Wiljan Vloet: ‘Ik kan elke club beter maken’

Na drie jaar scheiden komende zomer de wegen tussen Roda JC en trainer Wiljan Vloet (42). De coach ziet te weinig perspectief om verder te gaan bij de nummer één van Limburg. ‘Ik wil graag stapje voor stapje hogerop.’

Wat is er nu precies gebeurd de afgelopen weken? Waarom kondigt u een week voor de winterstop opeens uw afscheid van Roda JC aan?

‘Ik heb het naar mijn zin bij Roda JC. Ik ben er trots op dat ik de club straks 102 wedstrijden heb gecoacht en besefte donders goed dat ik hier alle geluk van de wereld moest hebben om mijn karwei af te maken. Ik wist al van tevoren dat het moeilijk zou worden om het drie jaar te redden. Ik moest eerst de randvoorwaarden creëren. Daar ben ik nu een eind mee op weg. Maar ik zie de komende jaren te weinig perspectief om dat verder uit te bouwen. Ik heb begin december lang gesproken met Arnold Hendriks (geldschieter, lid van de raad van commissarissen en sinds jaar en dag grote man achter en vóór de schermen bij Roda, red.). Voor het eerst sinds lange tijd kwamen we echt weer te praten over het voetbal, de toekomst, de weg waarop Roda JC zich bevond. Zonder conclusies, zonder enige druk. Ik heb geluisterd en uiteindelijk werd mij steeds meer duidelijk dat de club een andere kant op zou gaan dan dat ik wil. Hendriks wilde wel verder met me, wij klikken fantastisch, maar hij zou daar wel een strijd voor moeten voeren met de raad van commissarissen. Je moet er met z’n allen achter staan, anders heeft het geen zin.’

Als Hendriks het in u ziet zitten is er toch niets aan de hand? Zijn woord is wet bij Roda JC.

‘Roda is niet meer het Roda van enkele jaren geleden. Hij heeft het voor het zeggen in de zin dat hij heel dominant is, maar hij moet steeds meer strijd voeren om zijn mening erdoor te krijgen. Ik vind dat ik het hartstikke goed gedaan heb. En ik ben trots dat ik mijn driejarig contract uitdien. Je komt toch bij een traditioneel moeilijke club. Je vecht tegen de erfenis van Huub Stevens en Sef Vergoossen. Ik heb een organisatie neergezet, sportief redelijk gepresteerd. Het is ook niet zwart-wit. Maar je merkt dat er steeds meer moet worden vergaderd, dat steeds meer mensen een mening hebben. Die hele organisatie verandert de club. Hendriks heeft Roda natuurlijk groot gemaakt door spelers goedkoop te halen en weer duur te verkopen. Maar zijn invloed gaat langzaam afnemen, dat houdt direct een groot gevaar in voor de club. Ik wil investeren in de structuur, niet alleen in spelers. Je moet met oude machines keihard werken om een bepaald productniveau te halen. Ik zet liever nieuwe machines neer. Dat levert een veel hoger rendement op. Als je een speler van een miljoen haalt, moet je daar wel mee aan de slag. Ik wil altijd beter; lukt dat niet, dan moet ik gaan. Dat moment is dus nu gekomen.’

Heeft u het maximale uit uw groep gehaald?

