Italianen winnaar nieuwe verdeelsleutel UEFA
Naast de toelatingseisen voor de Champions League (vier vaste plaatsen voor de vier toplanden) verandert de UEFA vanaf 2018 ook de verdeling van de buit. Ook hier profiteren de Italianen.
Momenteel worden de miljoenen verspreid op basis van een startfee, prestatiebonussen en de zogenoemde marketpool. De marketpool is een uitkering gebaseerd op de tv-markt van het land waaruit de club afkomstig is.
In het nieuwe model wordt de marketpool minder belangrijk. In plaats daarvan worden de uitkeringen straks mede gebaseerd op de clubranglijst van de UEFA, de zogenoemde coëfficiëntenranglijst. Naast het startgeld (25 procent), de prestatiebonussen (30 procent) en de marketpool (15 procent), gaat de coëfficiëntenranglijst (30 procent) een belangrijke rol spelen. Deze wordt dus net zo belangrijk als winst en verlies. Momenteel bepaalt de UEFA de clubscores nog op basis van sportieve prestaties in de laatste vijf jaar, maar nu de ranglijst wordt gekoppeld aan harde cash, heeft de Europese bond besloten om de berekening te veranderen. Naast de recente sportieve resultaten gaan historische prijzen een voorname rol spelen. Dus ook de Europa Cup 1 die Feyenoord veroverde in 1970 (foto midden).
Opnieuw blijken de Italianen de winnaars. AC Milan stijgt dankzij deze nieuwe berekening liefst zestien plaatsen op de coëfficiëntenranglijst. AC Milan won zeven keer de Europa Cup 1/Champions League, voor de laatste keer in 2007 (foto boven). Mocht AC Milan zich kwalificeren voor de Champions League, dan kan de nieuwe rekenformule tot twintig miljoen extra opleveren. Ook in de Europa League profiteert AC Milan, aangezien de UEFA van plan is om daar dezelfde verdeelsleutel te gaan hanteren. Verder doet binnen de toptien Juventus de beste zaken, die club stijgt van negen naar zeven.
Historie
Ploegen die in het verleden een prijzenkast hebben ingericht, worden beloond. Zo stijgt zelfs Ajax (tien plaatsen), terwijl het beter presterende PSV (vier plaatsen) minder hard klimt. Ajax staat dan ook wat minder kritisch tegenover het nieuwe systeem dan PSV. Grootste verliezers zijn de clubs die nu prima presteren, maar een minder rijke historie hebben. Zoals Villarreal dat de laatste twee seizoenen twee keer overwinterde in de Europa League, maar desalniettemin liefst veertien plaatsen moet inleveren.
De UEFA verwacht in het seizoen 2018/19 een miljard of twee aan CL-revenuen uit te keren aan de clubs. Dat betekent dat 600 miljoen wordt verdeeld op basis van de coëfficiëntenranglijst. Daarbij grijpt de UEFA de ranking aan om maximale verschillen te creëren. Zo krijgt het hoogst geklasseerde team uit deze pot 32 keer zoveel (!) als de laagst geklasserde ploeg. Op basis van de deelnemerslijst van dit seizoen zou dat betekenen: 1,1 miljoen voor FK Rostov en 35,5 miljoen euro voor Real Madrid. Samen met de startpremie (15 miljoen) en de marketpool (12 miljoen) zijn de Madrilenen verzekerd van 63 miljoen voordat er een bal is getrapt.
Ook de Nederlandse Champions League-deelnemer gaat er financieel op vooruit. Internationaal schieten Ajax, PSV of, wie weet, Feyenoord er echter weinig mee op. De verschillen met de clubs waartegen ze voetballen worden alleen maar groter. In een simulatie die de UEFA intern presenteerde, gebaseerd op prestaties in het seizoen 2015/16, zou Real Madrid uitkomen op 136 miljoen euro aan Champions League-inkomsten, terwijl een club als Maccabi Tel Aviv blijft steken op 19 miljoen.
Beton
Achtstefinalist PSV (54 miljoen euro) was onder de nieuwe omstandigheden slechter afgeweest dan het al in de groepsfase uitschakelde Manchester United (58 miljoen). Anderzijds is de 54 miljoen vertaald naar de Nederlandse situatie dermate hoog, dat het voor clubs als FC Groningen en FC Utrecht alleen maar moeilijker zal worden om nog van de Nederlandse Champions League-deelnemer te winnen. Zo lijken de machtsverhoudingen verder in beton te worden gegoten. Blijkbaar wil de UEFA geen spannende onvoorspelbare sport, maar vooral de Europese powerhouses inzetten voor maximaal financieel rendement.
Ook het gat met de Europa League zal weer groeien. Vorig jaar communiceerde de UEFA nog dat de kloof was verkleind naar factor drie. Vanaf 2018 stijgt deze echter weer naar factor vier. Veel competities vrezen dan ook dat dit pas het begin is, de opmaat naar een kleinere elitegroep met 24 landen. De UEFA wil al eind 2017 de CL-plannen voor de periode 2021-2024 presenteren.
| Nieuwe positie | Club | Huidige positie | Uitkering* |
| 1 | Real Madrid (Spa) | 1 | €35,5 miljoen |
| 2 | Bayern München (Dui) | 2 | €34,4 miljoen |
| 3 | Barcelona (Spa) | 3 | €33,3 miljoen |
| 4 | Chelsea (Eng) | 5 | €32,2 miljoen |
| 5 | Atlético Madrid (Spa) | 4 | €31,1 miljoen |
| 6 | Benfica (Por) | 6 | €30,0 miljoen |
| 7 | Juventus (Ita) | 9 | €28,9 miljoen |
| 8 | Borussia Dortmund (Dui) | 8 | €27,8 miljoen |
| 9 | AC Milan (Ita) | 25 | €26,7 miljoen |
| 10 | Paris Saint-Germain (Fra) | 7 | €25,5 miljoen |
| 20 | Ajax | 30 | €14,4 miljoen |
| 29 | PSV | 33 | €4,4 miljoen |
*Wanneer een club bij de eerste 32 op de coëfficiëntenranglijst zich niet kwalificeert voor de CL, schuiven lager geklasseerde clubs op in de geldranking. PSV zou op basis van de deelnemers in dit seizoen dan ook hoger uitkomen dan 4,4 miljoen euro.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login