Geen speler van NEC maakte dit seizoen tot nu toe meer minuten dan Calvin Verdonk (26). De linksback heeft zijn kans gegrepen in Nijmegen en voelt zich op zijn plek bij de club. Hij vertelt over zijn ontwikkeling, zijn eerste jaar bij NEC en zijn toekomst. 'Ik heb een voorstel van de club gekregen.'
Calvin Verdonk loopt na de training in de bossen van het Nijmeegse Goffertpark van interview naar interview. Dit seizoen verschijnt hij steeds vaker op het lijstje van de perschef van NEC. De linksback grijpt immers zijn kans in het elftal van trainer Rogier Meijer.
In zijn eerdere seizoenen in rood, zwart en groen was Verdonk nooit helemaal zeker van een basisplaats. Dit jaar is dat anders. Verdonk is de vaste linksback van NEC en overtuigt op die positie. Ondertussen toont hij zijn veelzijdigheid, door soms als rechtsback en centrale verdediger te spelen. Op bezoek bij Ajax verving hij Bram Nuytinck met verve en vormde hij een sterk duo met Philippe Sandler.
Verdonk is dit seizoen de enige speler die in alle wedstrijden van NEC zijn opwachting maakte. Daar lijkt binnenkort verandering in te komen, aangezien de verdediger op scherp staat en een schorsing tegemoet kan zien.
Verdonk lacht als hij de vraag krijgt of hij weleens moe is. 'Ja, soms wel, hoor', glimlacht hij. 'Ik voel me super goed. Ik denk dat dat vooral komt door de voorbereiding. Die was goed, daarin heb ik de basis gelegd. Ik kan blijven gaan. En als het goed gaat, dan krijg je ook meer energie en vertrouwen, waardoor ik minder snel moe word. Het gaat goed, ja. Met mij en met het team. Ik speel dit seizoen alles, dat is het belangrijkste voor mij.'
De foutjes die ik de afgelopen seizoenen weleens maakte, zijn er nu uit
De verdediger speelt altijd en ook overal, want Meijer stelde hem meerdere malen op als centrale verdediger. Ook op die positie kan Verdonk prima uit de voeten. 'Ik heb daarin wel een stap gemaakt, ben volwassener geworden. De foutjes die ik de afgelopen seizoenen weleens maakte, zijn er nu uit. Dat is vooral een kwestie van concentratie, van focus houden. En soms wat minder risico nemen. Ik geef geen blinde ballen meer door het midden. Soms nog een crosspass of een wat minder risicovolle bal. Fitheid speelt ook mee. Ik voel me nu goed en ben niet zo snel moe. Sommige spelers zetten bijvoorbeeld sneller een dribbel in als ze moe zijn, terwijl ze het simpel moeten spelen. Dat doe ik nu niet meer.'