Pröpper treedt in voetsporen van Makaay en Vierklau

Met zijn invalbeurt tegen Turkije op 28 maart werd VfL Wolfsburg-spits Bas Dost de eerste speler die in de tweede periode met Hiddink aan het roer zijn debuut mocht maken. Pröpper is nu dus de tweede.

Michael Mols en Glenn Helder waren de eerste twee spelers die het aan Hiddink te danken hadden dat zij hun eerste interland mochten spelen. Op 18 januari 1995 begon het duo in de basis tijdens een oefenduel met Frankrijk, in Utrecht. Die wedstrijd betekende overigens ook de vuurdoop voor Hiddink, vlak daarvoor voor het eerst aangesteld als eindverantwoordelijke van het Nederlands elftal.

Later dat jaar liet Hiddink ook Frank Verlaat, Michel Kreek, Edwin Vurens, Eric van der Luer, Edwin van der Sar, Orlando Trustfull en Winston Bogarde debuteren. In 1996 kregen John Veldman, Jordi Cruijff, Peter Hoekstra, Phillip Cocu, Jaap Stam, Giovanni van Bronckhorst, Jean-Paul van Gastel, Ferdi Vierklau en Roy Makaay hun eerste cap, terwijl Boudewijn Zenden (1997), Ernest Faber en Jerrel Hasselbaink (beiden 1998) langer moesten wachten.

In totaal is Pröpper de 23ste die onder leiding van Hiddink zijn 'haasje' verdient. De Achterhoeker evenaart daarmee Jan Zwartkruis, die tussen 1976 en 1980 eveneens 23 jongens liet debuteren. Absolute koploper wat debutanten betreft is Bob Glendenning, die in 1923 (één interland) en tussen 1925 tot 1940 in 87 interlands de eindverantwoordelijke was en in totaal 118 (!) spelers hun eerste interland gunde. Recentere bondscoaches als Louis van Gaal (40, waarvan 26 in zijn tweede termijn) en Marco van Basten (32) staan eveneens in de toptien, Bert van Marwijk (26) valt daar net buiten.

Vitesse
Pröpper is de 24ste international die Vitesse vertegenwoordigt bij het Nederlands elftal. Ook Makaay en Vierklau waren in Arnhemse dienst toen ze in 1996 onder Hiddink (!) debuteerden in Oranje.

• Meer over

• D. Pröpper
• Nederland