Yannis Anastasiou: ‘Ajax is nog tot mooie dingen in staat’

En ineens kreeg de man die was afgeschreven toch nog een kans om te laten zien dat hij van waarde kan zijn voor Ajax. Yannis Anastasiou is 31 jaar en overtuigd van zijn kwaliteiten. Samen met een handvol andere lotgenoten van de reservebank wil hij de club zijn zelfvertrouwen teruggeven. Er is maar één remedie, zo weet de immer positieve Griek. ‘Niet praten, maar voetballen.’

Yannis Anastasiou: ‘Ajax is nog tot mooie dingen in staat’

Aan het begin van dit seizoen was je nog reserve van de reserve-spits van Ajax en nu ben je een van de steunpilaren van het nieuwe Ajax. Dat moet een vreemde gewaarwording zijn?

‘Het valt eigenlijk wel mee, deze situatie is typerend voor de voetballerij. De ene dag is het wit, de andere dag zwart. Het is een vreemde wereld. Ik loop al een tijdje mee, heb veel ervaring en daarom heb ik het in me om altijd positief te blijven. Ik geef toe dat het moeilijk voor me is geweest. Eerst zit je op de tribune en dan heb je ineens een basisplaats en worden er grote prestaties van je verwacht, dat is lastig. Ik weet dat ik geen wondervoetballer ben, maar ik heb mezelf altijd voorgehouden dat ik door mijn ervaring voor dit Ajax van waarde kan zijn. Ik ben namelijk een echte teamspeler en die heeft ieder elftal nodig.’

Had je een maand geleden, toen je buiten de selectie werd gelaten voor het duel met PSV, nog gerekend op deze ommekeer?

‘Nee, ik dacht dat het toen inderdaad over was voor mij. Op dat moment heb ik ook duidelijk gemaakt dat ik in de winterstop verder wilde kijken, als mijn situatie niet zou veranderen. Het was altijd mijn doelstelling om mijn contract uit te dienen, maar ik zag weinig kans op verbetering van mijn positie. Op het moment dat Zlatan Ibrahimovic vertrok rekende ik op meer speeltijd, maar de trainer koos voor Wesley Sonck. Wesley raakte in een moeilijke periode en toen koos Koeman voor Rafael van der Vaart in de spits. Dat was een klap, want ik denk dat Ajax gebaat is bij een echte nummer 9 en dat ben ik. Je hebt als speler echter niets te zeggen, de trainer maakt de opstelling. Als je geen kans krijgt is het zaak om positief te blijven, je moet blijven vechten voor je kans. En je moet je zelfvertrouwen niet verliezen, dat is misschien wel het belangrijkste.’

Wat voeg jij toe aan Ajax?

‘Ik beheers het simpel spelen en dat is heel belangrijk in het hedendaagse voetbal omdat je niet meer de ruimte hebt om met acties continu wedstrijden te beslissen. Tien, twintig jaar geleden kon een goede voetballer iedere week in zijn eentje het verschil maken. Tegenwoordig moet het verschil door het team gemaakt worden. Natuurlijk is er nog een aantal spelers dat alleen een wedstrijd voor je kan winnen, maar dat zijn er niet veel meer. Het komt er voor het overgrote deel van de spelers op neer dat ze hun kwaliteiten in dienst van het team moeten stellen, dat is de manier om wedstrijden te winnen. In Nederland is PSV daarvan het beste voorbeeld. Zij verloren in de zomer Kezman, Robben en Rommedahl, spelers die het in zich hadden om in hun eentje wedstrijden te beslissen. Ze hebben daarom gekozen voor simpel en effectief voetbal en ze doen het fantastisch. Ze spelen niet groots, maar ze winnen wel. En dat is toch het belangrijkste. Ik zeg altijd: resultaat maakt een team groot. Winnen met mooi voetbal is het ideaalbeeld, maar dat gaat lang niet altijd samen.’

Koeman stelt resultaat ook boven mooi voetbal. Heb jij het gevoel dat de selectie die filosofie langzaam aan oppikt?

‘Ja, maar dat was vorig seizoen ook al bij vlagen zo hoor. Ik ben vorig seizoen na de winterstop van Roda overgekomen en toen speelde Ajax ook niet het aantrekkelijkste voetbal. We werden echter wél kampioen en daar draait het toch allemaal om. In de Nederlandse competitie krijgt Ajax altijd erg weinig ruimte om te voetballen en daarom moet je profiteren van de weinige momenten die je krijgt. Vorig seizoen deden we dat goed en dan win je wedstrijden. Dit seizoen is het een tijdje stukken minder gegaan helaas.’

Wat is in jouw ogen de oorzaak van de mindere prestaties geweest?