‘Ja en nee. In mijn eerste jaar zijn we zesde geworden na een dertiende plaats het jaar ervoor. We hadden die zomer vóór mijn komst veel spelers verloren. Het is jammer dat we dat eerste jaar net geen Europees voetbal hebben bereikt. NEC scoort in de laatste minuut van de competitie en vervolgens verliest Feyenoord totaal onverwacht de bekerfinale tegen FC Utrecht. Anders was het helemaal top geweest. Daarna had je ook makkelijk verder kunnen gaan, dan hadden mensen altijd gezegd dat ik in mijn eerste seizoen al Europees voetbal had gehaald. Dat levert krediet en rust op. Het tweede jaar hebben we weliswaar meer punten gehaald, maar was ik niet tevreden over de start. We verloren Yannis Anastasiou halverwege de competitie aan Ajax, maar hadden een goede eindsprint. Toch was er in mijn ogen te weinig groei. De bekernederlaag tegen de amateurs van Baronie was natuurlijk een schande. In het derde jaar zijn we nu halverwege, dus daar valt heel weinig over te zeggen. De beker brengt uiteraard weer een dikke onvoldoende met de nederlaag bij Go Ahead Eagles, in de competitie is het nog lastig. Dus al met al vind ik dat we het sportief aardig hebben gedaan, maar niet top. Dan hadden we meer in het bekertoernooi moeten laten zien.’

Als je naar Roda JC kijkt, vraag je je na bijna drie jaar Wiljan Vloet nog steeds af wat je gaat zien. De ene keer is het alles, de andere keer niets. Hoe komt dat?

‘Roda JC is gewend aan sterke verdedigers, dicht voor de eigen goal opererend. De zes jaar voor mijn komst is hier countervoetbal gespeeld. Dat verandert nu langzaam. We hebben Boldizsár Bodor gehaald, die is in de omschakeling veel sneller dan Mark Luijpers. De oudere verdedigers waren gewend altijd achteruit te lopen. Daardoor krijg je nu soms ook rare tegengoals. De een schakelt vooruit, de ander blijft staan en de derde sprint terug. Je moet langzaam een ploeg steeds verder neerzetten. Eigenlijk vind ik dat we na drie jaar voor thuisduels het gevoel moeten hebben dat we sowieso gaan winnen. In een goede wedstrijd met goede cijfers, maar zelfs als we slechter spelen in ieder geval nog met 1-0. Dat is inderdaad niet zo. We hebben natuurlijk veel creatieve spelers, we missen de jongens die het cement vormen die altijd een 6’je zijn. Ik vind Kevin van Dessel bijvoorbeeld een zekerheid. Niet omdat hij zo goed voetbalt, maar omdat hij altijd een 6’je scoort, nooit een 4 en nooit een 8. Maar nu kun je er bij deze ploeg geen peil op trekken. Soms dacht ik na de laatste training voor een wedstrijd: Dit wordt fantastisch, maar dan speelden we rampzalig. Andersom precies hetzelfde. We hebben te veel wisselvalige spelers. Zo’n Predrag Filipovic kan fantastisch zijn, maar aan het begin van dit seizoen was hij werkelijk dramatisch.’

U bent toch medeverantwoordelijk voor de aankopen en samenstelling van die ploeg?

‘Laat ik vooropstellen dat er niet één speler is binnengekomen die ik niet wilde. Hendriks en ik halen alleen iemand als we het er allebei over eens zijn. Maar er zijn natuurlijk wat voetballers níét gekomen die ik wel graag wilde hebben. En dan heb ik het inderdaad over spelers die wél die zekerheid hadden kunnen brengen en wél voor de balans hadden kunnen zorgen. Maar je weet waar je werkt. Roda JC is misschien meer een etalage dan alleen een voetbalploeg. Uiteindelijk kom je dan bij het bestaansrecht van de club uit. Kopen en verkopen zorgde in het verleden voor een financieel gezond beleid en incidenteel succes. Het stadion is gebouwd met de miljoenen die de verkoop van onder anderen Bob Peeters en Joost Valgaeren hebben opgeleverd. Dus waarom zouden we daar dan radicaal vanaf stappen? Omdat de trainer dat wil?’

Soms gaat het wel erg ver. Halverwege vorig seizoen vertrok Anastasiou naar Ajax. Hij was wel de kapstok waaraan u de ploeg ophing. Moet u soms niet harder nee zeggen? Zo bouwt u nooit een team op.

