Het toptalent dat het voetbalwereldje beu was
© Pro Shots/Stanley Gontha
PRO

Het toptalent dat het voetbalwereldje beu was

In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de voetbalschermen en opvallende gebeurtenissen langs de lijn. Deze week over Jelle de Lange (22), die een veelbelovende spelersloopbaan tot veler verrassing zomaar opgaf.

Het zijn drukke dagen voor Jelle de Lange. Niet alleen moet de 22-jarige Amsterdammer in een vol studentenhuis proberen zijn studie politicologie op afstand fatsoenlijk voort te zetten, voor zijn bijbaantje als maaltijdbezorger draait hij ook overuren. Hij houdt er een aantrekkelijk zakcentje aan over. Aantrekkelijk voor een student. Zijn ex-collega’s zullen zich verkneukelen om het loontje dat hij nu verdient. Maar De Lange benijdt ze niet. Het was geheel zijn eigen keuze te stoppen met profvoetbal, precies toen zijn grote doorbraak aanstaande leek. Hij was jeugdinternational, aanvoerder van Jong FC Utrecht en in bezit van een net verlengd en verbeterd contract bij de Eredivisionist. Erik ten Hag zag het in hem zitten.

Maar in de zomer van 2017 schrok de toenmalige trainer van FC Utrecht op van het besluit dat De Lange had genomen. De negentienjarige centrale verdediger stopte met voetballen. Hij zag af van de vier contractjaren die hij nog voor de boeg had en dus ook van het bijbehorende salaris. Onderhandelingen waren niet nodig, gesprekken om hem nog van gedachten te laten veranderen zinloos. De Lange zei zijn teamgenoten en trainers gedag, wenste ze succes en verdween. Tot verbijstering van velen. Alleen zij die wat beter wisten wat er in zijn hoofd omging, konden de beslissing plaatsen.

Trechter

Sjors UItee bijvoorbeeld. De scheidend hoofdcoach van Fortuna Sittard, net benoemd tot technisch manager van de club, maakte De Lange mee als jeugdtrainer, trainer van Jong FC Utrecht en assistent bij het eerste elftal. Hij zag het talent op zijn vijftiende binnenkomen in de Domstad, weggeplukt bij amateurvereniging AFC.

'Jelle is een jongen met bredere interesses dan veel andere jongens. Dat is grotendeels zijn probleem geweest'

‘Best laat voor een overstap naar een profclub’, weet Ultee. ‘Normaal hebben jongens dan even tijd nodig om aan te haken. Maar bij Jelle was gelijk duidelijk dat hij meekon in het stramien van profvoetballer. Ik kreeg hem bij de Onder-16, waar hij vooral opviel met zijn intelligentie. Op het veld en daarbuiten. Op basis van zijn spelinzicht kon hij ook al snel stappen overslaan. Binnen een jaar ging hij van de Onder-16, via de Onder-17 naar de Onder-19. Alles ging top. Hij werd international, doorliep alle jeugdteams van de KNVB en kwam al snel in beeld bij het eerste elftal.’

Maar al vroeg bespeurde Ultee ook twijfels bij de jongeling. Hij herinnert zich gesprekken uit de tijd dat hij bij de hoofdmacht assistent was van Robbie Alflen, de trainer die De Lange op diens zeventiende liet debuteren in de Eredivisie. ‘Destijds was Jelle tegenover ons al heel eerlijk. Hij vond voetbal niet leuk genoeg en sprak met ons over zijn dilemma: stoppen of niet stoppen. Hij ging door, maar zijn gevoel veranderde niet.’

Ultee omschrijft De Lange als een geval apart, naar voetbalmaatstaven. ‘Jelle is een typische vwo’er. Iemand die het nieuws volgt, het journaal kijkt, die weet wat er speelt in de wereld. Een jongen met bredere interesses dan veel andere jongens. Dat is grotendeels zijn probleem geweest. Hij werd in een trechter geduwd. Uiteindelijk trok hij de conclusie dat het voetbal niet bij hem paste. De wereld, de mensen. Heel erg jammer, want hij ging echt een mooie toekomst tegemoet.'

'Zo snel als hij zich ontwikkelde, dat was uniek. Als hij dat tempo had volgehouden, was hij bij Barcelona geëindigd'

'Voor FC Utrecht was Jelle een speler van de buitencategorie, qua talent. Hij had een ongekend aanlerend vermogen, heel belangrijk in het voetbal. De kleinste boom kan de grootste boom worden. Zo snel als hij zich ontwikkelde, dat was uniek. Als hij dat tempo had volgehouden, was hij bij Barcelona geëindigd. Maar die groei was vast een keer gaan vertragen. Dat Jelle een goede speler voor de topvijf, -zes van Nederland was geworden, was niet moeilijk te voorspellen.'

