Anti-kunstgraslobby kansrijk in vergadering profvoetbal

Vooral PSV en Feyenoord ageren fel tegen de plastificering van de Eredivisie-velden, terwijl er ook verzet is bij landskampioen Ajax. Feyenoord wil het liefst al volgende week tijdens de Algemene Vergadering kunstgras in de Eredivisie afschieten.

Als alle ploegen die nu op gras spelen zich achter Feyenoord en PSV scharen, kan een meerderheid worden gehaald. In totaal zijn er 38 clubs, waarvan er 34 mogen stemmen in de Algemene Vergadering. Achilles ’29, Jong Ajax, Jong PSV en Jong FC Twente hebben geen stem. Om beide divisies evenveel gewicht te geven, tellen de stemmen van de zestien Jupiler League-clubs (18 punten) iets zwaarder mee dan die van de achttien Eredivisionisten (16 punten). Daarnaast heeft ook de Centrale Spelers Raad (CSR) twee stemmen (36 punten).

De CSR wordt op de vergadering vertegenwoordigd door de vakbonden VVCS en ProProf, die zich op basis van spelersreacties tot dusverre uiterst negatief hebben uitgelaten over kunstgras. In totaal zijn er dus 36 stemmen die samen 612 punten vertegenwoordigen. Na aftrek van de stemmen van de Spelers Raad, die Feyenoord zeker zullen steunen, zijn er dus 17 clubs nodig om kunstgras op het hoogste niveau te liquideren. Momenteel spelen 17 van de 34 stemgerechtigde clubs op gras. Zij kunnen dus samen met de spelersvakbonden de concurrerende kunstgrasclubs de nek omdraaien.

Tot dusverre kiezen clubs vooral uit financieel oogpunt voor kunstgras. ProProf-directeur Ko Andriessen (foto) lanceerde eerder al het plan een steunfonds op te stellen voor clubs die geen grasveld kunnen betalen. Hij kreeg bijval van onder anderen Marcel Brands van PSV en Martin van Geel van Feyenoord, die het plan adopteerden. 'Goed om te horen dat er directies zijn die in het belang van het totale betaalde voetbal denken', zegt Andriessen. 'Zeker in het licht van onze internationale concurrentiepositie lijkt het ons zinvol om niet als enige in Europa op kunstgras te voetballen. Met een solidariteitsfonds valt het financiële argument weg. Wie kan er dan nog tegen gras zijn?’