Monoloog: Jasar Takak

Jasar Takak (22) heeft zijn eerste prijs al binnen. De middenvelder van FC Zwolle wedde vóór dit seizoen voor een goede fles wijn dat hij acht doelpunten zou maken. De komende weken wil de PSV-huurling ook de Zwollenaren in de eredivisie houden, om vervolgens Mark van Bommel in Eindhoven af te lossen.

Monoloog: Jasar Takak

‘Op elfjarige leeftijd heb ik me aangemeld tijdens een talentendag van PSV in Den Bosch. Samen met vierhonderd andere jongetjes probeerden we allemaal indruk te maken. Romario en Gerald Vanenburg zouden zelfs komen kijken. Nou, dat was wat voor mij, hoor. Ik was vroeger al helemaal gek van voetbal en vooral van PSV. Ik volgde alles, was elke dag op straat te vinden en heb heel wat ruiten en beeldjes in ons huis stuk getrapt. Na afloop van die trainingsdag richtte Willy van der Kuijlen het woord tot me. Hij vroeg of ik twee dagen later een oefenwedstrijd in Eindhoven wilde spelen. Toen ik het thuis aan mijn ouders vertelde werd ik uitgelachen, niemand wilde het geloven. Totdat ze me maandag naar De Herdgang moesten brengen.

Ik mocht na die testwedstrijd meteen blijven. Het oefencomplex van PSV werd een tweede thuis voor me. In het begin had ik een vervoersprobleem, want mijn ouders konden me niet iedere dag brengen en halen, en ze stonden ook niet elk duel langs de lijn. Ik moest zelf maar regelen dat ik met de bus of trein vanuit mijn woonplaats Sint-Michielsgestel naar De Herdgang kon komen. Nooit heb ik daarover gezeurd, want ik zag het destijds al als een investering in mezelf. Ik heb er naderhand nog veel complimenten over gekregen. De ouders van Suat Usta (voormalig jeugdspeler van PSV en tegenwoordig uitkomend voor Galatasaray, red.) vertelden de omgeving in Eindhoven weleens dat ze een voorbeeld aan mij moesten nemen. “Die jongen doet alles alleen. Daar moet je wel veel respect voor hebben”. Zo heb ik het echter nooit gezien. Het was voor mij vanzelfsprekend, ik vond dat het bij mijn vak hoorde.

Jeugdtrainer Klaas van Baalen nam me uiteindelijk onder zijn hoede. Hij gaf me de kans met hem op en neer te rijden en begeleidde me ook buiten het voetbal. Doordat hij echter weleens na de training moest vergaderen of nog een ander elftal moest trainen, was ik bijna de hele dag na schooltijd op De Herdgang te vinden. Dan zat ik te kijken naar andere teams of liep ik een beetje rond op het complex. Er is geen enkele andere speler van PSV geweest die daar zoveel uur heeft doorgebracht als ik.

De zaterdagen waren echt een feest voor me. Dan moest ik eerst zelf voetballen en ging ik vervolgens kijken naar de A-junioren, waar jongens zoals Boudewijn Zenden, Wilfred Bouma, Björn van der Doelen, Tommie van der Leegte en Eidur Gudjohnsen speelden. Tegen dat soort voetballers keek ik destijds op, zij waren echt helden voor me. Na de wedstrijd van de A’tjes moest Van Baalen vaak nog scouten en ging ik met hem mee. Op mijn achttiende had ik daardoor alle stadions van Nederland al gezien. Ik werd binnen PSV niet als supergroot talent gezien, maar werd wél geselecteerd voor de nationale selecties van Onder-16, -17 en -18. Ik speelde daar met jongens zoals Rafael van der Vaart, Youssouf Hersi en Said Boutahar, maar tot een uitverkiezing voor Jong Oranje is het helaas nooit gekomen. Toch wel een beetje raar, want ik ben zelfs nu nog steeds speelgerechtigd voor dat elftal.

Tijdens de opleiding was ik niet het gemakkelijkste mannetje. Ik speelde een keer een duel met Ajax waarin ik een volkomen terechte rode kaart kreeg. Ik was veel te giftig, kon soms mijn hoofd verliezen als de wedstrijd niet liep zoals ik wilde. Die dag voetbalde ik tegen Van der Vaart, die magistraal was. Dan kan ik me niet beheersen. Moest ik de volgende week op het kantoor bij de toenmalige hoofdcoach Erik Gerets komen. Van der Kuijlen was mijn trainer en had dat onderhoud geregeld. Ik zat daar met knikkende knieën, want als Gerets tegen je spreekt moet je luisteren en verder je mond dichthouden. Hij riep me tot de orde en ik knikte alleen maar dat het goed was.

Ik denk dat de passie waarmee ik speel voor een deel heeft te maken met mijn overlevingsdrang. Ik eis van mezelf dat ik altijd de beste moet zijn, dan verlies ik nog weleens mijn hoofd als het niet lukt. Alles moet wijken om mijn directe tegenstander of concurrent uit te schakelen. Van der Kuijlen heeft me daarop heel vaak gewezen, die man is belangrijk voor me geweest in mijn ontwikkeling als voetballer. Ook mijn afkomst speelt een rol in mijn opvliegende karakter. Hoewel ik ben geboren in Den Bosch, liggen mijn roots in Zuid-Europa. Mijn voorouders zijn Aramees met een Syrisch-orthodox geloof. Mijn volk vindt zijn oorsprong in Turkije, maar wij zijn een eigen bevolkingsgroep zonder staat.

