Invallers opvallend productief, veel treffers na rust

Met nog vijftien knock-outwedstrijden voor de boeg is het daarom vrijwel zeker dat het in 2008 gevestigde EK-record gaat sneuvelen. Het toernooi in Oostenrijk en Zwitserland telde dertien supersubs, waaronder twee Nederlanders. Arjen Robben en Robin van Persie waren allebei één keer trefzeker in de met 4-1 gewonnen groepswedstrijd tegen Frankrijk.

Tijdens dit EK traden Hal Robson-Kanu, Ondrej Duda, Bastian Schweinsteiger, Zoltán Stieber, Denis Glushakov, Antoine Griezmann, Jamie Vardy, Daniel Sturridge, Nial McGinn, Tomás Necid, Milan Skoda en Jakub Blaszczykowski (foto) allemaal al in de voetsporen van de twee Oranje-internationals. Tijdens het toernooi in Frankrijk wordt dan ook opvallend vaak in de tweede helft gescoord (45 om 24).

Niemand van dat dozijn supersubs is overigens terug te vinden bovenin de topscorerslijst. Álvaro Morata en Gareth Bale voeren die momenteel aan met drie treffers en hebben nu al evenveel gescoord als de zes topschutters van het vorige toernooi. Mario Mandzukic, Mario Gómez, Mario Balotelli, Cristiano Ronaldo, Alan Dzagoev en Fernando Torres bleven toen ook steken op drie goals.

Het zou overigens een zeldzaamheid zijn als een van de trefzekere invallers nog een keer scoort. Slechts zes spelers in de EK-geschiedenis deden dat in twee verschillende wedstrijden als invaller. Van hen is alleen de Spanjaard Cesc Fabregas actief op dit EK. De anderen zijn Hélder Postiga, Manuel Rui Costa (allebei Portugal), Semih Sentürk (Turkije), Vladimir Smicer (Tsjechië) en Sylvain Wiltord (Frankrijk).   

• Meer over

• Europees Kampioenschap 2016 France