Aan keepen bij Twente valt weinig eer meer te behalen

Door de vijf tegengoals tegen Vitesse (5-1) heeft FC Twente halverwege de jaargang al 41 treffers tegen, waarmee een negatief clubrecord dreigt. Dat dateert van precies dertig seizoenen geleden, toen de club zich ondanks 69 tegengoals nog net wist te handhaven in de Eredivisie. Zelfs in het jaar van de enige degradatie (1982/83) verging het de Tukkers met zestig tegentreffers minder slecht.

De verdediging van FC Twente was tien jaar lang een van de moeilijkst neembare vestingen in de Eredivisie. Sinds Sander Boschker in de zomer van 2004 terugkeerde van Ajax, kreeg de club regelmatig gemiddeld nog geen treffer tegen per duel. Met het kampioensjaar 2010 als uitschieter, toen hij slechts 23 keer werd gepasseerd in 34 wedstrijden.

Na Boschker kwam de Bulgaar Nikolay Mihaylov, tegenwoordig overigens bankzitter bij Mersin Idman Yurdu, waarna de club nooit meer een vast gezicht onder de lat kreeg. Trainer René Hake wisselde dit seizoen zelfs al enkele keren tussen Nick Marsman en Joël Drommel, terwijl de van een knieblessure herstelde Sonny Stevens na de winterstop ook weer beschikbaar is.

Uiteraard maakt de piepjonge verdediging, waarin Bruno Uvini met 24 jaar een uitschieter is tussen tieners als Hidde ter Avest en Jeroen van der Lely, het voor de keepers nog veel moeilijker om de ploeg van achteruit neer te zetten. Het verdedigen van het Twente-doel is nu in alle opzichten één van de moeilijkste en ondankbaarste taken uit de vijftigjarige clubhistorie.

Nog even terug naar het seizoen 1985/86, het seizoen waarin FC Twente dus een recordaantal tegentreffers slikte. Eén van de keepers toen was Theo Snelders. Hij werd later international van Oranje en ging als reservekeeper mee naar het WK in 1994. Hoe moeilijk deze periode ook is, Marsman, Drommel en Stevens hebben dus in elk geval nog iets om zich aan vast te klampen.

• Meer over

• J. Drommel
• N. Marsman
• S. Stevens
• FC Twente
• Eredivisie 2015/2016