dan stond hij er altijd.’

Alfred Schreuder, voormalig assistent van McClaren, dacht de afgelopen dagen met weemoed terug aan de trainingen van toen. ‘Dan kon ik echt genieten van Cheick. Hij bleef maar gaan. Voor pass -en trapvormen sloot hij graag weddenschappen af met Wout Brama: wie de meeste fouten maakt, moet zich vijftien keer opdrukken. Dat tekent zijn speelsheid en tegelijkertijd hoe enorm competitief hij was. Ik hield ook vaak mijn hart vast tijdens de trainingen. Als dat maar goed gaat, dacht ik dan als Cheick er weer eens invloog. Vooral met Douglas vocht hij de felste duels uit.’ Vooral na het toernooi om de Afrika Cup in 2010 was het oppassen geblazen voor teamgenoten. ‘Toen nam Cheick de Afrikaanse speelstijl mee naar Twente’, zegt Brama. ‘Wekenlang bleven we zoveel mogelijk bij hem uit de buurt op het trainingsveld.’

Tioté was in het kampioensjaar 2010 de meest besproken speler in de staf van FC Twente, vertelt Schreuder. De trainers waren het allemaal erover eens dat het in feite nergens op sloeg iemand met de klasse van Tioté op de bank te zetten. ‘Steve zei altijd: “Cheick is de enige van onze middenvelders die in de Premier League kan spelen. Met twee vingers in de neus zelfs”. En toch mocht hij zelden meedoen. Dat klinkt heel tegenstrijdig, maar het middenveld met Theo, Wout en Kenneth Perez was zo goed en complementair. Dat wilden we toch niet uiteen halen.’ Schreuder en de andere assistent Kees van Wonderen voerden talloze gesprekjes met Tioté, waarin ze hun dilemma probeerden uit te leggen. ‘Ook veel ploeggenoten praatten op Cheick in. Theo en Wout, Blaise Nkufo met wie hij het meeste contact had. Hij was zo’n lieve jongen, iedereen wilde hem helpen.’

Echt begrijpen deed Tioté zijn eigen situatie niet, maar de Afrikaan werd bij FC Twente nooit een storende factor. ‘We zagen soms heus wel dat het pijn deed’, zegt Schreuder, ‘dat is ook normaal. Maar Cheick herpakte zich altijd en was nooit vervelend.’

Cheick Tioté met Luuk de Jong op zijn rug. FC Twente is in 2010 kampioen van Nederland.
Cheick Tioté met Luuk de Jong op zijn rug. FC Twente is in 2010 kampioen van Nederland.

Gekleurde briefjes

Ook in Enschede was Tioté een fantoom buiten de lijnen. Hij was er, maar ook niet. ‘Je hoorde hem nooit’, herinnert Boschker zich. ‘De taal was ook een probleem, hij sprak bijna alleen Frans. Dus echt hoogte kregen we nooit van Cheick. Met zijn auto maakte hij er een potje van, dat weet ik wel. Hij woonde in het centrum van Hengelo, waar hij zijn witte Porsche 911 cabrio altijd pal voor de deur zette. Dat was winkelgebied, daar mochten geen auto’s staan. Vijftig meter verderop was een parkeerplaats. Maar Cheick was te lui om te lopen. Als ik bij hem langs kwam, zaten er altijd gekleurde briefjes onder zijn ruitenwisser.’

Aan de clubauto beleefde Tioté weinig plezier. ‘Van die Golf GTI had Cheick de motor zo opgeblazen. Toen hij die wagen moest inleveren, had hij een probleem. Die stond nog in Brussel. Cheick ging in die tijd regelmatig op en neer naar België. Dan vertrok hij ’s ochtends uit Brussel en belde hij onderweg dat hij iets later was vanwege de files. Maar echt, hij was een heel fijne jongen. Ik kan er geen onvertogen woord over zeggen.’

Hij zette zijn witte Porsche 911 cabrio altijd pal voor de deur. Dat mocht niet en vijftig meter verderop was een parkeerplaats. Maar Cheick was te lui om te lopen
Sander Boschker

Tijdens zijn Twentse jaren voerde Tioté lange telefoongesprekken met Cissé, zijn maatje in het zuiden. ‘Enschede was anders dan Kerkrade, vond Cheick. De mensen waren wat afstandelijker. Buiten zijn gezin had hij niet veel contacten. Thuis was hij vaak verdrietig, vooral omdat hij zo weinig mocht meedoen. Blijf in jezelf geloven, ik weet hoe goed je bent, zei ik hem. Doe wat je kunt, ook al is het maar voor tien of twintig minuten.’ En dat deed Tioté. Schreuder: ‘Uit tegen PSV bijvoorbeeld, zes wedstrijden voor het einde van de competitie. We stonden heel lang met 1-0 achter en kwamen steeds verder in de verdrukking. De meeste trainers zouden dan een aanvaller erbij zetten, maar Steve deed een minuut of 25 voor tijd wat anders: hij bracht Tioté voor Perez. Daardoor kregen we grip op de wedstrijd en speelden we nog gelijk. Bij een voorsprong lieten we hem ook vaak invallen. Cheick, Theo en Wout konden samen zó goed op balbezit spelen. Dan wisten we op de bank gewoon: Dit kan niet meer mis.’

