'Voetbal: dorpsrellen en cowboytaferelen'

Deel uitmakend van de naoorlogse geboortegolf heb ik de hele historie van het betaalde voetbal in Nederland meegemaakt. De liefhebbers van nostalgie kunnen dit jaar hun hart ophalen, want 2004 staat in het teken van 50 jaar betaald voetbal. De KNVB, de naamgevers van de competities - Holland Casino en Gouden Gids - en de mediapartners van de voetbalbond - Studio Sport, Langs de Lijn en Voetbal International - duiken vanaf vandaag regelmatig in het roemruchte verleden van het betaalde voetbal.

'Voetbal: dorpsrellen en cowboytaferelen'

Het Betuwse dorp Heteren garandeerde me een zorgeloze jeugd in de veilige jaren vijftig. De tegenstellingen tussen de rooms-katholieke en protestantse inwoners waren groot, maar zolang er maar geen liefdesrelatie ontstond tussen jonge mensen met verschillende religies, was het leven er uitermate vredig. De bakker en de melkboer kwamen nog dagelijks langs en de kruidenier haalde wekelijks de boodschappenlijst op. Een dag later bezorgde hij de bestelling keurig in een doos. Rooms-katholieken en protestanten deden alles gescheiden, beide groeperingen hadden een eigen sociale wereld. Alleen bij de plaatselijke voetbalclub SDOO moesten ze samenwerken, en dat verliep uitstekend.

Van The Beatles of The Rolling Stones hadden we nog nooit gehoord. Popmuziek bestond nog niet, uit Amerika waaide de rock-’n-roll over. Bill Haley and his Comets hadden een hit met Rock around the clock. Verder herinner ik mij singles van Johnnie Ray, Chuck Berry, Bo Diddley, The Platters en Pat Boone. Zelfs Elvis Presley was nog niet tot Nederland doorgedrongen, al was zijn debuutsingle That’s all right, met als-B kant Blue moon of Kentucky wel uit. Televisie was er nauwelijks. Voor een film waren we aangewezen op het Rembrandt Theater of Palace in Arnhem. De wat rijpere jeugd vergaapte zich daar aan James Dean. East of Eden en Rebel without a cause waren het gesprek van de dag. De ouderen bezochten Love is a many splendouring thing en Oklahoma. Zo’n bezoek aan de bioscoop was echt een avondje uit, dan moest je je zondagse kleren aan. De dood van James Dean maakte diepe indruk. Iedere jongen was jaloers op zijn kuif en wilde erbij lopen in een spijkerbroek, een wit T-shirt en een zwartleren jack, al stonden weinig ouders dat toe. Het overlijden van Albert Einstein en jazz-saxofonist Charlie Parker verliep vreemd genoeg onopgemerkt.

Het dorp stond pas op stelten toen de behoudende KNVB-officials het betaalde voetbal niet langer konden tegenhouden, omdat er steeds meer Nederlandse spelers naar buitenlandse profclubs vertrokken. Voor aansprekend voetbal waren we in Heteren aangewezen op de Gelderse clubs Wageningen, Vitesse, NEC, AGOVV en De Graafschap. Af en toe zagen we echt topvoetbal in De Goffert, het enige stadion met een lichtinstallatie. Het Oostelijk elftal speelde daar tegen West-Duitsland, Noord-Frankrijk, Zuid-Nederland, Utrecht of West-Nederland. Uit die periode herinner ik me NEC-keeper Theo Jansen, de Rigtersbleek-aanvallers Gerrit Trooster en Wim Bleyenberg, Gerrit Voges van PEC, Hennie Hollink van Avanti en Piet Beekman van Vitesse. De onderlinge verhoudingen tussen de clubs waren goed, totdat de KNVB groen licht gaf voor betaald voetbal. Toen bleek het vriendelijke De Graafschap plotseling een zeer doortastend beleid te voeren. De Doetinchemmers roofden de hele provincie Gelderland leeg: Charly van der Weerd en Henk Welgraven van Wageningen, Hennie Jonker (AGOVV), Pauke Meijers (NEC) en Frans van der Veen (de Twentse Profs). Van Vitesse werd een half elftal geronseld: international Wim Hendriks, Epi Jansen, Gerrit Jansen, Gerrit Kluin, Karel Weijand, Eddie Hendriks en Dick Faber. Op 4 september 1954 liep De Vijverberg vol voor de eerste oefenwedstrijd tegen het Fortuna ’54 van Frans de Munck, Cor van der Hart en Jan Notermans. En vervolgens stelde De Graafschap alles in het werk om ook de internationals Abe Lenstra, Piet van der Kuil en André Roosenburg te contracteren.

