Zo belangrijk is scouten: 'Ajax had Di María voor zes miljoen kunnen hebben'
Scouting is een van de belangrijkste aspecten in het voetbal. Dat meent Patrick Busby, die 25 jaar geleden in het vak begon als scout bij Ajax en werkte voor onder meer Hamburger SV, FC Groningen en Brighton & Hove Albion. Hij komt ook met een opvallend voorbeeld.
In het nieuwe themanummer van VI staat de door de coronacrisis veranderde transfermarkt én de scouting centraal. Duidelijk is immers dat de coronabreak flinke impact heeft.
Toch was scouting volgens Busby altijd al cruciaal én een onderschat aspect. 'Tien jaar geleden al stelde ik de KNVB de vraag: Is scouting een vak op de cursus Coach Betaald Voetbal? Dat was het toen niet en is het nu nog steeds niet. Maar een trainer zit wél aan tafel als het aankomt op het aankoopbeleid. De KNVB stelt heel hoge eisen aan het vak van trainer. En iedere coach vraagt in de transferperiode om betere spelers, bij voorkeur kant-en-klaar-spelers. In mijn ogen moet in de toekomst een directeur scouting met zijn team van gekwalificeerde scouts het aankoopbeleid mede gaan bepalen.'
Busby geeft een voorbeeld. 'Ajax zocht in 2007 een linksbuiten. Via mij kwam Ángel di María op de radar. Scouts Mühren en Arroyo gaven een positief advies aan de technisch directeur. De trainer (Henk ten Cate, red.) kende hem niet en gaf de voorkeur aan een speler die hij kende: Albert Luque. Luque kwam, maar die deed het niet voor Ajax. Een jaar later werd Miralem Sulejmani gekocht voor zestien miljoen euro. Wat er met Di María is gebeurd, weet iedereen, Ajax had hem voor zes miljoen euro kunnen hebben.'
Duidelijk is dat data- en videoscouting alleen nog maar belangrijker zal worden. Lees dat en meer in onderstaand verhaal op VI PRO.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login