'Links in het centrum was hij niet de beste verdediger en ook niet de snelste. Aan de bal lag zijn kracht, vooral dankzij zijn uitstekende inspeelpass. Hij vond altijd de oplossing door de linies heen… Bij Utrecht was eigenlijk iedereen wel overtuigd van zijn kwaliteiten en mogelijkheden. Je moet dingen nooit zomaar opgeven, zeker niet als ze zo bijzonder kunnen zijn. Dat zei ik ook tegen hem. Maar als je liever stopt en dat gevoel na een jaar niet is verdwenen, dan is dat misschien toch de keuze die je moet maken. Natuurlijk is zo’n beslissing gemakkelijker te nemen als je een goede thuissituatie hebt en heel slim bent, dus meer kanten op kunt. Maar dan nóg vind ik het heel dapper wat Jelle heeft gedaan. Hij koos geluk boven voetbal.’

Op 19 augustus 2016 in Jong FC Utrecht zij aan zij met Alexander Bannink van De Graafschap.
© Pro Shots
Op 19 augustus 2016 in Jong FC Utrecht zij aan zij met Alexander Bannink van De Graafschap.

Regeringsadviseur

De Lange legde zijn beslissing destijds alleen in kleine kring uit en vond dat wel best. Hij was naar eigen zeggen niemand verantwoording schuldig. Bijna drie jaar verder, in dit themanummer van VI over bezinning in het voetbal, wil hij zichzelf wel nader verklaren. Hoewel: ‘Het woord bezinning vind ik wel erg zweverig klinken’, zegt hij, een vies gezicht trekkend. ‘En mijn besluit was niet zweverig. Heel rationeel juist.’

Hij doet zijn verhaal tijdens een wandeling door het uitgestorven centrum van Amsterdam. Zijn woning is hij ontvlucht. De Lange woont met negen anderen in zijn studentenhuis. Fatsoenlijk afstand houden is er amper mogelijk, laat staan even rustig praten. ‘Vier huisgenoten zijn nu wel terug naar hun ouders, maar dan nóg is het erg druk.’

Iets zuidelijker in de hoofdstad groeide hij op als jongste van twee zonen, in de Rivierenbuurt. Thuis was voetbal nooit het belangrijkste op aarde. School stond veel hoger in aanzien bij zijn ouders, die allebei een universitaire studie afrondden. Zijn vader werd salesmanager, zijn moeder een van de bekendste en invloedrijkste economen van Nederland. Barbara Baarsma is directievoorzitter bij Rabobank Amsterdam, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam, als kroonlid van de Sociaal-Economische Raad een belangrijke adviseur van de regering en zeker ook in het coronatijdperk iemand wiens telefoonnummer bij de meeste talkshowredacties onder een voorkeurstoets staat.

Dat ze ook de moeder is van Jelle de Lange, heeft hij als voetballer nooit aan de grote klok gehangen. Niet dat hij vermoedt dat haar naam bij veel teamgenoten een belletje had doen rinkelen, lacht hij. Ze hamerde erop dat hij zijn best deed op school en werd niet teleurgesteld. Maar De Lange bleek niet alleen talent voor leren te hebben. Sinds zijn vierde voetbalde hij bij AFC, de club van stand, traditie en Jack van Gelder. In de selectieteams speelde hij samen met latere Ajacieden als Justin Kluivert en Carel Eiting. De Lange zag teamgenoten worden opgepikt door profclubs, maar werd niet ongeduldig.

'De voetballerij heeft natuurlijk heel weinig inhoud. Het wereldje begon me steeds meer tegen te staan'

‘Ik vond voetbal leuk, maar had nooit zozeer de droom prof te worden. Op de middelbare school ging dat bij mij pas een beetje leven. We speelden met AFC in een landelijke competitie, tegen teams als PSV, Feyenoord en Ajax. Toen begon het af en toe wel een beetje te kriebelen. Maar thuis stond school op 1. En waar andere jongens verhuisden om ergens bij een grote club in de jeugd te kunnen spelen, mocht ik van mijn moeder het huis niet uit. En dat wilde ik zelf eigenlijk ook niet.’

