De ambities van beginnend hoofdcoach Ruud Brood

De zoektocht naar een nieuwe coach van Helmond Sport eindigde onlangs bij Ruud Brood (41). De coach van Jong NAC Breda had al eerder de kans ergens hoofdtrainer te worden, maar wachtte op het ideale moment en de juiste club. ‘Ik ben onder de indruk geraakt.’

De voetballer

Ze zullen het in Helmond waarschijnlijk niet weten, maar de trainer die komende zomer Jan van Dijk opvolgt behoorde in 1988 tot de beste dertig voetballers van Nederland. Ruud Brood, 25 destijds, eindigde met FC Den Bosch op de zevende plaats en miste nipt Europees voetbal. Nederlanders maakten nog nauwelijks furore in het buitenland, zodat bondsoach Rinus Michels vooral in eigen land zocht naar geschikte spelers voor het EK in (West-)Duitsland. In Den Bosch vond hij Hendrie Krüzen en Ruud Brood. ‘Hendrie zat in de definitieve selectie, ik kwam op de reservelijst’, weet Brood nog. ‘Als Arnold Mühren of Erwin Koeman zou uitvallen, kwam ik in beeld. Uiteindelijk gebeurde dat niet, jammer.’ Zonder de linksbenige verdediger/middenvelder werd Nederland Europees kampioen. ‘De impact van dat toernooi was groot. Toen Hendrie bij Oranje kwam, lag er direct voor hem een contract klaar bij PSV. Dat ik die stap uiteindelijk niet kon maken was niet zo vreemd. Ik was geen toptalent, moest het vooral van mijn mentaliteit hebben. De Nederlandse subtop was voor mij het hoogst haalbare.’

Dat er voor hem geen carrière als topvoetballer in zat wist Brood al op z’n 21ste. Na negen seizoenen in de opleiding van Feyenoord stroomde hij door naar de A-selectie. ‘Zat ik bij de lunch aan tafel met Willem van Hanegem, Johan Cruijff en Ruud Gullit met m’n oren te klapperen. Die mannen dachten echt tien stappen verder na over het spel. Ik had die gave niet, was al blij als ik twee of drie stapjes vooruit kon denken. Een talent zoals Henk Duut, Mario Been of Mike Snoei was ik niet. Ik was meer van het kaliber André Hoekstra, wij moesten vooral hard werken om onze grenzen te bepalen. Ik heb nog wel een paar keer met het olympisch team gespeeld, maar daar bleef het bij. In dat seizoen bij de A-selectie van Feyenoord wist ik al snel dat dat niveau te hoog gegrepen was.’

Net zoals in zijn trainersloopbaan deed Brood als jonge voetballer aan een zorgvuldige carrièreplanning. RBC was nog een veredelde amateurclub, maar de plannen en vooral de manier van spelen deden hem na Feyenoord kiezen voor Roosendaal. ‘Ze waren net tot het betaalde voetbal toegetreden, een club in wording eigenlijk. Toch was het een goede keuze, want als libero scoorde ik vijftien keer en in mijn tweede seizoen haalden we de bekerfinale die we verloren van Ajax.’ Vervolgens vertrok Brood naar FC Den Bosch, destijds nog een gerenommeerde subtopper. ‘Daar had ik mijn beste jaren, maar dat team viel helaas na twee seizoenen uit elkaar. Piet de Visser haalde me naar Willem II, die club zat toen al heel goed in elkaar. Ze stonden voor combinatievoetbal en Piet wist daar de juiste spelers voor te vinden. Ik mocht lekker inschuiven als libero, dat sprak me aan. Helaas heb ik er maar een jaartje gezeten. Na een paar maanden kreeg ik een flinke buikspierblessure en de prestaties vielen tegen.’ Vanwege het pure voetbal verhuisde Brood naar NAC. ‘Het was óf onder in de eredivisie spelen óf in de top van de eerste divisie bij een club die graag wilde promoveren. Was voor mij geen moeilijke keuze.’

NAC werd het eindstation voor Brood. Heerenveen deed nog een serieuze poging hem aan te trekken, maar de deal kwam niet rond. Zonder te treuren werd hij clubman in Breda. ‘Tot mijn 35ste heb ik gespeeld, maar in mijn laatste seizoen was ik al trainer van het tweede elftal. In de winterstop heb ik toen aangegeven dat dat niet ideaal was en ben ik als speler gestopt. Een roemloos afscheid eigenlijk, maar ik heb er toch alles uitgehaald. Dicht tegen Oranje aan gezeten, het olympisch elftal gehaald. Niet slecht voor iemand die altijd hard heeft moeten knokken om vooruitgang te boeken. Met een beetje geluk had er misschien wat meer in gezeten, maar de subtop in Nederland was destijds van een hoger niveau dan nu.’