‘Dat heeft met financiën te maken. Als je nog geld kunt krijgen voor een speler wiens contract afloopt, wat moet je dan? Soms is het ook makkelijker. Zoals bij Tom Soetaers, die konden we op zijn hoogtepunt aan Ajax verkopen. Hij had net een seizoen gehad met tien goals en elf assists. Voor ons is dat het ideale moment hem te verkopen, want wordt hij later weer minder, dan raak je hem niet kwijt. Nu konden wij voor het binnengekomen geld Arouna Koné halen, die wij eigenlijk op dat moment al beter vonden. Hendriks zei dat heel duidelijk toen ik kwam, dat is hier het beleid. Dan moet je niet achteraf gaan zeuren. Je probeert het wel tegen te houden, maar aan de andere kant moet je ook trots zijn dat je hem binnen een jaar kunt verkopen. Als je dan ook nog twee keer zesde wordt, moet je niet klagen.’

Toch stelde u in de Volkskrant dat u weleens naar een club wilde die prijzen kon pakken.

‘Dat is dus niet waar. Daar heb ik veel last van gehad. Die journalist heeft dingen uit de context gehaald. Ik heb wel gezegd dat ik prijzen wil pakken. En ik denk dat dat kan met Roda JC. Maar Roda JC is niet mijn top. Ik leer nog dagelijks.’

Mogen we Europees voetbal eisen van Roda JC?

‘Nee, daar hebben we te weinig zekerheden voor. Je mag het wel nastreven. Maar dan moet echt alles meezitten. Dan haal je echt het maximale eruit.’

Is het verstandig nu al uw afscheid aan te kondigen?

‘Ik heb er ook wel aan gedacht de beslissing uit te stellen. Maar je merkt dat er veel onrust is in de club. Veel twijfel over welke richting te volgen. Dan moet je zelf duidelijkheid creëren, dat is belangrijk voor de club en jezelf. In Nederland was er bijna het beeld dat ik getrouwd was met Roda JC. Dat is natuurlijk niet zo. Het zegt wel wat over hoe ik werk. Die club mag mij helemaal leegzuigen. De manier van functioneren, daar moet iedereen honderd procent achterstaan. Deze club was zó duidelijk toen ik hier kwam. Hendriks was de enige met wie ik rekening had te houden. Die oude brompot kwam iedere maandag weer op kantoor voor het technisch overleg en dan begon hij doorgaans te mopperen. Je kunt het zo gek niet bedenken of het klopte niet. We hadden echt ruzie over alles. Dan deed hij na een uur de deur achter zich dicht en hoefde ik hem echt een week niet meer te zien. Wat zeg ik, dan hoefde ik hem bij wijze van spreken een máánd niet meer te zien! Maar een paar dagen later belde de een de ander en deed hij of er niks was gebeurd: “Ga je mee kijken naar die en die wedstrijd?” Dan reden we weer daarnaartoe, hadden we het over voetbal en vroeg hij of we samen lekker gingen eten. Dan had ik mijn beste pak aan en stond je daar weer bij Alemannia Aachen met een vette braadworst... Want ondanks al zijn geld en status is dát lekker eten voor hem. We zijn zó vaak geknald, maar wel op basis van respect en erkenning van elkaars verantwoordelijkheden. Nol wilde altijd maar dat we meer gingen trainen. Ik ben óók van mening dat een speler van negen tot vijf op de club moet zijn, maar ik vind dat je dat geleidelijk moet opbouwen. Toen ik kwam trainde deze groep alleen ’s ochtends. En je kunt niet zomaar van A naar Z. Ik ben langzaam naar twee keer gegaan, maar in december werd dat weer één keer. Je moet ze niet te zwaar belasten in dit deel van de competitie. Hendriks vond dat helemaal niks. “Het zijn toch fullprofs, dat kan niet. Dat gelul met die schema’s van je!”, riep hij dan. Maar ik wil ook krachttrainingen, videoanalyses, rust, taallessen. Alleen maar op het veld trainen heeft geen zin. Hij heeft in de kern wel gelijk, maar eerst moeten de randvoorwaarden worden geregeld. Toen Koné er net was, lag hij iedere middag op een halve massagebank te slapen of in het washok. Dat schiet niet op. Nu hebben we een slaapzaal. Je moet personeel hebben, een krachthonk. We hebben het nu helemaal verbouwd, nu kun je langzamerhand meer. Maar hier willen ze dat geld toch liever in een speler investeren dan in een uitbouw van je organisatie. Gezien de geschiedenis van de club moet je daar niet te moeilijk over gaan doen. Het heeft ze wel gebracht waar ze nu staan.’

