Boetes en schorsingen geëist tegen Juve en Napoli in 'Caso Plusvalenze'
De aanklager betaald voetbal in Italië heeft dinsdag tijdens een hoorzitting diverse strafeisen op tafel gelegd tegen clubs uit de Serie A en de Serie B en hun beleidsbepalers. Juventus en Napoli worden het hardst gestraft in de zoheten Caso Plusvalenze.
Aanleiding is een grootschalig onderzoek van de Italiaanse voetbalbond (FIGC) naar het kunstmatig opvoeren van transferbedragen, wat vooral bij ruildeals veel gebeurd. Clubs zouden hun spelers hierbij expres te hoog taxeren, om zo de boekhouding op orde te brengen. Juventus was bij 42 van de 62 onderzochte transfers betrokken, de grootste deal die onder de loep werd genomen was die van Napoli-spits Victor Osimhen (tachtig miljoen euro, Lille).
Als het aan de aanklager ligt, worden die twee clubs ook het hardst gestraft. Hij eiste een boete van 800 duizend euro voor Juventus, terwijl voorzitter Andrea Agnelli een jaar zou moeten worden geschorst. Een schorsing dreigt ook voor Juve-directeuren Federico Cherubini (zes maanden en twintig dagen), Pavel Neded en Maurizio Arrivabene (acht maanden) en de inmiddels naar Tottenham Hotspur vertrokken Fabio Paratici (zestien maanden en tien dagen).
Napoli wordt, als het aan de aanklager ligt, eveneens hard gestraft. Voor voorzitter Aurelio De Laurentiis eiste hij een schorsing van elf maanden en vijf dagen. Ook zijn vrouw, zoon Eduardo en dochter Valentina (zes maanden en tien dagen) en directeur Andrea Chiavelli (negen maanden en vijftien dagen) kregen een fikse strafeis aan hun broek. Napoli zou daarnaast een boete van 329 duizend euro moeten betalen. De zwaarste stafeis was voor Empoli-voorzitter Fabrizio Corsi (22 maanden en 15 dagen).
Een van de ruildeals die onder de loep werd genomen was die met Arthur en Miralem Pjanic in 2020.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login