Toen hij in de C1 werd benaderd door FC Utrecht, bleken er voor De Lange en zijn ouders niet veel obstakels te zijn. ‘Ik kon op dezelfde school blijven en thuis blijven wonen. Mijn leven zou min of meer normaal blijven. Met die geruststellende gedachte besloot ik het te gaan proberen in Utrecht. Het ging hartstikke goed. Binnen een half jaar werd ik al naar een lichting hoger doorgeschoven. Weer een half jaar later was ik van mijn team de eerste die een profcontract kreeg aangeboden, net voor Giovanni Troupée.’

Zijn progressie op het vwo leed er niet onder. ‘Het was een drukke, maar ook een leuke tijd. Na een jaar bij FC Utrecht ging ik vervroegd naar de A1 van trainer Robin Pronk. Ik ging spelen met jongens als Bart Ramselaar en Sofyan Amrabat. Heel leuk seizoen was dat. Aan het einde werd ik, qua leeftijd net eerstejaars A-junior, ingedeeld bij Jong FC Utrecht. Ik beleefde er een topjaar. Speelde elke wedstrijd. We werden kampioen in de beloftencompetitie en promoveerden naar de Jupiler League. Aan het einde haalde ik ook nog eens mijn vwo-diploma.’

'Ik vroeg mijn ploeggenoten: Wat vinden jullie er nou van, Trump president? Ik werd raar aangekeken. Ze hadden gewoon geen idee'

En vooral dat laatste gegeven had voor De Lange grote gevolgen. Na het wegvallen van zijn school voelden zijn dagen ineens een heel stuk leger. ‘Ik had niet langer de afleiding van een normaal leven.’ Dat hij definitief was doordrongen tot het betaalde voetbal, dat hij bij Jong FC Utrecht de aanvoerdersband droeg; het deed hem niet zoveel. Niet genoeg in elk geval. ‘De voetballerij heeft natuurlijk heel weinig inhoud. Het wereldje begon me steeds meer tegen te staan.’

Hij valt even stil, weegt zijn woorden. ‘Wat ik probeer te zeggen, is niet negatief of denigrerend bedoeld. Maar in het voetbal heb je nou eenmaal vooral te maken met een bepaald soort mensen. Voor wie het geen probleem is de hele dag alleen maar met dat spelletje bezig te zijn en je verder nergens druk over te maken. Prima, als dat voor je werkt. Maar mij bood dat geen voldoening. Ik las weleens een boek of de krant, keek het journaal, verdiepte me in het nieuws. Daar werd soms een beetje lacherig over gedaan. Vond ik niet erg. Wel verbaasde ik me soms.'

'Ik vergeet nooit dat ik in de auto zat met een paar spelers van het eerste. Ik was achttien, trainde met de selectie, maar had nog geen rijbewijs. Meestal kon ik met oudere teamgenoten mee terugrijden naar Amsterdam. Zo ook de dag nadat Donald Trump was verkozen tot president van Amerika. Ik zat met jongens van een jaar of 24 in de auto en dacht: Ik kan ’m hier wel even opgooien. Dus ik vroeg: Wat vinden jullie er nou van, Trump president? Ik werd raar aangekeken. Ze hadden gewoon geen idee. Dat vond ik toch wel weer verbijsterend. In mijn jaren als profvoetballer zou ik nog verschillende keren tegen zulke voorbeelden aanlopen. Meer en meer besefte ik dat de meeste spelers geen idee hebben wat er in de wereld gebeurt. Of ze hebben er een heel rare mening over.’

'Carel Eiting heeft altijd precies begrepen wat er in mij omging, maar staat er zelf anders in. Hij vindt het wél fijn, die voetbalwereld'

De Lange wil niet alle voetballers over één kam scheren. Hij deelde de kleedkamer bijvoorbeeld met Willem Janssen, evenmin een type dat zich met oogkleppen op door de maatschappij beweegt. ‘Klopt, maar het grote verschil tussen ons is volgens mij dat Willem het voetbal wél heel leuk vindt. En dan doel ik niet puur op het spelletje, maar op alles eromheen. Geldt ook voor Carel Eiting. We speelden op ons zevende al samen bij AFC, en later ook in de nationale jeugdteams, zaten bij elkaar in de klas op de middelbare school en zijn altijd heel goede vrienden gebleven. Net als Sjors Ultee – met wie ik ook nog goed contact heb – is hij iemand met wie ik open over mijn twijfels kon praten. Carel heeft altijd precies begrepen wat er in mij omging, maar staat er zelf anders in. Hij vindt het wél fijn, die voetbalwereld. Hij wil en kan wél vol voor die profcarrière blijven gaan.’

Als jeugdinternational.
Als jeugdinternational.