U bent gematigd tevreden over de progressie onder uw bewind?

‘Ik ben nog niet klaar. Daarom vind ik drie jaar niet genoeg. De laatste stappen zijn de moeilijkste, dat vraagt alles. Ik heb nu een hele club vrijwilligers, op basis van persoonlijke afspraken. Mentale coaching is ook ontzettend belangrijk, daar zou je een aparte trainer voor moeten halen. En er moet een krachttrainer bij komen. Ik heb een onbetaalde video-analist. Dat zijn allemaal mensen die je eigenlijk te veel vraagt; je moet je personeelsbestand uitbreiden. Dat zijn de gevechten die je levert. Niet alleen bij Roda JC; het voetbal is een orthodox bolwerk. Voetballers moeten meer doen. Niet alleen fysiek, maar gewoon met hun hele vak. We kunnen nog zóveel winst pakken uit het voetbal. Alleen mooie veldjes neerleggen is niet genoeg, er moet een goed kader en beleid komen. We hebben zóveel talentjes, maar wat doen we ermee? Visie ontwikkelen, beleid maken, doordenken; dat mis ik. Stop je het in de speler, dan krijg je het terug. Als Hendriks naar mijn videoanalyses kijkt, zegt hij: “Dat heb ik toch zelf al in vijf minuten gezien? Daar heb ik geen film voor nodig”. Maar als ik dan een cd’tje met de beste acties van Sonko uitdraai, vindt hij het weer prachtig. Een organisatie wordt gedragen door professionals. Ik denk dat niemand beseft hoeveel er nu door vrijwilligers wordt gedragen, hoeveel energie de trainersstaf erin stopt. Maar je moet nooit vergeten wie regeert in het voetbal. Dat is de dag van vandaag. De bodem die ik heb gelegd is nog steeds te veel gebaseerd op de Power van Vloet. Dat mag niet afhankelijk zijn van mij, dat moet beleid worden, dus gedragen door professionals. Dat is een keuze waar de club nu voor staat. Korte-termijnpolitiek loont zelden. Kijk naar Guus Hiddink, die krijgt de tijd om iets neer te zetten. Hij krijgt geduld met zijn Koreanen en zie nu wat een bolwerk er verrijst. Maar zoiets vereist een offer van de club. Dan moet je een lange termijn ontwikkelen. Investeren in je structuur, maar óók durven zeggen: We houden Koné voor drie jaar vast. Ik moet er echt niet aan denken dat hij in de winter weer wegvalt. Maar bij Roda JC moet je daar wel rekening mee houden.’

Dat is des voetbals, het eeuwige spanningsveld.

‘In de voetballerij kun je veel winst halen als je echt verder wil kijken. Roda JC kan structureel bovenin meedraaien en zelfs met minder financiën, als er betere machines staan. Voordat ik begon in het voetbal wist ik dat je te veel tijd nodig hebt, daarom wilde ik bij FC Den Bosch een vijfjarig contract. Toch ben ik eerder vertrokken. We zouden met de bus gaan, maar dat werd de fiets. Ik wil altijd vooruit. Maar als hier bijvoorbeeld mijn assistent Louis Coolen weggaat, doe je een stap terug. En wat volgt er daarna? Daarom hoop ik dat ik nu naar een club kan die al een stap verder is. Waar de organisatie al staat, dan kun je direct met de spelers aan de gang. Maar ik vind nu al dat elke voetballer van Roda JC onder mijn leiding beter is geworden. Mark Luijpers kan niet geloven hoeveel progressie er is geboekt. Als je kijkt wat ik met Sergio en Cristiano heb bereikt, dat is formidabel. Die kwamen van NAC Breda en schrokken van het niveau hier. Zij waren gewend direct te spelen, de andere jongens van Roda niet. Een trainer kan wel zeggen dat hij ziek wordt dat zijn speler niets met links kan, maar dan moet je aan de slag. Opnieuw, opnieuw, opnieuw.’