Vorig seizoen haalde Guus Hiddink me tijdens de winterstop bij de A-selectie. Ook bij hem moest ik vaak op appèl moeten komen als ik tijdens de training weer eens in conflict met een collega was gekomen. Die gesprekken gingen er dan rustiger aan toe. Hij gaf me ook weleens een compliment voor mijn agressieve spel, want daar hield hij wel van. Maar ik moest van hem meer doseren, weten wanneer ik mijn grens heb bereikt. Daar heeft hij gelijk in. Ook met Mark van Bommel heb ik dat halfjaar veel gesproken. Ik herken veel van hem in mijn eigen spel. Het tekent bovendien zijn persoon dat hij de tijd nam om met een jonge jongen te praten over het vak. Veel spelers denken alleen maar aan zichzelf, zo zit deze wereld in elkaar. Maar Van Bommel is zó overtuigd van zichzelf dat hij geen bedreigingen ziet. Mocht hij volgend seizoen vertrekken, dan denk ik dat ik gezien mijn kwaliteiten zijn ideale opvolger ben.

Ondanks een goed halfjaar wilde PSV me dit seizoen ervaring laten opdoen. Dat was toch een kleine teleurstelling, want ik stond te springen om een echte kans in de A-selectie. Uiteindelijk ben ik naar FC Zwolle vertrokken. Het was de bedoeling dat ik naar RKC Waalwijk zou gaan indien Zeljko Petrovic zijn carrière zou beëindigen. Hij besloot er echter nog een jaar aan vast te knopen.

Misschien is dit jaar toch wel goed voor me geweest. Met wedstrijden in het beloftenteam van PSV word je niet bekend voor het grote publiek. En dát was juist wat ik wilde. Ik ben overtuigd van mijn kwaliteiten, alleen moet je wel het podium krijgen om je talenten te laten zien. Bij binnenkomst in Zwolle liet ik technisch directeur Henry van der Vegt al weten dat ik acht doelpunten zou maken. Hij lachte me uit en vertelde dat me dat nooit zou lukken als middenvelder bij een club die het moeilijk zou krijgen. Voor de grap heeft hij er een goede fles wijn op gezet. Die zie ik binnenkort graag van hem tegemoet, want ik sta inmiddels op acht treffers. Wat me vooral goed doet, is dat iedereen nu heeft kunnen zien dat ik kwaliteiten heb om op een hoger niveau dan FC Zwolle te kunnen spelen. Mijn doelpunten en assists zijn geen toeval meer, ik heb mezelf bewezen.

In een gesprek heeft Guus Hiddink mijn zaakwaarnemer laten weten me volgend seizoen graag bij de A-selectie te halen. Eindelijk, want nóg een jaar worden verhuurd zie ik niet zitten. Vertrouwen in een terugkeer heb ik altijd wel gehad, ook door opmerkingen van betrokkenen in Eindhoven. Zelfs hoofd opleidingen Joop Brand had me bij mijn vertrek naar FC Zwolle positieve kritiek gegeven. Hij was er net, maar vertelde dat ik er uiteindelijk wel zou komen. Wel hoop ik dat de trainer me volgend seizoen in Eindhoven een eerlijke kans geeft en ik niet buiten de eerste achttien spelers val. Daarvoor heb ik dit jaar naar mijn mening al te veel gepresteerd. Bovendien wil ik afrekenen met de scepsis die ik al die jaren van heel veel mensen heb moeten aanhoren. Volgens de critici zou ik het als jeugdspeler nooit redden bij PSV. Die club zou haar eigen talenten geen enkele kans geven, er werden toch alleen maar dure buitenlanders gekocht. Daar zit misschien een kern van waarheid in, maar ik heb me er nooit door laten beïnvloeden.

Die drang om te slagen in Eindhoven is altijd enorm geweest. En zeker als product van de eigen opleiding. Ik wil laten zien dat het dus wél kan. Mijn hele jeugd heb ik er bijna doorgebracht, volgend seizoen moet dan de beloning voor mijn doorzettingsvermogen komen.

Maar eerst wil ik ervoor zorgen dat FC Zwolle niet degradeert. Daar ben ik eigenlijk nooit bang voor geweest, ondanks een heel slechte periode van het elftal. De goede reeks van de laatste maanden heeft mij dan ook niet verbaasd. Sterker nog, ik denk dat wij met een fitte Gorgi Hristov misschien al veilig waren geweest. Die jongen was zó belangrijk voor dit elftal, je proefde aan alles dat hij de slimheid heeft die sommigen van ons missen. Gorgi’s internationale ervaring en gave om andere spelers te coachen hebben we te weinig. Doodzonde dat hij al snel in het seizoen geblesseerd moest uitvallen.

Ikzelf heb nooit naar de stand gekeken. Elke wedstrijd was er voor mij één op zich. Ik wilde laten zien dat ik sterker was dan mijn directe tegenstander en ik heb niet één keer het gevoel gehad dat ik ben weggespeeld. Ook hebben we als team nooit het idee gehad dat we een opponent troffen die echt heel veel sterker was dan wij. Vooral in thuiswedstrijden hebben we altijd kunnen meespelen.

Veel mensen hadden ons al opgegeven, maar dat idee heerste in de selectie nooit. Komt door de mentale weerbaarheid van deze groep. Die is heel sterk. Daardoor win je op belangrijke momenten duels en blijf je in tijden dat je het moeilijk hebt toch fel en positief. Daarom hebben wij een voordeel op de concurrentie in de laatste wedstrijden waar het er echt om gaat. Deze selectie wordt niet zenuwachtig van beslissende momenten, dat heeft ze in het verleden vaak genoeg bewezen. Het lijkt me ook een mooi afscheid deze club te behouden voor de eredivisie en zelf een nieuwe start te maken in Eindhoven. Dan heb ik én mezelf bewezen én de twijfelaars terechtgewezen én ook nog eens een goede fles wijn verdiend.’

Bekijk hier al onze video's