‘De spelers die op het veld stonden slaagden er niet in om hun kwaliteiten voor het team te gebruiken. Ik praat niet graag over personen dus neem ik altijd mezelf als voorbeeld. Ik ben niet snel en ik heb geen goede individuele actie. Waar ik wél goed in ben is ruimte maken voor anderen. Ik kan snel denken en zie waar we gevaarlijk kunnen worden en probeer mijn ploeggenoten naar die positie te dwingen. Als ik speel ben ik alleen maar daarmee bezig, de hele wedstrijd. Ik krijg vaak op straat te horen: Hé Yannis, scoren hoor zondag. Die mensen snappen er dus niets van, zo’n voetballer ben ik niet. Ik ben een teamspeler die anderen in stelling moet brengen. Daar ben ik namelijk goed in.’

Jij was enkele weken geleden in de uitwedstrijd tegen Willem II een van de zes spelers die van Koeman ineens de kans kregen. Wat zei hij in de aanloop naar dat duel tegen je?

‘Hij kwam na de training op zaterdagochtend naar me toe en vertelde dat ik de basis stond. “Iedereen mag fouten maken, maar het is belangrijk dat we morgen winnen en daarom kies ik voor ervaring”, voegde hij er aan toe. Daarnaast vond hij dat ik door mijn positieve instelling een goede invloed op de groep had.’

Besefte jij dat Koeman op dat moment een groot risico nam?

‘Zeker, zoveel veranderingen in een elftal zie je maar zelden. Dat was een heel groot risico. Ik kon het echter wel begrijpen. Hij had al veel dingen geprobeerd en het lukte gewoon niet. Dan kun je eens een keer zo’n keuze maken. Er moest wat gebeuren. En hij kreeg gelijk, want het pakte goed uit. Ik heb in die wedstrijd bij vlagen staan genieten op het veld. Iedereen was continu in beweging, er werd keihard gewerkt, we probeerden Willem II continu onder druk te zetten en we hadden enkele combinaties waaruit we scoorden. Tegen Feyenoord vond ik de eerste helft ook goed. Volgens mij speelden we in bepaalde fases het echte Ajax-voetbal

Dat is knap, want het gros van de echte Ajax-voetballers begon in die twee wedstrijden op de bank.

‘Wat zijn dan echte Ajax-voetballers? Ik denk dat daar een misverstand over bestaat. Een echte Ajax-speler is iemand die in een 4-3-3-systeem zijn kwaliteiten gebruikt om het team optimaal te laten renderen. Het is een speler die door snel denken de aanwezige ruimte weet te benutten. Zag je dat een maand geleden op het veld? Nee! Er was toen geen zelfvertrouwen en dan wil iedereen ineens de bal in de voet, de vrije ruimtes werden niet benut, iedereen speelde vanuit stilstand. Het was straatvoetbal dat we speelden, geen Ajax-voetbal. In Nederland zijn ze er goed in om jonge spelers direct een ster te noemen. De spelers die tegen Willem II en Feyenoord in de basis stonden zijn qua naam misschien niet de grootste voetballers, maar het zijn geen slechte spelers hoor. Ze weten heel goed wat ze wel en niet kunnen en dat is een onderschatte eigenschap van een voetballer. Een aantal jonge spelers van ons heeft last van een vormcrisis en het hele land raakt in paniek. Ineens stond er zoveel druk op hen en het is moeilijk om daar mee om te gaan als je dat nog nooit hebt meegemaakt. Ze moeten nu leren met kritiek om te gaan en dat is lastig als je het niet gewend bent. Ze worden onzeker en dat leidde in het veld en daarbuiten tot vervelende situaties.’

Wat vond jij als routinier van al die incidenten?

‘In mijn land zeggen ze altijd als het moeilijk gaat: daar is het veld, dáár moet je het laten zien. Niet praten, maar voetballen. Dat heb ik de jonge spelers ook altijd gezegd. Ze moeten als ze straks weer een kans krijgen laten zien wat ze echt kunnen, dat ze hebben geleerd. Gebruik je grote kwaliteiten op de manier zoals het hoort, zeg ik vaak tegen ze.’

Hoe is het om een soort vader van de selectie te zijn?

‘Ik vind het een prettige rol. Ik zal altijd proberen een ander te helpen, ik zorg ook graag voor een goede sfeer in de kleedkamer, dat is ook erg belangrijk. Voor een trainer is het moeilijk om telkens met iedere speler in gesprek te gaan. Ik vind het niet meer dan normaal dat ik als ervaren speler probeer te helpen als ik zie dat een jonge speler het moeilijk heeft.’

Ben je niet af en toe geschrokken?