De trainer

Brood dacht als speler al na hoe hij de meeste progressie kon boeken. Zijn rol op het veld, vaak in de as, analyseerde hij tot in detail. Immer op zoek naar wijsheden die hem verder konden brengen. Als broekie raakte hij geïntegreerd door een tip van Johan Cruijff. ‘Ik was puur links, maar Cruijff zag aan mijn traptechniek en de manier waarop ik bij het schieten stond, dat ik ook met rechts goed moest kunnen trappen. Hij bleek gelijk te hebben. Ik ben erop gaan oefenen en later heb ik nog weleens met rechts gescoord... Fantastisch vond ik dat.’

Bij FC Den Bosch ondervond de Gorinchemmer dat hij na zijn loopbaan in het metier werkzaam wilde blijven. Hij volgde de cursussen Trainer/Coach 2 en 3, en verzamelde later bij NAC de rest van de benodigde papieren. ‘Ik ben een ambitieus mens, altijd op zoek naar mijn grenzen. Ook als trainer wil ik alles eruithalen, daarom zijn de laatste zeven seizoenen bij NAC zo belangrijk geweest. Alles heb ik hier gedaan: de jeugd getraind, de beloften, ik ben assistent-trainer geweest en ben de laatste twee jaar verantwoordelijk voor het technische gedeelte van de opleiding. In het kader van die laatste functie heb ik een technisch beleidsplan geschreven. Er zat nog niet echt een rode draad in de opleiding, die hebben we nu wél helder geformuleerd.’

Op het moment dat succestrainer Henk ten Cate vorige zomer vertrok, klonken er in Breda stemmen om Brood – destijds net in het bezit van zijn diploma Coach Betaald Voetbal – door te schuiven als hoofdcoach. Het bestuur opteerde uiteindelijk, maar niet unaniem, voor Ton Lokhoff. ‘Een logische zet’, blikt Brood terug. ‘Ton was al een jaar of zes, zeven assistent en was er klaar voor. Het vleide me dat mensen me naar voren wilden schuiven, maar ik vond het prima dat Ton het ging doen. Ik vond het wel vervelend dat die berichten dat ik in beeld zou zijn door niemand werden tegengesproken. Op een gegeven moment werd ik zelfs gefeliciteerd door bepaalde mensen. Dat was niet leuk voor Ton, en ikzelf baalde er ook ontzettend van.’ Een tweede kans om ergens hoofdtrainer te worden kapte Brood zelf af. ‘Er was een eerstedivisieclub die me wilde hebben, maar dat zag ik nog niet zitten. Ik had er geen goed gevoel bij, vooral omdat ik de zaak moest overnemen. Je eerste stap als hoofdtrainer moet je zorgvuldig zetten. Daar was in dat geval geen sprake van. Bij Helmond Sport is mijn gevoel heel anders. Ik ben tijdens de gesprekken met die club onder de indruk geraakt.’

Brood was samen met Mario Been en Louis Coolen gegadigde om de plaats van de succesvolle Jan van Dijk in te nemen. ‘Een trainer moet passen bij een club en andersom. Op het moment dat ik werd benaderd en de interesse serieus bleek te zijn, kreeg ik steeds meer gevoel bij het hoofdtrainerschap. Na zeven seizoenen met jeugd te hebben gewerkt ben ik er klaar voor.’ Op de avond van zijn presentatie wist Brood direct dat hij een goede keuze had gemaakt. ‘Ik stond niet op het lijstje van gedroomde kandidaten en heb als speler meegemaakt dat veel mensen dan wat sceptisch zijn. Ik heb daarom meteen duidelijk gemaakt wie ik ben en wat ik wil. Het klikte volgens mij wel. Helmond Sport is in mijn ogen NAC in het klein. De plannen zijn realistisch, maar ambitieus. Ik kan me daar goed in vinden. Helmond Sport is een homogene club, iedereen voelt zich nauw betrokken. De supporters eisen strijdlust en zijn niet snel tevreden, daar hou ik van. Ik heb de burgemeester al twee keer ontmoet en dat geeft aan dat de gemeente achter de club staat. De begroting gaat omhoog, er zit leven in Helmond Sport. Jan van Dijk heeft het fantastisch gedaan, het is aan mij om daarop voort te borduren. Ik heb er echt zin in.’

Bekijk hier al onze video's