Monoloog: Joost Terol

’Ik was vroeger een vervelend en lui ventje.’ Dit seizoen verdedigt Joost Terol (24) het doel van FC Utrecht. De lange keeper kent een bijzondere loopbaan, want vier jaar geleden nam hij nog deel aan een vredesmissie in Kosovo. Dat veranderde een ‘vervelend en lui ventje’ van karakter. Zijn maten van toen zitten nu in Irak. ‘De discipline in het leger verschilt enorm van die in de voetbalwereld.’

Monoloog: Joost Terol

‘Een carrière kan raar lopen. Vier jaar geleden zat ik met de Luchtmobiele Brigade in Kosovo en dit seizoen ben ik de eerste doelman van FC Utrecht. Na het behalen van mijn mavo-diploma probeerde ik ook de havo af te ronden, maar in plaats van dat ik mijn best deed zat ik maar een beetje te freewheelen. Daarna heb ik nog een jaartje CIOS gedaan, maar wederom door mijn eigen laksheid haalde ik het net niet. Mijn broer en neef zaten al in het leger en hadden geweldige verhalen. Het leek mij ook wel wat en ik besloot te solliciteren. Ik werd aangenomen en vanaf die tijd heb ik het tweeënhalf jaar fantastisch naar mijn zin gehad. Ik was op zoek naar het avontuur, wilde weg zijn van huis en de wereld ontdekken. Tijdens het solliciteren stond ik er nog niet bij stil dat ik eventueel naar het buitenland zou kunnen worden uitgezonden. Je hebt in het begin meer oog voor de stormbaan, het in het veld zitten op bivak en de schietoefeningen. Als je eenmaal bent uitgezonden ga je er wel anders tegenaan kijken, maar op die leeftijd was het een enorme kick.

Bijkomend voordeel was dat je de hele dag met sport bezig kon zijn. De dag dat ik opkwam moest ik om half negen op de kazerne zijn. Voor mij was dat al vroeg. Daarna bleek dat je iedere ochtend om zes uur naast je bed moest staan en begon je met buikspieroefeningen en opdrukken. De rest van de dag werd gevuld met nog meer sport, wapentraining en EHBO-cursussen. Meestal lag je rond elf uur in bed en als je geluk had kon je doorslapen, maar uiteraard kwam het ook voor dat je midden in de nacht eruit werd gehaald voor een mars van een flink aantal kilometers.

Je hebt er een enorme discipline voor nodig. Ik was vroeger een vervelend en lui ventje, woog tien kilo te veel en haalde daarom de toelatingstest voor het leger maar net. Bij binnenkomst kon ik nog wel lachen als ik in het gelid moest staan, maar dan moesten de anderen voor straf opdrukken behalve ik. Dan vergaat het lachen je snel. We begonnen met 150 man en uiteindelijk bleven er zestig over. Je leert je opnieuw scheren, je bed opmaken en je kast netjes op te ruimen. Je doet het allemaal, want je hebt maar één doel voor ogen: het behalen van de felbegeerde rode baret.

Tijdens de opleiding kreeg ik de ziekte van Pfeiffer. Na een paar dagen ging ik echter gewoon weer het veld in. In een ziekenhuis hebben ze vervolgens toch een scan van mijn milt gemaakt en die bleek vergroot. Ik verzocht de dokter het te verzwijgen, maar uiteindelijk moest ik naar huis. Teleurgesteld zat ik daar en de week erna ben ik teruggegaan en heb de gemiste helikopter-oefeningen ingehaald. De leiding vroeg daarop aan mijn maten of ik ondanks de gemiste week mocht deelnemen aan de eindoefeningen. We hadden een heel hechte groep en zij hadden er geen problemen mee. Eigenlijk heb ik mijn gezondheid op het spel gezet om mijn doel te bereiken. Hoever kun je gaan?

Na het behalen van je rode baret weet je dat de kans groot is dat je wordt uitgezonden. Je moet paraat blijven. Het wordt dan allemaal serieuzer. In ons peloton zat iemand die een maat had verloren in Srebrenica. Dan word je voor het eerst geconfronteerd met het echte werk. De werkzaamheden werden anders en waren nu meer gericht op uitzending naar crisisgebieden. Ik zat bij het 13de Bataljon Luchtmobiele Brigade in Assen. We hadden een vrij jonge groep die werd aangevoerd door een sergeant. Nadat was besloten ons uit te zenden naar Kosovo ben ik bevorderd tot korporaal.

Na een voorbereiding van twee weken gingen we dus op missie. We reden met de bus Kosovo binnen en iedereen moest zijn kogelvrije vest aan en zijn geweer doorladen. Gek genoeg begonnen we allemaal te hoesten, waarschijnlijk door de luchtvervuiling. Dan besef je pas dat je in oorlogsgebied zit en dat met één raketaanval de hele bus kan worden opgeblazen. De eerste drie dagen hoorde je om je heen alleen maar schieten. Achteraf bleek dat de bevolking drie dagen aan het feestvieren was en ze daarom met Kalashnikovs in de lucht schoten. De eerste tijd is de spanning te vergelijken met de spanning die ik voel in de warming-up van een voetbalwedstrijd. Als de missie begint of het fluitje van de scheidsrechter klinkt, valt de spanning weg. Zo’n missie verandert wel je karakter. Bij thuiskomst vroeg ik me vaak af waar mensen hier zich druk over maakten. Ze moesten eens weten hoe de wereld in elkaar zit! Maar dat is natuurlijk ook niet eerlijk, want als ik niet was uitgezonden had ik waarschijnlijk dezelfde mening gehad.