Droom

Na het kampioenschap was het voor iedereen duidelijk dat Tioté toe was aan een vertrek. Hij zag zijn Engelse droom in vervulling gaan met een transfer naar Newcastle United, waar hij het liefst zesenhalf jaar volhield en het nog tot aanvoerder schopte. De Ivoriaan werd een geroemd en gevreesd speler in de Premier League, wat niemand in Kerkrade en Enschede verbaasde. ‘Ik ben er altijd trots op geweest dat ik met zo’n klasbak heb samengespeeld’, zegt Boschker.

Nadat hij zijn basisplaats was kwijtgeraakt onder manager Rafa Benítez, besloot Tioté te vertrekken. Een transfer naar Galatasaray ketste nog af, maar in februari 2017 vond de 55-voudig international onderdak bij Beijing Enterprises. Op het trainingsveld van de Chinese club stortte hij op maandag 5 juni in. Ploeggenoten deden wat ze konden om Tioté nog op de been te krijgen, maar het mocht niet baten. Een uur later was hij doodverklaard. De beer was geveld, twee weken voor zijn 31ste verjaardag. ‘Ongelooflijk’, zegt ook Martin Koopman. ‘Zo’n sterke kerel. Misschien had hij ook wel zo’n vergroot hart, zo’n sporthart, zoals andere Afrikaanse jongens. Ik weet het niet, ik ben geen dokter. Maar ik kijk er nu wel wat anders tegenaan, dat hij bij Roda altijd maar bleef doorgaan waar anderen afhaakten.’

Materiaalman Jacob Malki herinnert zich vooral de vrolijkheid van Tioté. ‘Cheick was altijd aan het dollen. Me op de rug tikken en dan snel weglopen, gauw een bal door mijn benen spelen, je kent dat wel. Buiten het veld deed hij geen vlieg kwaad. Zijn stralende gezicht zal ik nooit vergeten’, aldus Malki, over wat Steve McClaren omschreef als ‘de mooiste lach van het voetbal’.

Tranen

De uitvaart van Tioté vond plaats in Ivoorkust en Cissé liet zijn toenmalige club Gazélec Ajaccio weten voorlopig in zijn vaderland te blijven. Hij wilde er zijn voor de familie van zijn overleden vriend. ‘Iedereen is in shock vanwege de dood van Cheick. Niemand zag dit aankomen. Mensen speculeren nu dat hij bij Galatasaray werd afgekeurd, maar dat is onzin. Iemand zonder mandaat deed zich in Turkije voor als zijn manager, dat gaf problemen. Cheick had nergens last van, hij voelde zich topfit.’

De tranen rollen over de wangen van Cissé, thuis in Abidjan. Vijf minuten lopen verderop liet ook Tioté een huis bouwen. Ze woonden opnieuw in dezelfde straat. Na hun voetballoopbaan zouden ze weer onafscheidelijk zijn. ‘Ik ben ziek van zijn dood, echt ziek’, zegt Cissé. De laatste gesprekken met Tioté blijven door zijn hoofd spoken. ‘Ik weet niet, maar hij was… anders. Cheick had het steeds over de vreselijke dingen op deze wereld, waarin mensen elkaar veel pijn doen. Hij had heel sterk het gevoel dat hij anderen moest helpen. “Een groot huis of een dure auto is niet belangrijk, Sekou, het gaat erom dat je deelt”. Hij ondersteunde zijn familie in Ivoorkust altijd al, stuurde voedsel naar de arme mensen, maar Cheick wilde meer. Hij begon een eigen voetbalschool in Ivoorkust, had plannen om een moskee te bouwen. Mooi, maar wel een beetje raar. Cheick had het de laatste tijd ook ineens over Het Paradijs. We namen ons voor samen op bedevaart naar Mekka te gaan. “We moeten bidden en goed zijn voor anderen”, zei hij steeds. Ook op 21 mei, toen we voor het laatst belden. “Ik wil je bedanken, broer, van het begin tot nu heb jij me altijd geholpen”, zei Cheick. Het was alsof hij voelde dat hij weg zou gaan.’

Zoon Rafael was drie jaar oud ten tijde van het overleden van Cheick Tioté.
Zoon Rafael was drie jaar oud ten tijde van het overleden van Cheick Tioté.