Nieuwe pot opleidingsgeld lonkt voor Eredivisie-clubs
FIFA-voorzitter Gianni Infantino kwam vorige week met een nieuwtje dat goed kan uitpakken voor de Eredivisie. Bij internationale transfers ontvangen de opleidende clubs een solidariteitsvergoeding van vijf procent. De FIFA gaat deze vergoeding nu ook invoeren voor importvoetballers die een nationale transfer maken.
Met andere woorden: verkast Virgil van Dijk voor 85 miljoen van Southampton naar Liverpool, dan moet er 4,2 miljoen worden verdeeld onder de clubs waar hij tussen zijn 12de en 23ste speelde: Willem II, FC Groningen en Celtic. Hetzelfde zou in de toekomst gelden voor overgangen die werden gemaakt door bijvoorbeeld Nathan Aké (foto, van Chelsea naar AFC Bournemouth), Daryl Janmaat (van Newcastle United naar Watford) en Patrick van Aanholt (van Sunderland naar Crystal Palace).
'Dit zal ervoor zorgen dat naar schatting vijftig tot honderd miljoen dollar per jaar extra zal terugstromen naar de clubs waar de spelers zijn opgeleid', aldus Infantino. 'Zo willen we het opleiden van voetballers bevorderen.' Het lijkt op het eerste gezicht een gunstige regeling voor een opleidings- en exportland als Nederland, al zal de winst die deze regelwijziging oplevert mede afhankelijk van het aankoopbeleid bij de topclubs.
Er kan immers ook transfergeld de Eredivisie uitstromen als buitenlandse spelers binnen Nederland verkassen. Nu mag FC Groningen bijvoorbeeld al de afkoopsom die PSV betaalt voor Ritsu Doan zelf houden, maar in de toekomst zal een aandeel moeten worden afgedragen voor dit soort deals.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login