Mijn oude bataljon zit nu in Irak. Een paar weken geleden is mijn broer teruggekeerd. Je volgt de berichtgeving dagelijks op tv en bent blij als je hem spreekt na weer een mortieraanval op Camp Smitty. Als je niet in Irak bent geweest, kun je ook niet oordelen over de situatie daar. Iedere soldaat is goed getraind en het is dan ook absurd dat er vanuit Nederland een oordeel wordt geveld over het schietincident waarbij een Irakees omkwam. De Nederlandse regering moet wellicht vóór uitzending wat meer nadenken over de vraag aan welke missies we wel en niet moeten deelnemen. Meer duidelijkheid geven. Nederland moet misschien wat meer neutraal zijn en wat minder achter de Verenigde Staten aanlopen. Als je familie in oorlogsgebieden hebt zitten ga je meer nadenken over het nut van de missies. Waarom zijn Dave Steensma en Jeroen Severs gesneuveld? Om niets! Omdat de Amerikanen dachten dat er eventueel massavernietigingswapens te vinden waren... Als president Bush de komende verkiezingen verliest, zal ik er in ieder geval niet rouwig om zijn.

Na twee jaar in het leger ben ik gaan keepen in een vriendenelftal, Noordwijk 9. Door keepersproblemen in de selectie stond ik binnen een aantal weken in het eerste elftal. Ik speelde op het hoogste amateurniveau en werd gevraagd voor het Nederlands militair elftal. Na een van die duels werd ik benaderd door FC Utrecht. Mijn contract met het leger liep af en ik speelde een succesvolle proefwedstrijd voor Utrecht. Ik kwam in Jong FC Utrecht. In het begin was het wel wennen. De discipline in het leger is niet te vergelijken met de discipline in de voetbalwereld. Natuurlijk loop je met z’n allen de rondjes en ruim je gezamenlijk de ballen op, maar in de kleedkamer leek het wel een kinderfestijn. Het waren zulke jonge jongens die al van jongs af aan met voetballen bezig waren, maar die niet beseften waarvoor ze het deden. Ze hadden niet het idee dat ze maar één kans zouden krijgen die ze moesten pakken. In het begin heb ik me echt afgevraagd wat ik hiertussen deed. Ik had een andere kijk op de wereld, maar besefte wel dat dit mijn kans was om profvoetballer te worden.

Ik ben pas vrij laat begonnen met keepen. Tot op zestienjarige leeftijd was ik altijd veldspeler. In de B-junioren had onze doelman er geen zin meer in en ben ík het gaan proberen. Met vriendjes voetbalde ik altijd op een veldje achter mijn huis. We hadden een paar handschoenen en eigenlijk wilde iedereen die wel aan, maar meestal stond ik in de goal. Ik was vrij lenig, dook overal op en begon het zelfs leuk te vinden. Het ging meteen goed en na twee jaar debuteerde ik in het eerste van SJC uit Noordwijk. Tot aan mijn bewuste keuze om het leger in te gaan heb ik het doel van SJC verdedigd. Vroeger stond ik altijd in de verdediging en kwam nooit aan scoren toe. Als je keeper bent is de kans dat je scoort ook niet groot, maar de mensen klappen wel als je een mooie redding maakt. Dat geeft mij een voldaan gevoel. Je kunt een goede save vergelijken met het maken van een doelpunt. De keerzijde is uiteraard het maken van een grote blunder. Daar moet je maar niet over nadenken. Mijn vader was ook doelman en dat maakte het in het begin wel lastig. Hij wist alles beter, maar gaandeweg ging hij meer genieten en gaf hij op een leuke manier aanwijzingen. Mensen zeggen weleens dat keepers gek zijn omdat ze het duiken leuk vinden, maar is het normaal dat je als verdediger iedere keer een kopduel aangaat? Het is maar net wat je zelf leuk vindt en ik ben nog nooit een gekke keeper tegengekomen.

Vorig jaar mocht ik tegen FC Twente invallen voor René Ponk die geblesseerd was geraakt. Mijn grote doel – keepen in het betaalde voetbal – was bereikt. In de voorbereiding van dit seizoen kreeg ik van trainer Foeke Booy te horen dat hij mij had gekozen als eerste doelman. De voorbereiding op een wedstrijd is voor mij niet wezenlijk veranderd. Alleen als ik nu ’s ochtends wakker word besef ik wel dat ik niet alleen maar naar het voetballen ga en een kans heb om te spelen, maar dat ik ook echt ga keepen. Mijn relatie met René Ponk is niet anders geworden. We trainen nog hetzelfde en hij kijkt op trainingen en wedstrijden hoe ik ballen pak en hoe mijn positie in het doel is. Hij zegt ook wat ik eventueel fout doe en geeft mij adviezen. Ik merk niet aan hem dat hij teleurgesteld is, hij doet er alles aan om mij te steunen.

Vertrouwen is sowieso belangrijk voor een keeper. Als je maar enigszins denkt dat er vanuit de technische staf of de spelersgroep geen vertrouwen is, ga je geforceerd in de goal staan met het risico dat je de drie of vier ballen die je krijgt juist niet pakt. Ik moet nu laten zien dat ik het niveau aankan en een stabiel seizoen kan draaien. Ik wil niet te ver vooruitkijken, daar hou ik niet zo van. Dit seizoen ga ik wedstrijd voor wedstrijd beleven. Het winnen van de Johan Cruijff Schaal was een prachtige start. Ik hoop dat ik nog veel van zulke mooie momenten mag beleven. Mijn contract is verlengd tot de zomer van 2008 en hopelijk lukt het me die vier jaar het doel van FC Utrecht te verdedigen. Het is een club met een eigen karakter, het publiek beleeft alles zó intens. Als het slecht gaat branden ze je helemaal af, maar als het goed gaat staan ze er ook voor. Als je het redt bij een club zoals FC Utrecht, kun je volgens mij ook een topclub aan.’

Bekijk hier al onze video's