Bundesliga-record De Bruyne tekent inflatie op transfermarkt

De transfersom die City aan Wolfsburg betaalde, is immers bijna het tweevoudige van wat 1899 Hoffenheim eerder deze zomer voor Roberto Firmino ontving van Liverpool. De 23-jarige Braziliaan stelde het record van de Duitse competitie daarmee met één miljoen scherper (41). Bayern München had in 2012 een nieuwe standaard gevestigd door Javi Martínez voor veertig miljoen euro over te nemen van Athletic de Bilbao.

Dat De Bruyne met zijn transfer naar City de mondiale toptien binnen dendert, is al even veelzeggend. De aanvallende middenvelder is de zevende speler die de laatste jaren meer geld opbracht dan Real Madrid in 2001 voor Zinédine Zidane ophoestte. De Franse spelmaker, destijds de Wereldvoetballer van het Jaar, was jarenlang de duurste speler aller tijden doordat hij de kas van Juventus spekte met 73,5 miljoen euro.

Van de bedragen die begin deze eeuw voor de crème de la crème van het Europese topvoetbal werden betaald, kijkt niemand meer op. Luis Figo voor zestig miljoen euro van Barcelona naar Real Madrid; in 2000 was het een wereldrecord, inmiddels zijn er al dertien transfers waarmee meer geld gemoeid was. Zo kostte de twintigjarige Raheem Sterling deze zomer tweeënhalf miljoen meer toen hij van Liverpool naar City ging.

Tot de zomer van 2009 vormden Zidane en Figo samen met Hernán Crespo (in 2000 voor 55 miljoen euro van Parma naar Lazio) de eeuwige topdrie. Zes jaar terug ontstond in één zomer echter een nieuw transferpodium: Cristiano Ronaldo (94 miljoen, Manchester United naar Real Madrid) stootte Zidane van zijn troon, Zlatan Ibrahimovic (69,5 milljoen, Internazionale naar Barcelona) pakte het brons en Kaká (65 miljoen, AC Milan naar Real Madrid) werd een goede vierde.

Die bedragen waren - gemeten naar de kwaliteiten en de reputatie van de drie wereldsterren - nog te billijken, inmiddels is het hek volledig van de dam. De afgelopen twee jaar kostten in totaal liefst tien spelers minimaal zestig miljoen euro, met De Bruyne, Sterling en Ángel Di María (63 miljoen, van Manchester United en PSG) als meest recente bewijzen dat de inflatie op de transfermarkt nu écht heeft toegeslagen.

Dat blijkt wellicht nog het meest uit het feit dat er de laatste drie jaar telkens minimaal dertig spelers waren die minstens twintig miljoen euro kostten. Ter vergelijking: in de seizoenen 2012/13, 2011/12 en 2010/11 waren dat er gemiddeld zestien. De rol van Nederland in dat transfergeweld was beperkt. Alleen voor Robin van Persie en Memphis Depay (30,5 en 27,5 miljoen, beiden naar Manchester United) en Georginio Wijnaldum (twintig miljoen, Newcastle United) werd minimaal twintig miljoen betaald.

De vijftien duurste spelers aller tijden

*bedragen in euro's. Bron: transfermarkt.de

• Meer over

• K. De Bruyne
• Manchester City
• VfL Wolfsburg
• Bundesliga 2015/2016