In alle hoeken van Nederland leverde de komst van het profvoetbal cowboytaferelen en dorpsrellen op. De geschiedenis van het betaalde voetbal staat garant voor boeiende verhalen die Voetbal International dit jaar publiceert. In dit nummer vindt u de eerste maandelijkse gratis bijlage, vanaf volgende maand is die alleen voor abonnees. Aan het eind van 2004 moeten de bijlages leiden tot de allesomvattende encyclopedie van het betaalde voetbal in Nederland. Het zijn bewaarnummers waarvoor we binnenkort een prachtige bewaarband op de markt brengen. Hierdoor beschikt u straks over alle uitslagen en eindstanden vanaf 1954 en achtergrondverhalen over alle clubs die hebben deelgenomen aan het profvoetbal. Lezers die dit blad in de losse verkoop kopen, kan ik alleen aanraden zo snel mogelijk abonnee te worden, want de geschiedenis van het betaalde voetbal is te boeiend om verloren te laten gaan.

Verder is Oranje-historicus Matty Verkamman met een team van ervaren voetbaljournalisten bezig met het ultieme standaardwerk over 50 jaar betaald voetbal. Het boek wordt uitgegeven door De Boekenmakers, in samenwerking met het Algemeen Dagblad en Voetbal International, en zal meer dan vijfhonderd pagina’s omvatten. Er komt een mobiele expositie, begin augustus is er een jubileumwedstrijd met spelers van kampioenen, vice-kampioenen en bekerwinnaars uit de periode tussen 1954 en 2004. Er staat een reünie op het programma en de interland tegen Frankrijk op 31 maart zal in het teken staan van de viering van 50 jaar betaald voetbal. Een halve eeuw geleden speelden de Nederlandse Profs tegen Frankrijk en die wedstrijd luidde de invoering van het profvoetbal in. Tot slot worden er dit jaar ook nog een speler, trainer, scheidsrechter, bestuurder en club gekozen in het kader van het 50-jarige jubileum van het betaalde voetbal.

Om al een beetje in een nostalgische sfeer te komen, hebben we deze week het officiële affiche van de eerste profwedstrijd in Nederland, tussen Alkmaar en Venlo, als poster in VI opgenomen. En voor de duidelijkheid worden de clubs op alfabetische volgorde beschreven. Deze maand zijn dat Ajax, AZ, AGOVV, SC Amersfoort, BVC Amsterdam, ADO en FC Amsterdam. Volgende maand kunt u verhalen tegemoet zien over Baronie, Be Quick, Blauw-Wit, FC Den Bosch, Brabantia, BVV, Cambuur en DFC.

De trainer van SDOO reed in de jaren vijftig drie keer per week op zijn Sparta-brommer van Nijmegen naar Heteren om SDOO te trainen. Ik keek ontzettend tegen Wim Lakenberg op. Hij was de vedette van NEC toen er nog niet betaald werd. In 1948 ging hij naar Blauw-Wit, omdat de Amsterdamse club hem een goede baan bij de KLM garandeerde. Hij was international geweest en vervolgens was hij na Faas Wilkes de tweede Nederlander die als prof in Italië ging voetballen. In 1950 ontving hij al vijftigduizend gulden handgeld van Pro Patria uit Busto Arsizio, onder de rook van Milaan. Na een periode bij Lugano kwam Lakenberg terug naar Nederland. Daar wachtte hem een schorsing van twee jaar, omdat hij als prof had gevoetbald. Daarna heeft hij zijn oude niveau nooit meer gehaald bij NEC, maar als trainer van een dorpsclub was hij een bezienswaardigheid. Sindsdien geloof ik heilig in praktijktrainers.

Johan Derksen

Bekijk hier al onze video's