Jaknikkers

De Lange was achttien toen die ene vraag steeds vaker begon op te spelen. ‘Is dit wat ik wil, heel mijn leven?’ Meer dan een jaar broedde hij op het antwoord. In de tussentijd verlengde hij wel nog zijn contract. ‘Tot 2021, met een optie tot 2022. Een seniorencontract, met echt een goed salaris. Er sprak heel veel vertrouwen uit. Op het moment dat ik tekende, twijfelde ik al erg over mijn toekomst.’

Wandelend door de hoofdstad zoekt hij naar de juiste woorden om zijn toenmalige onvrede tot de kern terug te brengen. ‘Het waren niet eens zozeer die gesprekken in de kleedkamer. Meer de manier waarop mensen met je omgaan. Veel voetballers zijn jaknikkers, als de trainer in de buurt is. Ze zeggen wat hij wil horen. Dat kunstje beheers ik niet zo goed. Ik heb geen grote mond, maar ben ook niet op mijn mondje gevallen. Dat kon weleens negatief uitwerken.’

'Als speler moet je luisteren naar redeneringen van mensen die er niks van snappen'

Voorbeeld? ‘We begonnen het seizoen met Jong FC Utrecht bij NAC Breda. Ik keek er echt naar uit. Onze eerste wedstrijd in de Jupiler League, ik aanvoerder. Kreeg ik één dag van tevoren te horen dat ik niet mee mocht. Ik was op zaterdag nodig om op de bank te zitten bij het eerste, dat thuis tegen PSV speelde. Als jonge jongen weet je dan bij voorbaat dat de kans klein is dat je speelminuten krijgt. Je ontneemt iemand van zeventien de kans in een vol NAC-stadion te spelen. Daar heb je maar mee te leven als prof. Maar ik vond het onredelijk en deed daar niet geheimzinnig over. Dat werd me niet door iedereen in dank afgenomen.'

'In het voetbal is er weinig ruimte voor een afwijkende mening. Ik snap het; de belangen zijn groot in het voetbal, er gaat veel geld in om. Als speler ben je maar een pion. Je hebt niks te zeggen. Je moet naar de pijpen dansen van mensen, ook als het soms nergens op slaat. Je moet luisteren naar redeneringen van mensen die er niks van snappen. Ik vind mezelf heus niet zo verstandig dat ik alles beter weet, maar braaf knikken terwijl iemand aantoonbare onzin verkondigt; nee, dat kon ik niet.’

Een laatste druppel was er niet. Of het moet die ene donderdagmiddag zijn geweest, dat hij weer te horen kreeg dat hij een dag later niet mocht meespelen met Jong FC Utrecht. De Lange moest voor de zoveelste keer de bank warmhouden bij het eerste, waarvoor hij sinds zijn debuut nooit meer speelminuten had gemaakt. ‘Ik was zo teleurgesteld. Na de training wilde ik naar huis, maar de assistent-trainer wilde me eerst nog een levensles leren in het spelershome.’ Het betrof Jean-Paul de Jong, maar De Lange vindt de naam niet relevant. ‘Het gaat erom dat het weer zo’n verhaal was dat totaal niet bij me binnenkwam. Amateurpsychologie. Ik kon er niks mee. Na afloop waren mijn teamgenoten weg en moest ik de bus pakken. Onderweg besefte ik: Dit is een verloren zaak.’

Jelle de Lange verlaat tijdens zijn debuut voor FC Utrecht, zijn enige duel in het eerste, op 17 mei 2015 uit tegen Vitesse het veld voor Giovanni Troupée.
© Pro Shots/Joep Leenen
Jelle de Lange verlaat tijdens zijn debuut voor FC Utrecht, zijn enige duel in het eerste, op 17 mei 2015 uit tegen Vitesse het veld voor Giovanni Troupée.

Had hij voor de balans in zijn leven niet een studie kunnen oppakken naast het voetbal? De Lange schudt zijn hoofd. ‘Ik wilde naar de universiteit, maar wist ook dat ik die qua tijd niet goed zou kunnen combineren met voetbal. Bovendien zat het probleem intussen dieper. Voetbal, waar ik vroeger altijd heel veel plezier in had gehad, vond ik niet leuk meer. Dat had niks te maken met de druk of zo. Hoe groter de wedstrijd, des te meer ik genoot. Nee, mijn intrinsieke motivatie was weg. Als je iets doet, moet je er honderd procent voor willen gaan. Niet omdat je een contract hebt.’