‘Nee, dat valt wel mee. Druk doet vreemde dingen met mensen en bij Ajax is de druk van het moeten winnen altijd aanwezig. Bovendien volgt iedereen alles van dichtbij, je kunt je nooit even verschuilen. Ik vind het niet vreemd dat jonge spelers dan soms iets raars doen. Het is niet goed, maar wel te begrijpen. Omdat ik vind dat iedere speler onmisbaar is probeer ik ze allemaal op te vangen als ze iets doms doen. Ik denk alleen aan het team en dat moet hecht blijven. Anders kom je er nooit uit. Positief blijven is echt de enige manier om jezelf uit een crisis te halen. Daar hamer ik de hele dag op.’

Dat doe je altijd op een relaxte manier. Boos lijk je nooit te worden.

‘Bijna nooit nee, al helemaal niet op ploeggenoten. Dat heeft geen zin. Als je boos bent kun je niet goed nadenken en zeg je vaak verkeerde dingen.’

Je lijkt wel een goeroe. Waar komt dat positivisme vandaan?

‘Toen ik achttien jaar was speelde ik bij Ethnikos Piraeus, de tweede club van Piraeus. Ik verdiende tweehonderd euro per maand en ook toen hadden Griekse clubs al moeite om hun spelers te betalen. Er waren maanden bij dat ik niet eens geld had om eten te kopen. Iedere dag zat ik drie uur in de bus om op de training te komen. Ik moest drie keer overstappen, een betere verbinding was er niet. Mijn trainer Gregory Tsinos, overigens een oud-speler van Roda JC, hield me altijd voor om positief te blijven. Hij was daar zelf ook erg goed in en dat vond ik zo mooi dat ik het mezelf ook heb aangeleerd. De manier waarop hij alles benaderde heeft me gevormd. Het is leuk om als jong talent bij een topclub te mogen beginnen, maar als je bij een klein clubje begint krijg je zoveel meer lessen. Spelen voor Ethnikos was voor mij een soort school. Ik had niets, maar toch moest ik zorgen dat ik beter werd. Ik weet hoe het is om niets te hebben en misschien dat ik daarom wel zo positief in het leven sta. Er zijn ook wel momenten dat ik het moeilijk heb, zoals toen ik op de tribune zat, en dan praat ik met Gregory of zijn goede vriend Yannis Samaras. Dat is de vader van Georgios Samaras van Heerenveen. Zij weten mij altijd weer op te peppen als het nodig is. Deze twee mannen beschouw ik als mijn mentoren.’

Binnenkort moet je je positivisme weer voor jezelf aanwenden, want Ajax is hard op zoek naar een spits. Heb jij daar begrip voor?

‘Ja, daar ben ik heel eerlijk in. Ajax heeft op dit moment twee spitsen: Sonck die in een hele moeilijke periode zit en ik, een speler van 31 jaar oud die een aflopend contract heeft. Ik vind het niet meer dan logisch dat ze op zoek zijn naar iemand.’

Je landgenoot Angelos Charisteas, reserve bij Werder Bremen, staat hoog op de lijst van Koeman. Een goede keuze?

‘Ik heb begrepen dat ze hem hebben bekeken en ik zou het een prima speler vinden voor Ajax. Hij is 24 jaar en heeft veel talent.’

Waar moet een spits van Ajax aan voldoen?

‘Hij moet een sterk aanspeelpunt zijn, goed kunnen kaatsen en gevaarlijk in de zestien zijn. De supporters zien graag een mooie voetballer als Zlatan Ibrahimovic, iemand die acties maakt, maar je moet bij Ajax eerst aan het team denken. Zlatan is een fantastische speler, maar soms speelde hij teveel voor zichzelf en dat is niet goed. Als ik hem nu bij Juventus zie voetballen zie ik dat hij veranderd is, dat hij steeds beter begrijpt waar het om gaat. Dat is leuk om te zien.’

Solistische gedrag werd de afgelopen periode meer spelers verweten.

‘Dat vond Koeman ook en daarom heeft hij ook gezegd dat iedereen in de spiegel moest kijken. Hij zei dat je als speler van een topclub niet zonder zelfkritiek kan en daar ben ik het helemaal mee eens. We weten allemaal dat Ajax een aantal hele goede jonge spelers heeft, maar talent alleen is niet voldoende. Iedereen moet beseffen dat er in het topvoetbal meer bij komt kijken. Ouders en zaakwaarnemers spelen daarin een belangrijke rol. Dat zijn de mensen die veel invloed op spelers hebben. In Nederland zeggen ze nogal snel: dat is de beste voetballer die we hebben. Maar hoe bepaal je dat? De beste speler voor mij is de speler die zichzelf dagelijks wil verbeteren en daardoor ieder jaar een stap vooruit gaat. De meeste voetballers kunnen dat niet bereiken zonder het team om hen heen. In mijn optiek zijn er maar tien tot vijftien spelers in de wereld die zonder hulp van anderen beter worden en wedstrijden beslissen. Daaronder zit een hele grote groep die elkaar nauwelijks ontloopt. Die groep heeft ook veel talent, maar dat zijn spelers die alleen door in de spiegel te kijken en door in het teambelang te denken van grote waarde kunnen zijn.’