Wat zijn uw plannen? Het zijn geen goede tijden op de trainersmarkt. Als je u zo hoort, lijkt u meer een manager dan een trainer.

‘Ik heb nog niks, ik weet het niet. Mijn wens is bij een club te gaan werken die een bredere basis heeft die Roda JC twee jaar geleden had. Die ploeg hoeft niet zonodig hoger op de ranglijst te staan. Ik wil graag stapje voor stapje hogerop. En dat managen, ach, dat hoort erbij. Het is gewoon een van mijn kernkwaliteiten. Organiseren, het sturen van een groep. De gedragsnormen worden dan steeds beter. Maar ik wil liever op het veld staan. De kracht van een trainer is vaak veel groter dan die van een technisch directeur en je hebt daarnaast natuurlijk te maken met je eigen behoefte. Op amateurniveau heb ik alles bereikt wat er te bereiken is. Ik wil gewoon iets tastbaars en dat is niet zesde worden met Roda JC. Als ik met FC Den Bosch niet gedegradeerd was en met Roda Europees voetbal had gehaald, dan had ik in ieder geval een symbolische prijs gehad, vergelijkbaar met een beker. Een prijs is het maximale halen met een spelersgroep. Als je dit seizoen FC Den Bosch of De Graafschap in de hoogste klasse houdt, dan vind ik dat een prijs. Als AZ tweede wordt óók. Ik wil heel graag weer aan de bak, het liefst in Nederland. Maar je moet ook realistisch zijn, je kunt niet zomaar bij elke club werken. En welke club wil met Wiljan Vloet in zee? Ik heb bij Roda JC als relatief onbekende trainer iets neergezet, daar ben ik heel trots op.’

U bent de afgelopen jaren aangevallen op uw eigen vaardigheid, een verdedigende speelstijl, uw stem en uw grote ogen. Uw imago zou weleens een handicap kunnen zijn.

‘Ik kan en wil me er niet tegen verdedigen, dat kost te veel energie. Maar ik vind dat ik te weinig erkenning krijg. Mijn tijd in Den Bosch achtervolgt me nog steeds. Foppe de Haan zei na mijn eerste wedstrijd dat het nieuwe realisme naast hem zat. FC Den Bosch moest overleven, we kónden niet anders met die selectie. Dan word je afgebrand, maar als Ajax in de Champions League hetzelfde doet hoor je daar niemand over. Ik las vlak na zijn komst een interview met Guus Hiddink die zei dat de topclubs niet zomaar met 6-0 mogen winnen in deze competitie. Dat kon je zó naast míjn interviews neerleggen. Misschien loop ik niet elegant, misschien zie ik er niet goed uit, nou en? Is Guy Roux dan de mooiste man langs de lijn met zijn muts? Ik wil beoordeeld worden op prestaties. En ik durf te stellen dat ik iedere club beter kan maken. Ik hoop dat clubs door de vooroordelen heen prikken en mij een kans geven. Voetbal is mijn lust en mijn leven. Maar een club moet wel accepteren hoe ik werk. Ze weten wie ze in huis halen... Ze zien me nog steeds als een vreemde eend onder de trainers, maar ik vind dat ik voldoende vakman ben om in het betaalde voetbal te functioneren. Ik sta sinds 1979 elke dag op het veld. Je kunt jezelf niet handhaven zonder boodschap. Dan blijft er niks van je over.’

Bekijk hier al onze video's