Zijn ouders begrepen hem en steunden hem in zijn beslissing. Net als zijn zaakwaarnemer Fulco van Kooperen, tevens begeleider van Steven Bergwijn, Abdelhak Nouri en andere spelers met wie De Lange in het oranje samenspeelde. Ook Erik ten Hag toonde begrip voor zijn besluit. ‘Hij wist wat voor persoon ik ben. Dat ik alles al goed had doordacht en afgewogen, en zoiets niet als dreigement kwam vertellen. Zo van: Stel mij op, of ik stop. Ik wist dat hij het in me zag zitten. Hij wist dat het geen zin had mij om te praten. Ik kreeg ook veel reacties van mensen die niks van mijn keuze begrepen. Dat was dan maar zo.’

Vriendenteam

De Lange, en niemand anders, besloot de stekker uit een veelbelovende profcarrière te trekken. Zo verdween hij passend uit het voetbal: als een geval apart. Hij liet zich niet veel later nog overhalen in het hoogste zaterdagteam van AFC te gaan spelen, maar kreeg al snel spijt. ‘Het was te vroeg om weer te gaan voetballen.’ Na drie wedstrijden stopte hij weer.

De Lange nam nu écht afstand. Hij ging reizen. Eerst op een motor door Vietnam, daarna maakte hij lange verkenningstochten door Cambodja, Thailand en Indonesië. En hij toog vanzelfsprekend naar de universiteit. Een studie rechten boeide hem minder dan gedacht. Politicologie, waarmee hij vorig jaar begon, bevalt een stuk beter. ‘Je krijgt inzicht in hoe beslissingen worden genomen. Niet alleen in de politiek, ook in het bedrijfsleven. Later zelf ergens leidinggeven lijkt me wel wat. Maar het is een brede studie, je kunt er veel kanten mee op.’

Bij de Vietnamese Ban Gioc Waterfall
Bij de Vietnamese Ban Gioc Waterfall

Nadat voetbal een paar jaar nauwelijks nog een rol had gespeeld in zijn leven, besloot hij zijn kicksen vorig jaar af te stoffen. De voormalige aanvoerder van Oranje Onder-18 speelt sindsdien in de Reserve Derde Klasse, met het vijfde zaterdagteam van AFC. In gezelschap van broer Maarten, die zelf bij FC Utrecht A1 stopte omdat hij liever ging studeren. ‘We hebben een vriendenteam’, zegt de tweede De Lange die schoolboeken boven sportvelden verkoos. ‘Het is altijd gezellig bij ons in de kleedkamer. Alles mag, niks hoeft. Voetbal is een bijzaak.’

'Als profvoetballer had ik een mooie auto en een duur horloge kunnen hebben. Ik heb mijn fietsje. Ook goed'

Na zijn afscheid van het profvoetbal dompelde de ex-verdediger zich gretig onder in het studentenleven, inclusief nachtelijke uitspattingen. Een echte kroegtijger is hij naar eigen zeggen nooit geworden. Hij oogt nog fit. ‘Ik ben nog precies zo zwaar als in mijn voetbaltijd.’ Niet zo gek: na eerdere bijbaantjes als barman, bijlesleraar en fietskoerier bedrijft hij als maaltijdbezorger momenteel ook een vorm van topsport.

Anoniem gaat hij de deuren langs, werkend voor wat zakgeld. Zijn fiets is zijn belangrijkste bezit. ‘Als profvoetballer had ik een mooie auto en een duur horloge kunnen hebben. Ik heb mijn fietsje. Ook goed’, lacht De Lange. Het is misschien nog niet te laat om terug te keren. ‘Als ik volle bak ga trainen, dan kan ik op het laagste niveau wel weer aanhaken. Maar nee, het is klaar. Veel jongens met wie ik heb gespeeld, zijn nu grote namen. Soms heb ik wel van die wat-als-gedachten. Had ik nu ook veel geld kunnen verdienen en in grote stadions kunnen spelen? Vast wel. Toch voel ik nooit pijn of spijt. Een gelukkig gevoel overheerst. Ik doe wat ik leuk en interessant vind. Kan later iets gaan doen wat ik graag wil. Ik ben niet trots, vind mezelf niet dapper. Maar ik ben wel blij dat ik genoeg zelfkennis had en de enige juiste keuze heb durven maken.’

'Ik voel nooit pijn of spijt. Ik doe wat ik leuk en interessant vind'

De wandeling zit erop. De Lange staat weer voor zijn studentenhuis. Daar wacht hem een digitaal tentamen international relationships. Zijn wereld is verruimd, zijn harnas verworpen. En ja, lacht de verloste voetbalverlater terwijl hij zijn trap op schiet: over Donald Trump kan hij tegenwoordig wel praten. Meer dan hem lief is.