Dat jij dat besef hebt heeft natuurlijk met je leeftijd te maken.

‘Klopt, maar ik voel me nooit te oud om te leren. Na mijn eerste twee wedstrijden voor Ajax, tegen Heerenveen en Utrecht, was ik ontevreden over mijn functioneren. Ik ben toen meteen naar Koeman gegaan en heb hem gevraagd wat ik moest doen om beter te worden, wat ik moest doen om meer waarde voor Ajax te krijgen. Ik ben dan wel 31 jaar, maar ik voel me daar niet te groot voor.’

Koeman zal verbaasd hebben opgekeken, want hij zegt altijd dat hij weinig van zijn spelers hoort.

‘Het zal te maken hebben met het feit dat de meeste spelers hier alles hebben wat ze willen en ik een andere afkomst heb. Bovendien kunnen ze allemaal ook nog erg goed voetballen. Ik weet echter uit ervaring dat je alles moet geven als je iets wil bereiken in het voetbal. Het komt niet allemaal vanzelf, dat geluk hebben maar een paar spelers ter wereld.’

Heb je het idee dat je ploeggenoten beseffen waar jij nu op doelt?

‘Ja, ik vind dat ze de laatste periode stukken realistischer zijn gaan denken. Ik heb het gevoel dat ze nu weten dat ze iedere dag op het veld moeten laten zien dat ze de beste zijn en dat is al een hele goede stap. De beslissing van de trainer om voor andere spelers te kiezen heeft een goede uitwerking gehad. Het zorgt ervoor dat iedereen nu weet waar het in het topvoetbal om gaat. Ik denk dat het voor iedereen een wijze les is. Ze leren nu om te gaan met kritiek en daar worden ze alleen maar beter van. Ze moeten nu laten zien dat ze sterk zijn en volgens mij zijn ze dat wel hoor.’

Het is echter de vraag hoe lang sommigen met een bijrol om kunnen gaan.

‘Ze spelen bij Ajax en die club heeft de beschikking over twintig goede spelers. Als de trainer een keuze maakt moet je dat accepteren. De trainer kiest altijd voor het in zijn ogen beste team, hij zal nooit een beslissing nemen die het team zwakker maakt. Dat vertrouwen moet je als voetballer in je coach hebben.’

Ajax richt zich bij het scouten van spelers vooral op de voetballende kwaliteiten. Moeten de scouts niet wat vaker op mentaliteit gaan letten?

‘Talent is erg belangrijk voor een Ajax-speler, maar realiteitszin en een vechtersmentaliteit moet je ook hebben. Je moet een evenwicht zien te vinden en van de spelers die al deze eigenschappen hebben lopen er niet zoveel vrij rond. Het zijn vaak de oudere spelers die al die kwaliteiten wel hebben en het is lastig om hen naar Nederland te krijgen. Toch moet een club als Ajax het blijven proberen. Noem eens één topteam dat prijzen heeft gewonnen zonder routine in het elftal. Dat lukt je niet. Ervaren spelers zijn onmisbaar. Spelers die weten wat je over moet hebben om het beste uit jezelf te halen zijn een voorbeeld voor jonge spelers.’

Gezien jouw mening over toewijding en het feit dat Griekenland afgelopen zomer de Europese titel won zou je bijna gaan pleiten voor meer Grieken in Amsterdam.

‘Er zijn ook genoeg Griekse voetballers die niet weten hoe het moet. De manier waarop dat Griekenland de titel won moet echter wel een voorbeeld zijn voor veel voetballers. Afzonderlijk waren het allemaal niet zo’n grote voetballers, maar iedereen speelde in dienst van elkaar, iedereen stelde op het moment dat het moest het teambelang boven het individuele belang. En dan is een team tot grote dingen in staat hebben we gezien. Ze hebben ook wel wat geluk gehad, maar als je ziet wie ze allemaal hebben verslagen kun je alleen maar concluderen dat ze terecht Europees kampioen zijn geworden.’

Is Ajax nog in de race voor de landstitel?

‘Als wij tot de winterstop blijven winnen zullen we met een goed gevoel beginnen aan de tweede seizoenshelft. Ik denk dat we dan nog tot mooie dingen in staat zijn. PSV doet het goed, Feyenoord heeft ook een sterke ploeg, maar er staan nog heel wat wedstrijden op het programma. Positief blijven denken hè.’

Bekijk hier al onze video's